Vanwege corona is alles in flux, ook bij Opera Zuid. De double-bill La voix humaine van Francis Poulenc en L’heure espagnole van Maurice Ravel zou vanuit hun huistheater in Maastricht live gestreamd worden naar verschillende bioscoopzalen door het hele land. De nieuwe lockdown gooide roet in het eten, noodgedwongen werd de première enkel online aangeboden. Voordeel: je hoeft de deur niet uit. Nadeel: het kostte enig doorzettingsvermogen toegang te krijgen tot die stream. Gelukkig bleek dat meer dan de moeite waard.

Op het eerste oog vormen La voix humaine en L’heure espagnole niet de meest voor de hand liggende combinatie. Een diep-menselijk drama over het einde van een relatie gekoppeld aan een niemendalletje over een wellustige huisvrouw, lijkt vragen om moeilijkheden. Maar dat is buiten de vindingrijkheid gerekend van regisseur Béatrice Lachaussée en dramaturg Willem Bruls. Zij herkennen in de twee vrouwelijke hoofdpersonen een universele hunkering naar ware liefde en plooien daar soepel hun enscenering omheen.

La voix humaine speelt zich af in een desolate woonkamer, slechts gevuld met een vierzitsbank, een tafel en een stapel verhuisdozen, alles in dezelfde beige tint. De wanhopig telefonerende ‘Elle’ (‘Zij’) beweegt zich nu eens moedeloos, dan weer hoopvol flemend of totaal ontsteld tussen deze attributen. Haar geliefde heeft haar zojuist verruild voor een ander, maar door hem – letterlijk – aan de lijn te houden probeert ze nog iets van haar geluk te redden.

Een mok op tafel symboliseert haar onvervulde verlangen: I love you staat erop, met een rood hart op de plaats van ‘love’. Dat ze hem onmogelijk terug kan winnen ondanks haar gevlei en zelfs een dreiging met zelfmoord is schrijnend duidelijk. ‘Allo? Allo?’ Roept ze ontzet als de verbinding voor de zoveelste keer wordt verbroken. De partituur van Poulenc volgt het verhaal op de voet en onderstreept haar angstkreten met felle dissonanten en plotselinge stiltes.

Koortsachtig kiepert Elle haar lichtbruine tas leeg wanneer ze haar mobieltje niet snel genoeg kan vinden als hij eindelijk terugbelt. Die smartphone is een mooie actualisatie. Waar in het originele libretto van Jean Cocteau een telefoniste werkt als stoorzender is het nu de moderne techniek die het laat afweten. ‘Siri, bel schatje thuis’, zingt Elle vertwijfeld in het luidsprekertje van haar telefoon. Een misschien wat vrijpostige, maar wel geestige ingreep in het libretto.

De Syrisch-Armeense sopraan Talar Dekrmanjian is ongekend expressief. Met haar geweldige mimiek en fenomenale zang maakt zij alle razendsnel wisselende emoties invoelbaar, moeiteloos schakelend tussen parlando recitatief en gloedvol arioso. Dekrmanjian sleept je onherroepelijk mee in haar vertwijfeling. Wanneer ze aan het slot gelaten neerzijgt bij de open balkondeur slaak je ongewild een zucht van ontzetting – ze zal toch niet alsnog…??!

Met een van beklemming dichtgesnoerde keel ga je de pauze in, elke lust om hierna nog een luchtige komedie te volgen is je vergaan. Opera Zuid ondervangt dit listig door een kijkje achter de schermen te nemen. Peter Gijsbertsen verklapt in zijn rol van Gonzalve in L’heure espagnole ‘eindelijk eens een echte tenor’ te kunnen vertolken, iemand die geheel van zichzelf vervuld is. Regisseur Lachaussée legt uit dat hoofdpersoon Concepcíon in wezen net zo eenzaam is als Elle. Dirigent Karel Deseure benadrukt hoe ‘briljant’ Ravel zijn partituur heeft georkestreerd, met veel verwijzingen naar Spaanse muziek.

Ravel baseerde zijn eenakter op de gelijknamige roman van Franc-Nohain, die ook tekende voor het libretto. Het kale flatje met de vierzitsbank is gebleven, maar is nu volgestouwd met klokken in alle soorten en maten. Tussen de uit elkaar geschroefde uurwerken staat nog altijd parmantig dezelfde mok: I love you. Mooi raakvlak is ook het mobieltje, dat nu fungeert als dictafoon in handen van Gonzalve.

L’heure espagnole wordt met veel sjeu over het voetlicht gebracht. De Franse sopraan Romie Estèves is een verrukkelijk wulpse Concepcíon, die op alle manieren tracht de ijdele Gonzalve in haar bed te krijgen. Peter Gijsbertsen geniet overduidelijk van zijn rol als zelfverliefde minnaar, die meer oog en oor heeft voor zijn eigen dichtsels – die hij vastlegt in zijn mobiel – dan voor de charmes van Concepcíon. Hij schmiert dat het een aard heeft, maar neemt je voor zich in met zijn olijke grimassen vanuit de klok waarin hij zich heeft verstopt voor pakketbezorger Ramiro.

De bariton Michael Wilmering is een al even innemende Ramiro. Stoer sleept hij de ene klok met Gonzalve na de andere met would-be lover Don Iñigo Gomez de trap op en af naar Concepcíons slaapkamer. In onbespiede momenten verliest hij zich in vertederde bespiegelingen over hoe bewonderenswaardig complex haar karakter is – nog ingewikkelder dan de uurwerken van haar echtgenoot.

De bas-bariton Alexandre Diakoff is een mooie sullig-zelfingenomen bankdirecteur. Hij meent puur vanuit zijn machtspositie ‘recht’ te hebben op een slippertje met Concepcíon, die hem zonder pardon afwijst en uiteraard uiteindelijk valt voor de gevoelige macho Ramiro. De Franse tenor Gille Ragon speelt zijn kleine rol van bedrogen echtgenoot met verve. Vergenoegd smeert hij zijn twee rivalen elk de peperdure staande klok aan waarin zij zich voor hem verborgen hielden. Natuurlijk, het zijn typetjes, maar het werkt.

De muziek van Ravel is een en al sprankeling, met vurige Spaanse castagnetten en stierenvechtersmuziek, fraai bewerkt voor ensemble door Klaus Simon. De uitvoering door leden van philharmonie zuidnederland onder leiding van Karel Deseure is puntgaaf. Mooi dat aan het slot van de avond de camera van toneel naar orkest zwenkt, waar we zien hoe de musici applaudisseren voor zangers en productieteam. Het is te hopen dat deze prachtproductie snel voor publiek kan worden uitgevoerd.

Foto: Bjorn Frins, Joost Milde