Terug naar de krant

‘Verkrachting als oorlogsmisdaad blijft veel te vaak onbestraft'

Leeslijst interview

Christina Lamb Verkrachting als oorlogswapen tegen vrouwen is zo oud als de geschiedenis. Bestraffing blijft uit, ziet de Britse journalist Christina Lamb, die wereldwijd slachtoffers interviewde.

Leeslijst

Jezidi-tienermeisjes die met een lege blik in de ogen details deelden over hun bestaan als seksslavin in het kalifaat van Islamitische Staat. Nigeriaanse scholieren die werden ontvoerd door Boko Haram. Naar Bangladesh gevluchte Rohingya-vrouwen die vertelden hoe zij in Myanmar door ordetroepen hun huizen uit waren gesleurd en in de velden verkracht, vaak voor de ogen van familieleden.

Met deze verhalen van vrouwen in conflictgebieden vulde de Britse journalist Christina Lamb jarenlang haar notitieboekjes. Na ruim dertig jaar als correspondent moest ze concluderen dat hoe gruwelijk ook, de ervaringen van slachtoffers van verkrachting en ander seksueel geweld zelden leiden tot bestraffing. Ze onderzocht die straffeloosheid in het boek Our Bodies, Their Battlefield, dat leest als een aanklacht. Het boek, dat begin deze maand in vertaling uitkwam, „ontstond uit woede over het gebrek aan gerechtigheid”, vertelt ze vanuit haar woning in Londen.

Lamb beschrijft verkrachting als „het goedkoopste oorlogswapen”, effectief bovendien. Het wordt ingezet ter bestraffing of vernedering, om bevolkingsgroepen te verjagen uit een gebied of zelfs te vernietigen, als onderdeel van etnische zuivering. „Omdat verkrachting als iets schaamtevols wordt gezien, en je het aan de buitenkant niet ziet, is het lastig cijfers te achterhalen. Terwijl het levenslange trauma’s veroorzaakt”, legt ze uit. Vrouwen worden vaak dubbel slachtoffer door het stigma dat met seksueel geweld gepaard gaat.

Lees ook De ‘vergeten kinderen’ van de Bosnische oorlog
Jelena Cajic (27) verzamelde tijdens haar jeugd langzaam de puzzelstukjes van haar moeders trauma en haar eigen afkomst.

Volgens Lamb werd het onderwerp nog gebagatelliseerd toen zij in 2014 aan haar onderzoek begon. „‘Tja, verkrachting is erg, maar het is van alle tijden’, hoorde ik dan vaak. Dat klopt, denk maar aan teksten en toneelstukken uit de oudheid over geroofde vrouwen. Maar gek genoeg kon ik er geen veelomvattend historisch overzicht van vinden.” Verontwaardigd: „Het is uit de geschiedenis gelaten.”

Het is van alle tijden, maar weggelaten uit de geschiedenis

Vijf jaar lang bezocht Lamb slachtoffers, van Argentinië tot Rwanda en van Irak tot Spanje. Ze sprak vrouwen die als seksslavinnen werden gehouden in de Tweede Wereldoorlog; maar ook jezidi-vrouwen van wie de verhalen in 2017 naar buiten kwamen. „En het gebeurt nu ook”, benadrukt Lamb hoofdschuddend. De verontwaardiging die op het scherm van haar gezicht is af te lezen, klinkt via de wat krakerige verbinding door in haar stem. „Ik las net nog over geweld tegen vrouwen in de Tigray-regio in Ethiopië. En vrouwelijke demonstranten in Wit-Rusland worden belaagd in de gevangenis.”

Hoe komt het dat in conflict na conflict vrouwen slachtoffer worden van deze vorm van gericht geweld? Lamb: „Omdat het kán. Verkrachting is een oorlogsmisdaad die nog altijd zelden wordt opgenomen in strafdossiers of aanklachten. Zelfs als daders, zoals IS’ers of leden van Boko Haram, wel gepakt zijn.”

Verkrachting wordt gezien als bijzaak, betoogt Lamb, terwijl toch al ruim een eeuw regels en conventies tegen deze vorm van geweld bestaan. In 1919 werden tijdens de Vredesconferentie in Parijs gevallen van verkrachting en gedwongen prostitutie tijdens de Eerste Wereldoorlog tot oorlogsmisdaad bestempeld. Het had weinig effect op de daaropvolgende conflicten. In 1998 werd verkrachting als oorlogsmisdaad opgenomen in het internationaal verdrag dat de basis vormt van het Internationaal Strafhof (ICC). In 2008 nam de VN-Veiligheidsraad unaniem een resolutie aan waarin een einde werd geëist aan seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes in oorlogen.

Maar strafzaken, of veroordelingen, zijn er weinig. In 2019 veroordeelde het Strafhof de Congolese rebellenleider Bosco Ntaganda voor onder andere zes aanklachten van seksueel geweld, maar in die zaak loopt het hoger beroep nog. Onlangs veroordeelde het hof ook de Oegandees Dominic Ongwen, ex-kindsoldaat en commandant van het Verzetsleger van de Heer (LRA) voor onder meer verkrachting en de uitbuiting van vrouwen als seksslaaf. Dat laatste was de eerste veroordeling daarvoor door het hof, dat sinds 2002 bestaat.

Lees ook Congo wil niet bekendstaan om verkrachtingen
Congolezen in Beni, een stad in de provincie Noord Kivu waar het aantal verkrachtingen lijkt te zijn afgenomen.

Erkenning

Gerechtigheid kan volgens de journalist evenwel ook buiten de rechtszaal plaatsvinden. Niet elke vrouw wil of kan tegenover haar verkrachter staan in de rechtbank. Vaak blijft zelfs erkenning uit, terwijl alle vrouwen die Lamb sprak „vertelden over het belang van erkenning van hun trauma”, zegt ze. Zo is op de Filippijnen tachtig jaar na dato nog altijd nergens een monument te vinden voor de vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Japanse bezetter werden verkracht. Nog altijd ook worden deze vrouwen eufemistisch ‘troostmeisjes’ genoemd - „een term die zij zelf verschrikkelijk vinden”.

In 2018 ging de Nobelprijs voor de Vrede naar de Congolese gynaecoloog Denis Mukwege en de Iraakse jezidi-vrouw Nadia Murad, die beiden de aandacht vestigen op het thema en zich inzetten voor slachtoffers.

„Hun werk is ontzettend belangrijk”, beaamt Lamb. Ze sprak voor haar boek ook hulpverleners, naar wiens verhalen ze snakte als verlichting tijdens haar onderzoek. „Helaas worden de inspanningen niet genoeg gesteund door de internationale politiek. Er bestaat zelfs geen overkoepelende organisatie om slachtoffers bij te staan.”

Rohingya-vluchtelingen in tijdelijke opvang in noordelijk Atjeh, in Indonesië in juni vorig jaar (rechts).
Foto Hotli Simanjuntak / EPA

Zelf heeft Lamb bijna het gevoel dat zij zich moet verontschuldigen voor de zware kost in het boek, vertelt ze. „Maar weet je, ik schrijf over zulke zaken omdat ik hoop dat er meer tegen wordt gedaan. Ik merkte ook dat de geïnterviewde vrouwen zich minder alleen voelden. Ik hoop dat het boek dat effect ook kan hebben voor andere slachtoffers.”

Lamb vertelt over Argentinië, waar ze een vrouw portretteerde die in de jaren zeventig als politiek actieve twintiger werd opgepakt door de geheime dienst van de junta. De Argentijnse werd daarna door een kapitein vastgehouden in martelcentra, maar ook onder dwang naar chique etentjes en familiebezoeken meegevoerd. „Toen deze Graciela hoorde over de jezidi-vrouwen, zei ze: ‘We hebben precies hetzelfde meegemaakt, al zaten zij in de woestijn in Irak en Syrië, en werd ik opgesloten in het centrum van Buenos Aires’. Dat zulke geschiedenissen zich over de hele wereld en tot in de 21ste eeuw herhalen, zouden we allemaal schokkend moeten vinden.”

Lees ook een uitgebreide beschouwing over de historische zaak tegen Dominic Ongwen
Een ontheemdenkamp in Oeganda na een aanval door de LRA in 2004.
Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 8 maart 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in