Groeiend protest tegen 50% btw verhoging

foto R. Vellekoop

In het najaar van 2018 zal de verhoging van het lage BTW tarief van 6 procent naar 9 procent aan de orde komen. De eerste protesten tegen deze ingrijpende belastingverhoging die elke consument raakt zijn voorzichtig. Bloemisten zijn nu ook een actie gestart, op 16 mei de ‘Pluk-me-niet-actie’. Welke producten worden duurder als deze verhoging daadwerkelijk ingevoerd wordt?

BTW

De omzetbelasting wordt in rekening gebracht door ondernemers aan de consument met een tarief van 6 procent of 21 procent. Deze belasting verhoogt de prijs van het produkt voor de consument, vandaar de term Bruto Toegevoegde Waarde. De in rekening gebrachte BTW moet door de ondernemer later aan de belastingdienst worden afgedragen. In feite heft de ondernemer voor de overheid belasting. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Inkomstenbelasting die afhankelijk is van de hoogte van het inkomen en daardoor een bepaalde inkomensgroep treft, raakt de BTW iedere consument.

Op dit ogenblik lopen er twee acties. Een petitie campagne van onder andere een aantal politieke partijen die al meer dan 90.000 handtekeningen heeft opgeleverd Geen BTW-verhoging  en de Pluk-me-niet-actie van de bloemisten via het MKB.

Voor consumenten betekent de BTW-verhoging dat heel veel producten, met name eten en drinken 2,8 % duurder worden.

Op 16 mei organiseert VBW een ludieke ‘Pluk-me-niet-actie’, om het thema BTW-verhoging op de politieke agenda te krijgen.

Pal voor de ingang van de Tweede Kamer is een Pluktuin van 400 m2 aangelegd voor vooral politici. Voor een gesprek, het tekenen van de petitie tegen de BTW-verhoging en een Pluk-me-niet-boeket. Daarnaast is ’s morgens het grootste Pluk-me-niet-boeket gemaakt en overhandigd aan mevrouw Isabella Biks, voorzitter van de vaste Kamercommissie van Economische Zaken en Klimaat. Daarbij is het rapport ook gepresenteerd en overhandigd, waar via onderzoek is gebleken dat een BTW-verhoging dramatische gevolgen heeft voor de bloemist. Zij verwachten dat vijftien procent van de bloemisten door de prijsverhoging zijn bedrijf zal moeten opgeven.

Op 6 juni spreekt VBW, samen met MKB NL, met het Ministerie van Financiën over de BTW, om daarmee nog meer input te geven aan dit probleem.

Goederen belast met 6% en straks met 9%

    • 1. eet- en drinkwaren

    • 2. granen en peulvruchten

    • 3. pootgoed bestemd voor de teelt van groenten en fruit;

    • 4.rundvee, schapen, geiten en varkens

    • 5. Geneesmiddelen

    • 6. diergeneesmiddelen

    • 8. verbandmiddelen

    • 9. water;
    • 10.kunstvoorwerpen

    • 11. boeken en periodieken;

    • 12. invalidewagentjes en invalidekrukken; sta-opstoelen; hooglaagbedden;
    • 13. kunstledematen, kunstogen, -oren en -nieren; aangezichts-, borst-, neus- en larynxprothesen; chirurgische implanteringsprothesen; hart- en spierstimulatoren; gehoorapparaten, orthopedisch schoeisel;

    • 14. meetapparatuur en toebehoren voor de zelfdiagnose van de stollingstijd van bloed; medicijnvernevelaars; katheters;

    • 15. land- en tuinbouwzaden voor zover dienende voor de teelt van de in deze tabel genoemde produkten en oliehoudende zaden;

    • 16. rondhout;

    • 17. stro en veevoeders;

    • 18. vlas;

    • 19. wol, ruw en ongewassen;

    • 20. sierteeltprodukten, te weten: bloembollen, bloemen, planten en boomkwekerijprodukten;

  • b.

    • 1. het geven van gelegenheid tot sportbeoefening en baden;

    • 2. het repareren van fietsen;

    • 3. het repareren van schoeisel en lederwaren;

    • 4. het herstellen en vermaken van kleding en huishoudlinnen;

    • 5. de diensten die door kappers als zodanig worden verricht;

    • 6. het schilderen en stukadoren van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming;

    • 7. Het vervoer van personen per schip, besloten busvervoer, openbaar vervoer en taxivervoer

    • 8. het geven van gelegenheid tot kamperen

    • 9. het verstrekken van logies binnen het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf

    • 10. het verstrekken van voedingsmiddelen als bedoeld in post a 1, voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf;

    • 11. het verlenen van toegang tot:

      • a. circussen;

      • b. dierentuinen;

      • c. openbare musea of verzamelingen

      • d. muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen

      • e. bioscopen

      • f. sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke;

      • g. attractieparken, speel- en siertuinen

    • 12. de diensten van exploitanten van reizende inrichtingen voor vermaak op kermissen;

    • 13. het optreden door uitvoerende kunstenaars;

    • 14. het aanbrengen van op energiebesparing gericht isolatiemateriaal aan vloeren, muren en daken

    • 15. het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden binnen woningen.