Direct naar artikelinhoud
Myanmar

Facebook nog altijd spil in haatpropaganda tegen Rohingya

Jongeren bidden eind januari in een Rohingya-vluchtelingenkamp in Bangladesh voor een goede uitkomst in de zaak die bij het Internationaal Gerechtshof dient.Beeld Getty Images

Haatzaaierij via Facebook maakte in 2017 in Myanmar de geesten rijp om Rohingya-moslims te verdrijven. Critici menen dat het platform nog altijd te weinig doet tegen de verspreiding van haatpropaganda.

“Ik vrees dat Facebook in een beest is veranderd, en dat het niet is zoals het oorspronkelijk was bedoeld.” Met die uitspraak benadrukte Yanghee Lee, destijds speciale VN-mensenrechtengezant in Myanmar, twee jaar geleden dat kwaadwillende Myanmarezen Facebook gebruikten om aan te zetten tot haat en geweld tegen Rohingya-moslims.

Het populaire sociale medium reageerde door haatzaaiende accounts en pagina’s te verwijderen, en het aantal Myanmarese redacteuren die de inhoud van berichten beoordelen flink op te schroeven. Maar ruim twee jaar later verschijnen op Facebook nog dagelijks vijandige berichten tegen Rohingya en andere minderheden in het overwegend boeddhistische Myanmar. In de eerste drie maanden van dit jaar werden in het land zo’n 51.000 haatzaaiende berichten verwijderd, meldde Facebook vorige week.

“Wij monitoren scherp en zien dagelijks honderden berichten die niet door de beugel kunnen. Zo’n twintig tot veertig daarvan zijn echt gevaarlijk omdat ze aanzetten tot haat of geweld”, zegt ook Kyaw Win, directeur van mensenrechtenorganisatie Burma Human Rights Network.

‘Nuttig instrument’

Hoe ver de invloed van dergelijke haatpropaganda reikt, blijkt uit een VN-rapport van twee jaar geleden, waarin Facebook een ‘nuttig instrument’ wordt genoemd voor hen die haat willen verspreiden. Het rapport volgde op een onderzoek naar bruut geweld in 2017, toen Rohingya-rebellen politieposten aanvielen en het leger terugsloeg met een keiharde vergeldingsactie. Duizenden Rohingya werden gedood, honderdduizenden vluchtten naar Bangladesh.

Voor veel mensen in Myanmar is Facebook het enige internetplatform dat ze gebruiken. Voor politieke partijen, machtige generaals en extremistische boeddhistische monniken – die de Rohingya als indringers bestempelen die het land willen islamiseren – is Facebook daarom een belangrijk podium waarmee ze een hun achterban kunnen beïnvloeden.

Advocaten van Gambia onderkennen eveneens de spilfunctie van Facebook. Het West-Afrikaanse moslimland beschuldigt Myanmar van het plegen van genocide jegens de Rohingya en daagde het land voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. De advocaten eisten onlangs dat de sociale mediagigant oude berichten en communicatie afstaat van Myanmarese legeraanvoerders en politie-eenheden, omdat die volgens hen bewijzen dat Myanmar de Rohingya systematisch wilden uitroeien.

Onduidelijk of Facebook de verwijderde data heeft bewaard

Facebook verwijderde twee jaar geleden de pagina’s van twintig Myanmarese individuen en organisaties omdat zij aanzetten tot haat en geweld. Het is onduidelijk of het bedrijf een kopie van de verwijderde data heeft bewaard.

Mensenrechtenactivisten vrezen dat het aantal hatelijke berichten in de komende maanden flink zal toenemen. Myanmar gaat in november naar de stembus om een nieuwe regering te kiezen. Nationalistische politici en generaals zullen dat aangrijpen voor hun antimoslimagenda, zegt Kyaw Win. “De campagne is nog maar net begonnen, en we zien nu al een toename van haatzaaiende berichten. En dat komt vanuit alle hoeken: gewone burgers, militairen, oppositiepolitici en medewerkers van Aung San Suu Kyi’s regerende partij.”

Kyaw Win en zijn team zien bovendien nog regelmatig vijandelijke berichten voorbijkomen die niet worden verwijderd. “Het gaat nu beter dan in 2017, maar ik betwijfel of de Facebook-redacteuren wel weten wat haatboodschappen werkelijk zijn. Natuurlijk, het is moeilijk om alles te controleren. Maar er moet een beter toezichtsysteem komen.”

Ook Matthew Bugher, Azië-directeur van Article 19, een organisatie die zich inzet voor vrije meningsuiting, zegt dat Facebook het nu beter doet dan drie jaar geleden. Toch maakt ook hij zich zorgen. “Het blijft een groot probleem. Dezelfde soort retoriek als in 2017, waarbij werd opgeroepen tot geweld, doet nog steeds de ronde. We willen dat Facebook veel meer doet om haatpropaganda te stoppen. En dat men transparanter is over waarom iets wel of niet wordt verwijderd.”

Lees ook:

Hoe Gambia Myanmar voor het Internationaal Gerechtshof wil slepen

Gambia heeft bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een zaak aangespannen tegen Myanmar vanwege de bloedige verdrijving van honderdduizenden leden van de islamitische Rohingya-minderheid.