Academia.eduAcademia.edu
Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) ALFONS BRUEKERS STRABO | Stichting Regionaal Archeologisch BodemOnderzoek Ospel 2020 1 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Auteursrecht en beeldrecht Overname van deze rapportage, gedeeltelijk of geheel, via welk analoog of digitaal medium dan ook, is zonder voorafgaande toestemming niet toegestaan. Citeren of verwijzen mag uiteraard volgens de gebruikelijke conventies en dus slechts met duidelijke bronvermelding. De illustraties in dit rapport zijn beeldrechtelijk beschermd en de makers en/of rechthebbenden, voor zover bekend, worden in de fotobijschriften vermeld. Droits d'auteur et droits à l'image La reproduction de ce rapport, en tout ou en partie, via tout support analogique ou numérique, n'est pas autorisée sans autorisation préalable. La citation ou la référence est bien sûr autorisée selon les conventions habituelles et donc uniquement avec une référence claire à la source. Les illustrations de ce rapport sont protégées par le droit d'auteur et les créateurs et / ou titulaires de droits d'auteur, pour autant qu'ils soient connus, sont mentionnés dans les légendes des photos. Copyright and image rights Reproduction of this report, in whole or in part, via any analogue or digital medium, is not permitted without prior permission. Quoting or referring is of course allowed according to the usual conventions and therefore only with a clear reference to the source. The illustrations in this report are protected by copyright and the makers and / or copyright holders, as far as known, are mentioned in the photo captions. Urheber- und Bildrechte Die vollständige oder teilweise Vervielfältigung dieses Berichts über ein analoges oder digitales Medium ist ohne vorherige Genehmigung nicht gestattet. Zitieren oder Verweisen ist selbstverständlich nach den üblichen Konventionen und daher nur unter eindeutiger Quellenangabe gestattet. Die Abbildungen in diesem Bericht sind urheberrechtlich geschützt und die Urheber und / oder Urheberrechtsinhaber werden, soweit bekannt, in den Bildunterschriften erwähnt. Alfons Bruekers STRABO | Stichting Regionaal Archeologisch BodemOnderzoek Kreijel 4 6035 SG OSPEL 2 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Opgedragen aan Germaine l’Herbier-Montagnon (1895-1986) Chef de Mission Franco-Alliée de Recherches des Aviateurs Disparus, Croix-Rouge Française in Parijs en Jo (J.W.H.) Janssens (1911-2003) kapelaan en jeugdmoderator van de St. Lambertusparochie in Nederweert Hun initiatief, doorzettingsvermogen, samenwerking en collectievorming legden in 1946 de basis voor het tot de dag van vandaag herdenken van de omgekomen vliegtuigbemanningen in de Peel. ∞ Dédié à Germaine l’Herbier-Montagnon (1895-1986) Chef de mission Franco-Alliée de Recherches des Aviateurs Disparus, Croix-Rouge Française à Paris et Jo (J.W.H.) Janssens (1911-2003) aumônier et modérateur des jeunes de la paroisse St. Lambertus à Nederweert En 1946, leur initiative, leur persévérance, leur coopération et la construction de collections ont jeté les bases de la commémoration des équipages disparus dans le Peel. ∞ Dedicated to Germaine l’Herbier-Montagnon (1895-1986) Chef de Mission Franco-Alliée de Recherches des Aviateurs Disparus, Croix-Rouge Française in Paris and Jo (J.W.H.) Janssens (1911-2003) chaplain and youth moderator of the St. Lambertus parish in Nederweert In 1946, their initiative, perseverance, cooperation and collection building laid the foundation for the commemoration of the perished aircraft crews in the Peel. ∞ Gewidmet: Germaine l'Herbier-Montagnon (1895-1986) Chef de Mission Franco-Alliée de Recherches des Aviateurs Disparus, Croix-Rouge Française in Paris und Jo (J. W. H.) Janssens (1911-2003) Kaplan und Jugendmoderator der Pfarrei St. Lambertus in Nederweert Ihre Initiative, ihr Durchhaltevermögen, ihre Zusammenarbeit und ihr Sammlungsaufbau legten 1946 den Grundstein für das Gedenken an die umgekommenen Flugbesatzungen in der Peel. 3 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Voorwoord Deze publicatie is een uitgave van de Stichting Regionaal Archeologisch Bodemonderzoek (STRABO), te Nederweert-Ospel die zich ten doel stelt oud(-er) archeologisch en cultuurhistorisch onderzoeksen vondstenmateriaal te documenteren en te ontsluiten voor wetenschappelijk onderzoek en algemeen publiek. De rapportage is het 53e deel uit de serie (digitale) publicaties in de serie ‘Rapportage Archeologisch Onderzoek (…)’ van STRABO. Het is de tweede uitgave in een serie die specifiek handelt over vliegtuigcrashes in Nederweert en omgeving. De eerste verscheen in 2019 en bespreekt het archeologisch/historisch onderzoek naar de crash van de Halifax JB845 in 1943 aan de Colusdijk in Nederweert. Het nu verschenen rapport heeft een tweetal simultane Halifax-crashes uit februari 1945 als onderwerp van onderzoek. Het onderzoek in archieven, particuliere collecties en ‘te velde’, alsmede het afnemen van interviews met betrokkenen werd uitgevoerd in de periode 2012-2019. Het schrijven van de rapportage vond plaats in het tweede halfjaar van 2019. Publicatie volgde in januari 2020. Een speciaal woord van dank aan Johan Bloemers van de Stichting Luchtoorlog 1939-1945 (te Nederweert) voor het delen van zijn archeologische waarnemingen van een crash site in Nederweert en de determinatie en fotografie van de daar gevonden objecten. De combinatie van zijn vondsten te velde en mijn archiefvondsten leidde tot een onverwacht maar spectaculair resultaat in deze studie. Verder een woord van dank aan de archiefmedewerkers van het gemeente-archief in Nederweert (Peter Witlox), het Erfgoedhuis Weert (Will Schlenger en Theo Schers), het gemeente-archief van Venlo (Frans Hermans), het Nationaal Archief in Den Haag (Eline Wildenbeest en René Janssen), het Koninklijk Huisarchief in Paleis Noordeinde in Den Haag (Gertrude Weel-de Raad), het gemeentearchief van de gemeente Peel en Maas (Toos Wilms), de Aircraft Research Group Achterhoek ARGA (Karl Lusink) en de baliemedewerkers van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven voor hun bijzondere service-gerichtheid, zoekwerk en adviezen. Dat geldt ook voor Jos Jonkers jr., Siem Peters jr., Henk Roemen en Jeroen Koppes die ik bedank voor het beschikbaar stellen van documenten en foto’s uit hun privé-archieven. Verder de Stichting Geschiedschrijving Nederweert voor toegang tot hun omvangrijke collectie historische documentatie en beeldmateriaal zoals het archief van kapelaan Janssens, diverse oorlogsdagboeken en het archief van het plaatselijke Oorlogsgravencomité. Ook de medewerking van diverse informanten en ooggetuigen was onontbeerlijk. Vijfenzeventig jaar na dato zijn er nog maar weinigen die het verhaal uit eigen waarneming kunnen navertellen, zoals Gerard Kluijtmans uit Nederweert en zegsman “L.” uit Weert. En ook dan blijkt het menselijk geheugen weerbarstig. Vele anderen, waaronder enkelen die in de loop van dit jarenlange onderzoek het tijdelijke voor het eeuwige wisselden, worden in het notenapparaat genoemd en bedankt voor hun directe en indirecte medewerking. Vanwege de internationale belangstelling voor het onderwerp van de vliegtuigcrashes van de Halifax NA197 L8-H en de NA260 L8-G, is in dit document een uitgebreide meertalige samenvatting opgenomen. Ce document contient un resumé et des conclusions en français This document contains summary and conclusions in English Dieses Dokument enthält Zusammenfassung und Schlussfolgerungen auf deutsch 4 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 4 Eerder onderzoek Aanleiding Doelstelling Afbakening Opbouw Georeferentie 7 7 10 10 11 11 11 2. Relaas van de crash van de NA197 2.1 Raid op Goch 2.1.1 Bemanning van de NA197 2.1.2 Bommenlast 2.1.3 Luchtgevecht boven de Peel 2.2 Getuigenissen van de overlevenden 2.3 Getuigenissen van waarnemers 2.3.1 Dagboek van Jean Bruekers 2.3.2 Ontmoeting met Kees Roggeveen 2.3.3 Herinneringen van Frans Smits 2.3.4 Betrokkenheid van Sjef de Bruin 2.3.5 Onderzoek van de Marechaussee 2.3.6 Aantekeningen van Willem Lenaers 2.3.7 Herinneringen van Gerard Kluijtmans 2.3.8 Dagboek van Herman Crompvoets 2.3.9 Memoires van Jan van Eijk 2.4 Krantenartikelen 13 13 3. Onderzoek van 1945 3.1 Hoofdpersonen 3.1.1 Germaine l’Herbier-Montagnon (1895-1986) 3.1.2 Prinses Nicole Murat-de l’Espée (1898-1985) 3.1.3 Gravin du Monceau de Bergendal (1903-2000) 3.1.4 Jo Janssens (1911-2003) 3.1.5 Sjef Jonkers (1915-1990) 3.2 Expeditie naar de crash site 36 36 4. Eerste herdenkingsplechtigheid (februari 1946) 54 5. Plaatsing van het herdenkingskruis (april 1946) 45 6. Bezoek van nabestaanden (1947-1948) 6.1 Ouders van Paul le Mitouard 6.2 Moeder van Jean Bagot 66 66 66 7. Onderzoek van 1951 68 8. Plannen voor een definitief monument 70 19 21 35 41 5 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 9. Localisatie van de crash site van de NA197 9.1 Tekstuele bronnen 9.2 Kartografische bronnen 9.3 Inslagkrater 9.4 Archeologisch onderzoek (2015) 9.5 Discussie 72 72 75 79 82 84 10. Een ‘Dubbelcrash’ van de NA197 en de NA260? 10.1 Waarnemingen van ooggetuigen 10.1.1 Albert Brillard 10.1.2 Gustave Stanislav 10.1.3 Bemanning van de KB761 10.1.4 Marechausse van Asten 10.1.5 Gerard Kluijtmans 10.1.6 Jean Bruekers 10.1.7 Frans Smits 10.1.8 Andreas Crompvoets 10.1.9 Jan van Eijk 10.1.10 Synthese 10.2 Latere interpretaties 10.3 Ruimte voor twijfels 10.4 Aanwijzingen voor een alternatieve theorie 10.4.1 Uitkijkpost St. Martinustoren Weert 10.4.2 Dagboek Piet Linssen 10.4.3 Politierapporten 10.5 Crashes in en om het Weerterbos 10.6 Vondst van een onbekende Halifax 10.7 Een ‘smoking gun’? 10.8 Gevolg 86 87 11. Reconstructie: de drievoudige luchtramp van 7 februari 1945 11.1 Kat- en muisspel 11.2 Luchtgevechten 11.3 Een extra waarneming 11.4 Wie is wie? 11.5 Tijdlijn 11.6 Synthese 11.7 Verschil in aandacht 122 122 124 125 126 127 127 131 12. Conclusies Conclusions (en français) Conclusions (in English) Schlossfolgerungen (auf Deutsch) 132 133 134 135 13. Samenvatting Resumé (en français) Summary (in English) Zusammenfassung (auf Deutsch) 136 139 142 145 Bijlage 1 Correspondentie van en met particulieren (1945-1951) 148 Bijlage 2 Correspondentie van en met instanties (1945-1951) 172 93 97 99 104 107 119 121 6 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 1. STRABO Inleiding In het Brabants-Limburgse grensgebied zijn er maar weinig vliegtuigcrashes uit de Tweede Wereldoorlog waarover zoveel gepubliceerd is als over – wat vooral in de recente literatuur als benaming heeft gekregen – de ‘dubbelcrash van 1945’. Het betreft hier de vrijwel gelijktijdige crash van twee geallieerde bommenwerpers van het type Handley Page Halifax MkIII, respectievelijk de NA197 L8-H en de NA260 L8-G (hierna kortheidshalve NA197 en NA260 genoemd) van het 346 Squadron ‘Tunesie’ van de R.A.F. De beide vliegtuigen hadden een Franse bemanning, waarvan de meeste inzittenden verongelukten. De NA260 wordt vaak verondersteld in de lucht boven de Astense Peel ontploft en ‘mysterieus verdwenen’ te zijn. De NA197 crashte op de grond in de Veluwepeel, met zijn bommenlast een immense inslagkrater veroorzakend. 1.1 Eerder onderzoek In de in boeken en media verschenen aandacht voor de crash van de NA197 zijn globaal drie fasen te onderscheiden: de periode 1945-1951, het tijdvak 1987-1989 en de periode 2012-2020. De eerste fase start met de publicatie over de crash van de NA197 die nog in dat rampjaar 1945 zelf verschijnt in het Franse luchtvaarttijdschrift Aviation Française van de hand van Germaine l’Herbier van het Franse Rode Kruis.1 In 1946 vinden twee herdenkingsplechtigheden plaats en tot 1951 staat er een gedenkteken op de crashsite, dat door ontginningsactiviteiten het veld moet ruimen. Daarna blijft het heel lang stil, tot de tweede fase aanbreekt. Een van de eerste uitgebreidere beschrijvingen van de crash van de NA197 verschijnt in 1987. Huub Janssen wijdt dan in zijn artikel over kruisen en kapellen in Nederweert veel aandacht aan de crash en het herdenkingskruis in de Peel.2 Het is Frans Smits, oud-bedrijfsleider van de veenderij van Maatschappij Griendtsveen, die er in hetzelfde jaar 1987 in zijn memoires over schrijft en daar ook de latere herdenkingsbijeenkomst bij betrekt.3 Voor een deel baseert Smits zijn postume verhaal op eigen waarnemingen en voor een ander deel op krantenberichten en informatie van kapelaan Janssens uit Nederweert (een sleutelfiguur uit dit dossier, zoals we nog zullen zien). Het werk van Smits wordt twee jaar later, in 1989 dus, rijkelijk gecopieerd in het boek van Hoefnagels en Maas over de bevrijding van Asten, Heusden en Ommel.4 Paradoxaal genoeg wordt het werk van Hoefnagels en Maas vaker geciteerd dan dat van Smits, en dat is eigenlijk onverdiend. Vanaf 2012 komt de belangstelling in een stroomversnelling door belangstelling van nabestaanden van de Franse vliegeniers. Met name in die derde periode (2012-2020) is er in de provincie NoordBrabant buitengewoon veel verdienstelijk werk geleverd door zowel professionele onderzoekers als lokale amateurs als het gaat om het onderzoek naar de crash van de NA197. Waarbij (en overigens ook pas dán) de focus zich uitbreidt van NA197 naar de combinatie van NA197 en NA260. Hierbij moeten o.a. genoemd worden onderzoekers als Rien Wolfs, Gerard Jeuken, Martien van Bussel, Piet Snijders, Joop Hendrix, A.J. van Lingen en enkele anderen. De beste maar nog steeds summiere overzichtspublicatie over de ‘dubbelcrash’ is het artikel van Jeuken en Wolfs, ‘Een nacht vol dood boven de Peel’, uit 2015.5 In 2018 verschijnt een (digitaal) artikel van Joop Hendrix dat met name Germaine l’Herbier, La Fin du N.A. 197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. 2 Huub Janssen, Kapellen, Kruisen en andere uitingen van volksvroomheid in de gemeente Nederweert, in: (Alfons Bruekers, red.) Nederweerts Verleden, De kerk in het midden (Nederweert 1987) p.40. 3 Frans Smits, Mijn leven in de Peel (red. Jos Pouls), (Meijel 1987), p.148. 4 T. Hoefnagels en T. Maas, Gevels zonder vlag: Asten-Heusden-Ommel 1940-1945 (Asten-Someren 1989). 5 Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in: In Brabant, tijdschrift voor Brabants heem en erfgoed, (6) 2015 nr. 1 p.10-19. Helaas is de annotatie nogal summier, zodat de controleerbaarheid lastig is. 1 7 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO focusseert op de vondst van metalen objecten die in de voorafgaande jaren in het gebied de Veluwepeel onder Asten dankzij metaaldetectie aan het licht zijn gekomen. Daarmee voegt Hendrix een belangrijk en voorheen ontbrekend aspect aan het onderzoek toe en dat zijn de verkenningen in situ.6 Verder zijn er (bijna teveel om op te noemen) recente internetbronnen te vinden in zowel Nederland als Frankrijk waarbij de informatie over de crash (zij het rijp en groen) slechts een paar muisklikken verwijderd is en bovendien ook nogal fluïde lijkt.7 Positief uitgedrukt: allemaal een bewijs van de explosieve toename van de belangstelling voor dit stuk lokale oorlogsgeschiedenis. De meest recente publicatie is het prachtige verzorgde boek ‘Death Valley De Peel’ dat in de vorm van een oorlogsverhalenbundel in 2019 verschijnt maar waarop – althans waar het de Limburgse gegevens daaruit betreft – hier en daar wel wat af te dingen valt.8 Los van deze fasering komen kortere beschrijvingen van de crashes voor in verzamelwerken van Zuidnederlandse onderzoekers, zoals L. Zwaaf uit Malden (1976) en K. in ’t Zandt uit Blerick (jaren ’80). Zwaaf is de eerste auteur waarbij de crashes van de NA197 en NA260 (ten onrechte) door elkaar lopen maar dat lijkt een eenmalige documentatiefout. Hij publiceert in 1976 een overzicht van de crash van 7 februari, waarbij hij zowel bemanningsleden van de NA197 (Bagot en Pelliot) als van de NA260 (Berdeaux) als inzittenden van één en hetzelfde vliegtuig beschouwd. 9 In de studie die nu voor u ligt wordt meerdere malen gedemonstreerd, net zoals dat eerder al kon worden vastgesteld in mijn onderzoek naar de Halifax-crash van 3 april 1943 in NederweertColusdijk, dat het menselijk geheugen zo’n 75 jaar na dato vluchtig is en dat terugvallen op de primaire bronnen, uit de tijd dus, een noodzakelijkheid is om feit van fictie te scheiden.10 Zo er al een punt van kritiek op al het verrichte en indrukwekkende Brabantse onderzoek geleverd mag worden, dan betreft dat de geografische inperking van dat onderzoek. Want hoewel de feitelijke crash site van in elk geval de NA197 zich op Noordbrabants grondgebied in de gemeente Asten bevindt, speelt een deel van het voorafgaande spectaculaire luchtgevecht zich op Limburgs gebied af. Dat geldt ook voor het onderzoek dat na de ramp werd uitgevoerd. Bovendien spelen diverse personen uit de Limburgse grensgemeente Nederweert een belangrijke rol tijdens en na de crash. Dat geldt Joop Hendrix, Halifax “NA 197” crash in Asten 07-02-1945, https://bhic.nl/media/document/file/halifaxna197-crash-asten-3-.pdf. 7 Zie bijvoorbeeld: https://www.airwar4045.nl/. https://www.luchtoorlog.net/hoofdstuk9.0.html. http://www.nimh.nl/nl/images/1945%20sec_tcm5-7286.pdf. http://ww2talk.com/forums/topic/27737-crash-halifax-iii-na-260-347sq-07-02-1945/. http://www.rhc-eindhoven.nl/artikel/1345/Fransen-crashen-in-de-Peel. https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/genevieve-bordier-zocht-haar-leven-lang-naar-vader-maurice. https://www.visitbrabant.com/nl/wat-te-doen/brabant-remembers. https://bhic.nl/media/document/file/halifax-na197-crash-asten-3-.pdf. https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/dubbelcrash-franse-halifaxes-op-de-veluwepeel. http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html. http://www.geschiedenishelmond.nl/artikel/1345/Fransen-crashen-in-de-Peel. https://liberationroute.nl/the-netherlands/pois/a/a-cross-in-th-peel (de spelfout in de hyperlink is blijkbaar intentioneel). 8 Piet Snijders, Death Valley De Peel. Dramatische oorlogsverhalen rond de 75e herdenking van de bevrijding (Asten 2019). 9 L. Zwaaf, De Luchtoorlog 1940-1945, om en nabij ‘De Grote Peel’. Een verzameling vliegtuig-crashes (Malden 1976). Een exemplaar bevindt zich in het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven. Deze studie bevat veel slordigheden en omissies. De veel betere en rijker gedocumenteerde collectie van J. in ’t Zandt uit Blerick wordt bewaard in het gemeente-archief van Venlo (Overige Verzamelingen nr. 47) en is op datum en locatie ontsloten maar is inmiddels sterk verouderd wegens het beschikbaar komen van nieuwe gegevens. 10 Zie mijn vergelijkbare artikel: Alfons Bruekers, Rapportage archeologisch onderzoek Nederweert-Colusdijk crash Halifax JB845 in 1943 (1983-1985). STRABO (2019). 6 8 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO bijvoorbeeld voor de Ospelse turfsteker Sjef de Bruin, de Nederweerter kapelaan Jo Janssens en de plaatselijke commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten (voorheen Ordedienst) Kees Roggeveen. Ook hebben inwoners uit Nederweert en Weert dagboekaantekeningen nagelaten over de crash met daarin belangrijke detailinformatie over de ongelukken en de afhandeling. Fig. 1. Ligging van de crash site van de NA197 (rode stip) in de gemeente Asten (N.Br.). Ondergrond: www.afstandsmeten.nl. De al genoemde geestelijke Janssens is ook de initiatiefnemer van de door hem op bijna theatrale manier georchestreerde eerste herdenkingsactiviteit van de crash op Goede Vrijdag 1946 met een daadwerkelijke ‘kruistocht’ en de plaatsing van een herdenkingskruis. In dat kader bouwt hij een redelijk grote collectie documentatie op.11 Al met al is er zo in de loop der jaren ook aan Limburgse zijde een hoeveelheid bronnenmateriaal ontstaan, die tot op heden niet of nauwelijks ontsloten is geworden. Ook door de beperktere toegankelijkheid ervan (een deel ervan bevindt zich in particuliere collecties) zal dit materiaal aan het oog van de eerdere onderzoekers onttrokken kunnen zijn geweest. Hoe dan ook, deze beperking heeft vanuit historisch-wetenschappelijk perspectief 11 Deze collectie bevindt zich in het archief van de Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 9 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO bezien geleid tot een aanzienlijke vernauwing van het blikveld. Door de focus van de Brabantse onderzoekers op alleen het Brabantse en enig Franse bronnenmateriaal van bovendien deels secundair karakter, bleven deze belangrijke Limburgse bronnen onbenut. Daarnaast zijn er door de Stichting Luchtoorlog 1939-1945 in de laatste jaren op Limburgs gebied ook archeologische waarnemingen verricht die een geheel nieuw perspectief introduceren. Fig. 2. Embleem van het Frans-Britse 347 Squadron waarvan de NA197 en NA260 deel uitmaakten. Foto: internet. 1.2 Aanleiding In 2019 vat de ‘Initiatiefgroep Herdenking Dubbelcrash 1945’ het loffelijke plan op om in de vorm van een gedenkteken en begeleidende publiciteit de beide bommenwerperbemanningen te gaan gedenken. Het oorspronkelijke plan is om dit in juni 2019 te doen. Om organisatorische redenen die samenhangen met de overbelaste aandacht van de Franse overheid voor de herdenking van D-Day in juni van dat jaar, wordt besloten om de officiële handelingen in Asten te verdagen naar februari 2020. Dat was eigenlijk nog een veel beter idee, omdat het dan precies 75 jaar na dato van de crash zou zijn en op die manier goed zou passen in de herdenkingsactiviteiten van 75 jaar bevrijding van Nederland.12 Parallel daaraan werkte ik zelf al enige jaren aan een onderzoek naar de Limburgse bronnen met betrekking tot de crash van de NA197. Dankzij de plannen van de Initiatiefgroep kreeg mijn onderzoek een impuls, namelijk om door middel van deze aanvullende informatie de gegevens voor de herdenkingsbijeenkomst van februari 2020 te verrijken en trachten te onderbouwen. 1.3 Doelstelling Zoals reeds opgemerkt is er door de intensieve Nederweerter betrokkenheid aan Limburgse zijde een grote hoeveelheid archivalische documentatie ontstaan. In de vorm van dagboeken, officiële onderzoeksrapporten, fotomateriaal, ooggetuigeverslagen, correspondenties en memoires. Uit alle nieuw-gepubliceerde informatie is een aantal nieuwe gezichtspunten te destilleren. Ook leidt die tot een omvangrijke verrijking, en soms ook verfijning en falsificering, van het eerder gepubliceerde materiaal. Met de publicatie van deze Nederweerter documenten dringt de analyse van de ramp een stuk verder door in de primaire bronnen en daardoor wordt zij vanuit wetenschappelijk oogpunt gezien krachtig aangezet. 12 Peelbelang, 10 mei 2019: Herdenking grootste vliegramp Asten uitgesteld tot crashdatum. 10 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Met die aanvulling, verrijking en verfijning, vanuit Limburgs perspectief en bovenal gefocusseerd op betrouwbare, primaire bronnen, is het meest in het oog springende doel van deze publicatie aangeduid. Het archeologische aspect – indachtig de titel van het rapport - betreft een nauwkeurige reconstructie van de fysieke locatie van de vliegtuigcrash(es) en het vondstenmateriaal in situ. Daarmee begeeft dit onderzoek zich op het grensvlak van archeologie en historisch onderzoek, omdat de zoektocht naar de locatie deels op kartografische maar zeker ook op papieren bronnen is gebaseerd. Met name op dat laatste terrein leidt dit tot een tweede doel en dat is de ontsluiting en publiek maken van veel ongepubliceerd archiefmateriaal uit de tijd van de crash en het onderzoek dat daar op volgde. 1.4 Afbakening Ook deze rapportage kent een bewuste focus, die ook al in de titel van deze publicatie tot uirtdrukking komt. Die focus impliceert dat we ons vooral concentreren op de crash van de NA197. Dáárop ligt het accent. Dat heeft voor het overgrote deel te maken met de beschikbaarheid van betrouwbare historische bronnen. Maar omdat de NA197 altijd beschreven wordt als onderdeel van een ‘dubbelcrash’ (met de NA260), is de scope breder gekozen en zal daaraan ook de nodige aandacht geschonken worden. Tenslotte worden de gebeurtenissen van de NA197 en NA260 ook nog in een breder perspectief geplaatst, namelijk dat van de luchtoorlog die in de nacht van 7 op 8 februari boven Nederweert en Asten plaatsvond. Die benadering zal blijken er toe te leiden dat het verhaal van de ‘Dubbelcrash’ een mythe is die op drijfzand berust. 1.5 Opbouw De opbouw van deze rapportage is zowel logisch als chronologisch opgezet. Hoofdstuk 2 geeft een feitenrelaas van de crash op 7 februari 1945. Hoofdstuk 3 geeft een relaas van het allereerste onderzoek naar de crash, dat reeds in datzelfde jaar werd uitgevoerd. De op instigatie van nabestaanden van de slachtoffers en van kapelaan Janssens in 1946 georganiseerde herdenkingsbijeenkomst en de plaatsing van een herdenkingskruis zijn onderwerp van hoofdstuk 4 en 5. In de eerste naoorlogse jaren krijgt de herdenkingslocatie belangstelling van Franse nabestaanden van de omgekomenen bij de crash. Die contacten komen aan bod in hoofdstuk 6. In het jaar 1951 vond aanvullend onderzoek naar de crash plaats op verzoek van het Nederlands Oorlogsgraven Comité en dat wordt beschreven in hoofdstuk 7. Na-oorlogse plannen voor een permanent herinneringsteken zijn er ook geweest maar die sterven een stille dood (hoofdstuk 8). Een nadere duiding van de exacte crashlocatie van de NA197, op zowel kartografische als tekstuele bronnen gebaseerd, is onderwerp van hoofdstuk 9. Vervolgens is hoofdstuk 10 te zien als een soort ‘bijvangst’ in de vorm van een analyse van het in de recente literatuur onstane beeld van de ‘Dubbelcrash’ en de veelbesproken relatie tussen de crash van de NA197 en die van de NA260. Nadat het beeld van de niet-bestaande ‘dubbelcrash’ in de Astense Peel is weggenomen, schets ik in hoofdstuk 11 een reconstructie van álle gebeurtenissen in de luchtoorlog boven Weert, Nederweert en Asten in de nacht van 7 op 8 februari 1945. Dat zal leiden tot de spectaculaire conclusie dat we niet te maken hebben met een dubbelcrash in Asten, maar met een drievoudig luchtongeluk dat leidde tot drie min of meer onafhankelijke vliegtuigcrashes in Asten, Nederweert en Lommel (B). In hoofdstuk 12, tenslotte, formuleer ik de samenvatting en conclusies van mijn onderzoek. Dit tevens in vertaling, om de resultaten beschikbaar te kunnen stellen aan de inmiddels groeiende internationale community die zich met de crashes in de Peel bezig houdt. 11 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO In de bijlagen volgt een omvangrijke hoeveelheid originele documenten, die vanwege hun historische bronkarakter zowel in regestvorm als integraal worden weergegeven. Het betreft correspondentie met nabestaanden (bijlage 1) en briefwisselingen met officiële instanties zoals het Franse Rode Kruis en het Nederlandse Oorlogsgraven Comité (bijlage 2). Als laatste nog een opmerking over de annotatie. Gekozen is voor voetnoten in plaats van eindnoten, om de opzoekbaarheid te verbeteren. Veel van de gepresenteerde informatie grijpt terug op de in de uitgebreide bijlagen gepresenteerde broninformatie in chronologische volgorde. Om het notenapparaat niet onnodig zwaar te maken, wordt daar slechts sporadisch naar verwezen, omdat de vindbaarheid vrij intuïtief werkt. 1.6 Georeferentie Ten behoeve van het georefereren van deze publicatie in de DANS-EASY-dataset van de Koninklijke Academie van Wetenschappen volgen hier de coördinaten van de crash site (inslagkrater) van de NA197. De coördinaten van de crash site van de NA260 worden wegens het nog niet voltooid zijn van het onderzoek ter plaatse en om ‘schatgraverij’ te voorkomen niet nader geduid. Tabel 1. Coördinaten vindplaats crash site NA197. GPS-coördinaten RD-coördinaten X 51.356145 183040 Y 5.789752 374182 12 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2. STRABO Relaas van de crash van de NA197 Het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt ingeleid door wat het Rijnlandoffensief is gaan heten. Dit is de verzamelnaam voor een vijftal militaire operaties (genaam Veritable, Grenade, Blockbuster, Plunder en Varsity) waarmee de verovering van het Duitse Rijnland en de oversteek van de Rijn beoogd waren. De eerste operatie, Veritable, start op 8 februari 1945. In de vooravond daarvan voeren de geallieerden hevige bombardementen uit op steden in het Rijnland, met name de steden Kleve en Goch die onderdeel vormden van de Duitse verdedigingslinie. Fig. 3. De geplande route van de NA197. Foto uit: Joop Hendrix, Halifax “NA 197” crash in Asten 07-02-1945. Originele bron is daarin helaas niet vermeld. De rode driehoek geeft de ligging van de Veluwepeel aan. 2.1 Raid op Goch Vanuit de militaire basis Elvington in Engeland stijgt in de vroege avond van 7 februari 1945 een groep bommenwerpers op. De luchtmacht bestaat uit 464 toestellen waaronder 292 Halifaxes, 156 Lancasters en 16 Mosquitos. Onderdeel van de raid zijn 15 vliegtuigen van het volledig Franse eskader 347 Squadron ‘Tunesie’ van de Free France Air Forces, waaronder de Halifax III NA197 L8-H en de NA260 L8-G. De NA260 stijgt op om 18.57 u (lokale tijd), de NA197 exact twee minuten later. Hun eindbestemming is Goch (D). De bombardementsvlucht wordt slechts gedeeltelijk voltooid. Nadat 155 vliegtuigen hun bommenlast hebben afgeworpen, een enorme schade veroorzakend, ontstaat er dusdanig veel rook boven Goch dat de overige vliegtuigen onverrichterzake moeten terugkeren, deels met de bommenlast nog aan boord.13. 13 M. Middlebrook en C. Everitt, The Bomber Command War Diary (1998), via: http://ww2talk.com/index.php?threads/french-aircrew-puzzel-halifax-iii-na197-crash-07-02-1945.51510/ 13 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 4 en 5. Links knipsel uit Voor Koning en Vaderland, 8 februari 1945. Bron: Delpher. Rechts: omslag van het boek over de raid getiteld: Goch 7. Februar – Erlebnisberichte und Notizen über den Untergang unserer Vaterstadt (uitgave 1960). Bron: internet. Een dagboekschrijfster, Lena genaamd met haar voornaam, schrijft kort na de raid op Goch op 9 februari 1945:14 Flugzeuge und Geschwader sausen durch die Luft”, bei Nacht flieht die Familie aus dem Zentrum des Gefechts am Niederrhein. “Wo ist man sicher, es gibt nur noch Überlebende und Tote, auf dem Weg sind wir, und zu wem gehören wir? Vliegtuigen en squadrons vliegen door de lucht. 's Nachts vlucht het gezin uit het midden van de strijd aan de Nederrijn. Waar ben je veilig, er zijn alleen nog maar overlevenden en doden, we zijn onderweg en bij wie horen we? Een 17-jarige Duitse jongeman schrijft in zijn dagboek:15 Der 7. Februar […] gegen 22 Uhr wurde der Himmel über Kleve und Goch fast taghell. In bunten Farben standen die „Christbäume“, die von sogenannten „Pfadfindern“ der RAF in ihren Mosquitos über beiden Städte gesetzt wurden, am Horizont und läuteten das unbeschreibliche Inferno des Untergangs dieser Städte ein. Stichflammen und explodierende Bomben blitzten in rasender Manier auf und eine Feuerwelle raste wie ein Orkan über beide Städte hinweg. Auch Emmerich, Weeze, Uedem und Kalkar wurden angegriffen und versanken - wie Kleve und Goch - in Schutt und Asche. Gegen Mitternacht folgte eine zweite Bomberwelle und als sich gegen 1 Uhr nachts der Feuerorkan legte, war der Himmel blutrot gefärbt. 324 schwere Bomber haben Kleve angegriffen und 1.384 t Spreng - und 16 t Brandbomben abgeworfen, 448 schwere Bomber griffen Goch an - ein Teil verflog sich - und warfen 464 t Spreng -und 8 t Brandbomben auf die todgeweihten Städte ab. 14 15 http://www.russland-kriegsgraeber.de/?p=163 https://www.ringelberg12.de/wp-content/uploads/2010/10/erlebnisbericht_jg.pdf 14 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 7 februari […] rond 22.00 uur werd de lucht boven Kleve en Goch bijna daglicht. De "kerstbomen", die door zogenaamde "padvinders" [pathfinders] van de RAF in hun Mosquitos boven beide steden werden geplaatst, stonden in felle kleuren aan de horizon en luidden de onbeschrijflijke inferno van de ondergang van deze steden in. Woedende steekvlammen en exploderende bommen flitsten en een golf van vuur stormde over beide steden als een orkaan. Emmerich, Weeze, Uedem en Kalkar werden ook aangevallen en zonken - net als Kleve en Goch - in puin en as. Rond middernacht was er een tweede golf bommenwerpers, en toen de vuurorkaan om ongeveer 01.00 uur doofde, was de lucht bloedrood. 324 zware bommenwerpers vielen Kleve aan en lieten 1.384 ton explosieven vallen - en 16 ton brandbommen, 448 zware bommenwerpers vielen Goch aan - sommigen verdwenen - en liet 464 ton explosieven en 8 ton brandbommen vallen op de gedoemde steden. Fig. 6. Beeld van de verwoestingen in Goch na het bombardement van 7 februari 1945. Foto: internet. 2.1.1 Bemanning van de NA197 De bemanning van de NA197 bestaat uit 7 vliegeniers:  Sergeant J.M.A. Bagot (piloot)  Adjudant H. Moll, flight engineer (boordwerktuigbouwkundige)  Lieutenant B.L.H. Pelliot, (navigator en gezagvoerder)  Lieutenant R. Rollet, bomb aimer (bommenrichter)  Sergeant R. Brillard, operator en air gunner (radiotelegrafist en schutter)  Adjudant A. Loiselot, air gunner (schutter)  Sergeant P.M.J. Le Mithouard, air gunner (boordschutter)16 16 Zijn naam wordt in de verschillende bronnen zowel Mitouard als Mithouard gespeld. In deze publicatie volgen we beide spellingen steeds conform de bronnen. 15 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 7. De bemanning van de NA197. In het midden van de bovenste rij Paul le Mitouard. Op de onderste rij de onderhoudsploeg. . Foto ontleend aan de Franse website: http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/ 11980560.html. Collectie Y. Reynier. Fig.8. De bemanning van de NA197. Foto ontleend aan de Franse website: http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html. Collectie Y. Reynier 16 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.1.2 STRABO Bommenlast De 15 toestellen van het 347 Squadron zijn volgens het Operational Record Book (ORB) op 7 februari 1945 beladen met in totaal 138 stuks 500-ponder AN-M64 bommen (Amerikaans) en 84 stuks 250ponder GP (‘General Purpose’)-bommen.17 Dat betekent een numeriek gemiddelde van 14,8 bommen per vliegtuig. De GP-bom is een van de lichtere vliegtuigbommen uit de Tweede Wereldoorlog. Het type bommenwerper Halifax MkIII had een vergrote capaciteit van zes bomcellen extra t.o.v. de MkII en kon een maximale bommenlast van 6577 kg meetorsen.18 In een brief van het Franse Rode Kruis aan de vader van de overledene inzittende Le Mithouard wordt medegedeeld dat de NA 197 bij het neerkomen op weg naar huis ‘ayant encore ses 16 bombes de 250 kgrs.’19 De semantiek bevestigt dat het vliegtuig nog de volle bommenlast droeg, er dus geen afgeworpen had in Goch en dat die vracht bestond uit 16 (dezelfde) bommen. Waar het Rode Kruis hier spreekt over ‘250 kgrs’ zijn dus 500-ponders bedoeld. Het aantal van 16 is niet strijdig met het hierboven berekende gemiddelde per vliegtuig, hoewel de belading natuurlijk afhankelijk van bomtype en vliegtuig gevarieerd kan hebben. Een andere bron rept over een mix van tien 500ponders en zes 250-ponders aan boord. En er bestaat een latere bron uit 1951 die spreekt over een explosie van 23 bommen tijdens de crash van de NA197, maar het is onduidelijk waar die bron zich op baseert.20 Fig. 9. Doorsnedetekening van een van de twee bommentypes (500 ponder) aan boord van de vliegtuigen van het 347 Squadron op 7 februari 1945. Deze bommensoort bevond zich aan boord van de NA197. Tekening: internet. 17 Informatie van Karl Lusink, voorzitter en archivaris ARGA Aircraft Research Group Achterhoek, via Johan Bloemers. 18 https://www.tracesofwar.nl/articles/38/Halifax-Handley-Page.htm 19 Brief van Germaine l’Herbier, Franse Rode Kruis, aan dr. A. le Mitouard, 2 januari 1946. Zie bijlagen. 20 Brief van L.H. Rulkens aan het Nederlandse Oorlogsgravencomité, 17 mei 1951. Zie bijlagen. 17 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 10. Fragment uit: Operational Record Book (ORB) 347 Squadron van Halifax NA197 van 7 februari 1945 met de namen van de bemanningsleden van de NA197 (‘missing’) en die van de vrijwel tegelijkertijd gechrashte NA260, februari 1945.21 Het wordt nu tijd om de overlevende bemanningsleden van de NA197 en andere plaatselijke getuigen aan het woord te laten over de gebeurtenissen van 7 februari 1945. 21 The National Archives, Kew, GB, inv. nr. AIR 27/1743/18 IIM/E347/1 1945 feb 1 – 1945 feb 28.. 18 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.2 STRABO Getuigenissen van de overlevenden Het verhaal van de crash van de NA197 is vanuit het perspectief van de bemanning gepubliceerd door onder Germaine l’Herbier in 1945 en door andere Gerard Jeuken en Rien Wols in 2015. 22. Fig. 11. Sgt. chef Albert Brillard, operator (radiotelegrafist), overleefde de crash. Uitsnede van foto tijdens zijn bezoek aan Nederweert en Asten in 1945. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Fig. 12 (rechts). Sgt. chef Jean-Marie Aristide Bagot, piloot van de NA197, omgekomen bij de crash. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Radio-telegrafist Sergent-Chef Brillard wordt kort na de crash geïnterviewd en vertelt:23 Om 22.27 werden we van onderen aangevallen door een nachtjager. Al bij het eerste salvo vatte een van de Halifaxen van onze formatie vlam. Dat was die waarvan alleen gezagvoerder Stanislas ontsnapt is [dat is de NA260 opm. AB]. Onze Halifax, de NA197, werd op zijn beurt geraakt door dezelfde jager. Het vuur raakte de brandstoftanks. We zaten op 4.500 meter. Capitaine Pelliot, onze gezagvoerder [dat is de navigator opm. AB], realiseerde zich dat de brand niet te blussen was en gaf ons bevel te springen. Hij verliet zijn stoel op de navigatorplek om de toegang tot het voorste ontsnappingsluik vrij te maken voor de bommenrichter, lieutenant Rollet. Bagot [de piloot AB] had zijn machine nog onder controle. Hij gaf echter geen antwoord op de telefonische oproepen van lieutenant Rollet, die hem tot tweemaal toe vroeg om de bomluiken te openen. Misschien was hij al dood, maar het kan ook goed dat hij 22 Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in; In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.10-19. De verklaringen van de bermanningsleden zijn vertaald uit de originele documenten die volgens de auteurs berusten in de Archives du Service Historique de l’Armée de l’Air maar door mij niet geraadpleegd zijn. 23 Germaine l’Herbier, La fin du NA197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. We volgen hier de transcriptie van Jeuken en Wolfs uit 2015 (op. cit.). 19 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO eenvoudigweg zijn intercom had afgesloten om zich te concentreren op het in de lucht houden van het vliegtuig. En lieutenant Rollet, adjudant-mitrailleur Loiselot en adjudant-mécanicien Moll sprongen. Rollet verklaart later: Ik zag capitaine Pelliot daar rechtop aan de rand van het ontsnappingsluik staan, dat hij zelf had opengemaakt. Kalm en meester over zichzelf en mij met de hand gebarend me te haasten. Als hij op dat moment het toestel had willen verlaten, zou hij slechts een seconde nodig hebben gehad om me te volgen. Maar hij heeft dat niet gedaan, omdat hij zijn plicht als commandant van het vliegtuig stelde boven zijn persoonlijke veiligheid en zijn morele geweten boven zijn leven. Hij wilde er zeker van zijn dat Bagot nog kon springen. Misschien heeft hij de ontsnapping van Brillard geholpen? En toen hij aan zichzelf dacht, na de anderen, was het te laat: het vliegtuig was al in een duikvlucht (vrije val) geraakt. Brillard vervolgt: Ik stond naast capitaine Pelliot en zou lieutenant Rollet de diepte in volgen. Maar ik moet het bewustzijn verloren hebben. Om 3.30 uur ’s ochtends vond ik mezelf terug, wadend door water dat tot mijn middel reikte. Mijn schouder en mijn linkerarm waren gebroken. Vervolgens heb ik rondgedwaald, baggerend door de modder. Tegen acht uur ’s ochtends zag ik vier Hollanders. Terwijl ik naar hen toe ging, beduidden ze me stil te staan. Ik zou zo op een mijn gelopen zijn! Een burger verwelkomde mij en leidde me vervolgens naar een hulppost in Nederweert, waar ik capitaine Stanislas [van het andere vliegtuig, de NA260 AB] en lieutenant Rollet ontmoette. Aangezien we alle drie gewond waren, werden we naar het ziekenhuis in Eindhoven gebracht. Verder uit het artikel van Jeuken en Wolfs citerend: Hangend aan zijn parachute zag adjudant Moll, de boordwerktuigbouwkundige van de NA197, hun vliegtuig brandend naar beneden tollen en in de grond boren. Het toestel sloef een enorme krater, waarschijnlijk ook omdat er bommen ontploften. Enkele turfmijten in de buurt gingen in vlammen op, een niet-ontplofte bom werd later bovenop een turfmijt teruggevonden. Bij daglicht vond men ook nog een hand met een trouwring en het schouderstuk van een jasje met het opschrift ‘France’. Men vermoedt dat de piloot, Sergent-chef Jean-Marie Aristide Bagot (27), en de voorste schutter Sergent Paul Marie Joseph le Mithouard (23) diep onder het oppervlak hun graf hebben gevonden. Hun lichamen zijn nooit geborgen, omdat [moet zijn: zodat AB] zij officieel nog steeds als vermist staan geboekstaafd. Bijna een week na de crash, op 13 februari, werd een eind verderop van de inslagkrater het lijk gevonden van de gezagvoerder Lieutenant Bernard Louis Henri Pelliot (31), de navigator van deze tweede halifax, met verbrijzelde schedel. In de buurt lag zijn parachute die maar ten dele was opengegaan. Hij was dus toch gesprongen, maar duidelijk te laat. Tot zover het reeds binnen een jaar na de crash gepubliceerde relaas van de inzittenden van de NA197 zelf. Maar dit is niet de enige documentatie die over de crash bewaard is gebleven. 20 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.3 STRABO Getuigenissen van waarnemers Diverse personen in Weert en Nederweert hebben de crash in de lucht zien gebeuren of zijn daags erna betrokken bij de redding en repatriëring van de overlevenden. De verschillende bewaard gebleven bronnen zullen hierna aan een analyse worden onderworpen. 2.3.1 Dagboek van Jean Bruekers Jean C.A. Bruekers (1923-2014) is een zoon van smid Fons Bruekers in de Kerkstraat in Nederweert en houdt van 1939-1946 een gedetailleerd oorlogsdagboek bij. Hij ziet het luchtgevecht door een raam van zijn ouderlijk huis en noteert als volgt:24 Donderdag 8 Febr[uari] Vannacht is zeer veel gevlogen. Gisteravond om 11 uur konden we door de raam 2 vliegtuigen tegen elkaar [zien] botsen 1 vloog in brand en stortte omlaag. Om 1 uur kwam 1 man van de NBS25 bij Roggeveen26 met een Franse piloot. Vanmorgen werden nog 2 piloten bij S. Peters binnengebracht. […] Vanmiddag om 12 uur kwam een rode Kruis wagen de piloten ophalen. 1 Liep zelf naar de wagen en de andere werd door 2 soldaten vastgehouden, hij was maar heel klein en was vol wonden en was heel zwak. Ze hadden blauwe uniformen aan en een lange trika27 aan en een rode das om er waren ook 9 doden. Fig. 13 en 14. Fragmenten uit het minuut-exemplaar van de dagboekaantekeningen van Jean Bruekers, met vermelding van de crash, 8 februari 1945. Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 24 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. C.1.183 Oorlogsdagboek Jean CA Bruekers 19391946. 25 N.B.S. staat voor de Nederlandse Binnenlandsche Strijdkrachten, de organisatie waarin de voormalige OD was opgegaan. 26 Roggeveen was leider van de plaatselijke OD (Orde Dienst) en woonde op het adres Kerkstraat A52. Dit was dus vlakbij het adres van dagboekenschrijver Jean CA Bruekers (A54) en de woning van Siem Peters (A56). Het tijdstip ‘1 uur’ is kort na middernacht. 27 Onduidelijk wat hier mee bedoeld wordt. 21 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Dit is een van de zeldzame verslagen van een getuige die oog in oog heeft gestaan met de overlevenden op de dag na de crash. Eén van die gelukkigen moet Gustave Stanislas, de enige overlevende van de NA260 zijn geweest28. De andere twee zijn overlevenden van de NA197. De vliegenier die ‘heel klein’ was, kan niet Stanislas geweest zijn want die was het langste bemanningslid van de NA260, zoals op een groepsfoto is te zien. Fig. 15. Simon (‘Siem’) Peters, kastelein en winkelier in de Kerkstraat. Hij is hier gefotografeerd voor zijn eigen huis waar op 8 februari 1945 twee Franse overlevenden werden binnengebracht. Archief Siem Peters jr., Nederweert. Jean Bruekers meldt als opmerkelijk detail dat er in de lucht een botsing tussen twee vliegtuigen heeft plaatsgevonden. Dit zal later in deze rapportage nog een belangrijk gegeven blijken te zijn. Het tijdstip dat Bruekers noemt (‘gisteravond om 11 uur’) is vrij globaal maar klopt met de gegevens van Brillard, die zegt dat de NA260 om 22.27 uur wordt geraakt door de Duitse jager, en dat de NA197 korte tijd later in brand vliegt en dat de machine nog enige tijd onder controle blijft. In het dagboek van Bruekers is sprake van negen doden. Dat vergt enige toelichting. Beide toestellen hadden zeven inzittenden. De NA260 heeft één overlevende en de NA197 telt er vier. In totaal zijn er dus vijf overlevenden en dus negen verliezen. Het negende dode lichaam (dat van navigator Pelliot van de NA197) werd echter pas op 13 februari gevonden. Dus Bruekers zal zich bij het maken van de dagboeknotitie op 8 februari hebben laten leiden door negen ‘casualties’, terwijl er op dat moment pas acht doden waren geborgen.29 Fig. 16. Verwijdering van Hollandse tankversperringen (‘asperges’) bij Brug Vijftien in Nederweert, mei 1940. De jongeman links (met overall) is dagboekschrijver Jean Bruekers. Rechts zijn vader smid Fons Bruekers. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 28 Zijn collega Rognant (uit de NA260) was weliswaar levend neergekomen maar overleed kort daarna in het ziekenhuis van Weert. 29 Het staat vast dat de notitie uit 8 februari 1945 dateert, omdat zij vermeld staat in het minuutexemplaar van het dagboek. Vermoedelijk heeft Bruekers de gegevens over de aantallen inzittenden gehoord van Roggeveen (die bevriend was met zijn vader) of van de piloten zelf toen die naast zijn ouderlijke huis verbleven. 22 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Nog een betekenisvol detail: Bruekers schrijft dat de waarnemingen van het luchtgevecht plaatsvonden vanuit ‘de raam’. De vraag is waar die locatie zich bevond. Aan de straatzijde (richting zuidwesten) van het woonhuis Kerkstraat A54 (afgebroken in 1989) bevond zich een grote winkeletalage op de beganegrond. Van daaruit was er echter geen zichtlijn naar de horizon vanwege de tegenoverliggende hoge straatbebouwing. Aan de achterzijde (richting noordoosten) van het huis waren op de begane grond ramen maar die keken uit op een binnenplaats met omringende bedrijfsgebouwen en boden ook geen vergezicht. Op de bovenverdieping bevonden zich de slaapkamers van het gezin, met een dakkapel gericht op het noordoosten. Dat was de enige locatie van waaruit de lucht boven de Groote Peel aanschouwd kon worden. Fig. 17. De bemanning van de NA260. Vermoedelijk in het midden Stanislas, die de vlucht van 7 februari als enige zou overleven en die daags daarna kort in Nederweert verbleef. Foto: www.halifax346et347. 2.3.2 Ontmoeting met Kees Roggeveen Verder vermeldt Bruekers in zijn hiervoor beschreven dagboek dat één inzittende wordt ondergebracht ‘bij Roggeveen’, en twee andere ‘bij S. Peters’. Die locaties zijn vrij gemakkelijk te traceren. De eerstgenoemde is Kees Roggeveen (1911-1989), paramilitair leider van de plaatselijke O.D. (Ordedienst), later Binnenlandse Strijdkrachten. Hij woont in de Kerkstraat (tegenwoordig plein Lambertushof, toenmalig adres Kerkstraat A52). Simon Peters is de eigenaar-kastelein van het nog steeds bestaande horecapand ‘Bi-j Siem’, nu Kerkstraat 56 in Nederweert. Dagboekschrijver Jean Bruekers woont precies midden tussen deze twee locaties (destijds Kerkstraat A54). Een en ander is ook nu weer complementair aan wat werd opgetekend uit de mond van de al meer geciteerde radio-telegrafist Brillard en dat gedocumenteerd werd in de Franse luchtvaartarchieven: Een burger [vermoedelijk dus kastelein Simon Peters AB] verwelkomde mij [dat is dus Brillard AB] en leidde me vervolgens naar een hulppost in Nederweert [het huis van Roggeveen AB], waar ik capitaine Stanislas [van het andere vliegtuig, de NA260 AB] en lieutenant Rollet ontmoette.30 30 Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in; In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.11-19 23 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO De in het dagboek genoemde Kees Roggeveen is zoals gezegd commandant van de Ordedienst (OD), later Binnenlandse Strijdkrachten, in Nederweert. Delen van het archief van de OD zijn bewaard gebleven in het archief van de Binnenlandse Strijdkrachten in het Nationaal Archief in Den Haag. Helaas gaan de dagelijkse logboeken van Roggeveen niet verder dan 31 december 1944, waardoor de crash van februari 1945 buiten beeld blijft. Fig. 18. De Kerkstraat in Nederweert (ca. 1920). Locatie 1: Simon Peters (opvangplek Brillard). Locatie 2: woonhuis van dagboekschrijver Jean Bruekers. Locatie 3: woonhuis van Kees Roggeveen (opvangplek van Stanislas en Rollet). Foto collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Ook in de wél bewaard gebleven intensieve correspondentie van Roggeveen en de districtscommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten bevinden zich weliswaar vele brieven en briefjes uit februari 1945, maar daarin helaas geen enkel rapport over de crash van de Halifax.31 31 Nationaal Archief te Den Haag, inv. nr. 2.13.137, Inventaris van de archieven van de Ordedienst en de Binnenlandse Strijdkrachten, en Afwikkelingsburo, 1941-1956. Hieruit geraadpleegd: inv. nr. 1877 (Correspondentie tussen Roggeveen en de Weerter districtscommandant), 1878 (dagelijkse 24 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Hetzelfde geldt voor het dagboek van de echtgenote van de commandant, Heintje Roggeveen-Van Vliet, dat helaas al eindigt eind september 1944. Het enige zijdelingse feit dat te koppelen is aan de Roggeveens is dat het gezin een paar dagen voor de crash gezinsuitbreiding krijgt. Op 4 februari 1945 wordt onder embarmelijke omstandigheden van kou, kaarslicht en een ongeluk met een klein binnenbrandje een dochter geboren met de naam Elisabeth Joyce Roggeveen (roepnaam Joes). Elisabeth naar de Britse koningin, Joyce van blijdschap over de bevrijding.32 Fig. 19. Kees Roggeveen, plaatselijk commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten (voorheen Ordedienst, O.D.) in Nederweert met zijn gezin in het voorjaar van 1945. De baby op de foto (Elisabeth Joyce Roggeveen) werd geboren op 4 februari 1945, drie dagen voor de crash van de NA197. Foto collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 2.3.3 Herinneringen van Frans Smits Frans Smits (1898-1987) is opzichter en bedrijfsleider bij Maatschappij Griendtsveen voor de turfwinningsactiviteiten in de Peel. Zijn memoires verschijnen in 1987 en ook hij schrijft over de vliegtuigcrashes in de Peel, zij het in vrij algemene bewoordingen. Hoewel Smits zijn herinneringen pas vele jaren na dato in definitieve vorm te boek stelt, geeft hij nog enkele bijzondere details over crashes in de Peel. Hoewel het hierbij niet vaststaat dat het over het Franse vliegtuig gaat.33 patrouillerapporten), 1879 (bewakingsrapporten), 1881/1882 (in- en uitgaande stukken) en 1884 (gearresteerde en geïnterneerde personen). 32 Alfons Bruekers, Leiderschap in niemandsland. Kees Roggeveen als commandant van de Ordedienst in Nederweert (1944). STRABO (Nederweert 2020). 33 Frans Smits, Mijn leven in de Peel (red. Jos Pouls), (Meijel 1987), p.148. We moeten er ons rekenschap van geven dat Smits zijn herinneringen pas veel later te boek stelde. Bij sommige delen in zijn verhaal, zoals het later nog volgende verhaal over de kruisplaatsing, blijkt hij ook van secundaire bronnen zoals krantenartikelen (en waarschijnlijk ook van de aantekeningen van kapelaan Janssens) gebruik te hebben gemaakt. 25 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Nogal wat vliegers, die uit het vliegtuig waren gesprongen of op andere wijze uit het vliegtuig waren geslingerd, hebben wij zien liggen, maar meestal waren ze hun bontlaarzen kwijt en hadden ze oude schoenen aangekregen. Wie dat deed, wil ik hier in het midden laten, maar zeker is dat onze [Smits bedoelt: van de vervening AB] arbeiders niet de daders waren. Fig. 20. Frans Smits, opzichter en bedrijfsleider bij Maatschappij Griendtsveen. Foto ontleend aan F. Smits, Mijn leven in de Peel (Meijel 1987). Smits weet zich ook nog het nodige ter herinneren over de crash van 7 februari 1945. Hij beschrijft zijn waarnemingen vanuit het door hem en zijn gezin bewoonde landhuis nabij Sluis 13 aan de ZuidWillemsvaart (gem. Someren): In de late avond van 7 februari 1945 stonden mijn buurman34 en ik bij mijn huis naar de lucht te staren. Zoals elke nacht waren we weer aan het wachten op de vloot vliegtuigen die het Roergebied zou gaan bombarderen. Het waren enorme aantallen bommenwerpers, die vaak werden geëscorteerd door jagers. Rond 11 uur ’s avonds ging het richting Roergebied en een paar uur later kwamen ze alweer terug. Veel tegenstand in de lucht werd er door de Duitsers niet meer geboden. […] Op die avond zagen we een bommenwerper neerstorten in onze veenderij, midden tussen de turfhopen. Het toestel was aangeschoten door een Duitse jager. Twee van de inzittenden kwamen er heelhuids uit dankzij hun parachute. Wel stond het terrein onder water en daarin kwam een van die vliegers terecht. De andere vlieger kwam op de Peelrand bij Ospel-Dijk terecht. Hij landde vlakbij iemand die van visite naar huis ging. Die man kreeg de schrik van zijn leven toen hij de parachute over zich heen kreeg. Toch nam hij de vlieger mee naar zijn huis en zorgde ervoor dat hij goed terecht kwam. Het bemanningslid dat een parachutelanding maakt in Ospeldijk, zal een van de vijf overlevenden van de NA197 zijn geweest geweest. Het is niet duidelijk wie de barmhartige Ospelnaar is geweest. Misschien is hij te linken aan de persoon van een zekere Douven. Daarvan wordt verteld dat hij na zijn parachutelanding op de Limburgse rand van de Peel in Ospel, aanklopt heeft bij een familie Douven, en tot zijn verrassing in goed Frans aangesproken wordt door de zoon die jaren in Frankrijk gewerkt had.35 De derde vliegenier verging het minder gelukkig: hem troffen we dood aan in een uitgegraven perceel. Hij was reeds ontdaan van zijn horloge en laarzen. 34 35 Die buurman was Martien Couperus zoals blijkt uit op. cit. Smits, p.148. Vriendelijke mededeling van dhr. Martien van Bussel. 26 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Het door deze bron genoemde ‘derde bemanningslid’, dat vlakbij de crash site levenloos in een uitgestoken turfperceel wordt gevonden, moet gezagvoerder Lieutenant Bernard Louis Henri Pelliot zijn geweest, wiens parachute zich slechts ten dele heeft geopend. Enkele honderden meters verder bevond zich de krater van het neergestorte toestel; het was een enorm gat waarin zich de piloten met de bommenlast moesten bevinden. Een enorme blindganger lag op een turfhoop in de buurt. Rondom lagen overal stukjes van het vliegtuig. Volgens verhalen van ooggetuigen die er eerder bij waren, had boven het drijfzand van de krater een gespreide parachute gelegen. Toen wij er waren, was er echter geen parachute meer te zien. Volgens mij […] moet het vliegtuig met de twee bestuurders in de krater verzonken zijn. De twee inzittenden die hun graf bij de crash vinden zijn dan de piloot, Sergent-chef Jean-Marie Aristide Bagot (27), en de voorste schutter Sergent Paul Marie Joseph le Mithouard (23). Zij staan tot de dag van vandaag als vermist geboekstaafd. Fig. 21. Het beladen van een turfschip in veenderij van De Moost. Op de achtergrond de mini-kolonie, met woonhuizen, bedrijfsgebouwen, café en zelfs een school, die daar was ontstaan en die in november 1944 grotendeels werd vernietigd. Foto collectie Gerard Kluijtmans. Uiteindelijk is het de bedrijfsleider in Smits die zijn herinneringen eindigt met een zakelijke waarneming: Door de explosie waren een aantal turfhopen in vlammen opgegaan. Het was een behoorlijke schade, die echter ruimschoots door de verzekering werd vergoed. Het opnemen van de schade gebeurde door onze timmerman Sieben en onze klerk Frans Berkvens. Aan de hand van de dikte van de aslaag maten zij de schade op. 27 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.3.4 STRABO Betrokkenheid van Sjef de Bruin Frans Smits, die we hiervoor aan het woord zagen, wijdt in zijn herinneringen uit over een van de medewerkers van de veenderij, Sjef de Bruin. Smits weet te vertellen dat een van de uit het vliegtuig gesprongen vliegeniers in het water terecht kwam: Wel stond het terrein onder water en daarin kwam een van die vliegers terecht. Uiteindelijk belandde hij op een heibult, waar hij tot de morgen bleef wachten. Onze ploegbaas Sjef de Bruyn zag hem daar zitten toen hij naar zijn werk toog. Hij bracht hem naar de Meijelse Dijk, waar Sjef woonde en voorzag hem van droge kleren. Daarna werd hij door de ordedienst van Nederweert opgehaald. De volledig doorweekte vliegenier die versuft bij het onder water staande terrein (volgens andere bronnen het ondiepe veenwinningsmeer ‘Het Elfde’) wordt gevonden, is radio-telegrafist SergentChef Brillard, die in zijn eigen herinneringen ook beschrijft dat hij in het water terechtkwam en verdoofd was. Fig. 22. Overlevende radiotelegrafist Brillard met peelwerker Sjef de Bruin, die hem op 8 februari 1945 met zijn parachute heeft gevonden in de Peel. De foto is nog datzelfde jaar gemaakt bij het bezoek van Brillard aan De Bruin. Foto collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. De ontmoeting van overlevende Brillard en de Ospelse peelwerker De Bruin is in detail beschreven in een interview door Germaine Herbier van het Franse Rode Kruis met eerstgenoemde ter voorbereiding op de campagne naar Asten en Nederweert. We geven die dialoog integraal weer.36 Germaine l’Herbier, La Fin du N.A. 197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. 36 28 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO En jij, Brillard, weet je nog hoe je sprong? - Nee, ik zat naast kapitein Pelliot. Ik ging luitenant Rollet in het onbekende volgen. Maar ik moet het bewustzijn hebben verloren. Om 3:30 's morgens merkte ik dat ik in het water tot mijn middel liep. Ik had een gebroken schouder en linkerarm. Toen wandelde ik, wadend in de modder. Rond 8 uur zag ik vier Nederlanders. Terwijl ik naar hen toe liep, gebaarden ze dat ik moest stoppen: ik ging op een mijn lopen! Een burger begroette me en leidde me vervolgens naar het hulppost van Nederweert, waar ik kapitein Stanislas en luitenant Rollet ontmoette. Alle drie gewond, we werden doorverwezen naar het ziekenhuis in Eindhoven. Weet je nog wat de naam van de burger was? - Ja, het was een zekere Joseph de Bruin. Ik vermoed dat hij de crashplaats kent van onze Halifax. Goed! die moet gevonden worden! Misschien zal hij ons vertellen waar je twee vermiste kameraden Bagot en Le Mitouard liggen. Ga je met me mee om het in Nederland te onderzoeken? - Heel graag. Wie is die Ospelnaar? Sjef de Bruin (voluit Wilhelmus Josephus de Bruin) wordt geboren in 1909 in Nederweert-Eind.37 Zijn ouders verhuizen als hij nog jong is naar een kleine boerderij aan de Meijelsedijk in Ospel. De locatie is nog net op Nederweerter gebied maar pal tegen de grens met buurgemeente Meijel. In 1934 treedt hij op 25-jarige leeftijd in het huwelijk met zijn drie jaar jongere buurmeisje Hendrina Christina (‘Stien’) Rutjens. In de huwelijksacte staat aangetekend dat hij veenarbeider van beroep is.38 Het adres van Sjef de Bruin is destijds Ospel E150. Hij woont daar tot 1 oktober 1947, tot hij verhuist naar adres Hagelkruisbaan 10. De boerderij E150, die een flink eind ten zuiden van de doorgaande weg gelegen is, wordt tot eind 1961 bewoond, daarna wordt zij afgebroken. Anno 2019 is ter plaatse grasland. Fig. 23. Meijelsedijk in Nederweert-Ospel. De rode cirkel markeert de locatie van de boerderij waar Sjef de Bruin tot 1947 woont. Zij wordt in of kort na 1961 afgebroken. Foto naar het westen, google earth 2019. 37 De bronnen zijn in tegenspraak over zijn juiste roepnaam. In de documentatie over de crash wordt hij Sjef genoemd. In de huisnummerlijst van 1950 echter Joep. Beide vormen zijn uiteraard wel van dezelfde voornaam, Josephus, afgeleid. 38 Gemeente-archief Nederweert, Burgerlijke Stand, huwelijksacte van 1934 jun 22. Bevolkingsregister 1920-II131. 29 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Onbetekend maar markant detail, dat verder nergens in de documentatie te vinden is, is dat het op zijn verjaardag is, als Sjef de Bruin op 8 februari 1945 de overlevende Brillard aantreft in de Peel. Fig. 24. Ospelse Peel in het Brabants-Limburgse grensgebied, omstreeks 1945. Locatie 1: boerderij peelwerker Sjef de Bruin. Locatie 2: bij benadering het hart van ‘Het Elfde’, waar Brillard door De Bruin werd gevonden. Locatie 3: centrum van de veenderij waar De Bruin werkte. Locatie 4: crash site van de NA197. De rode lijn markeert de enige route die de boerderij van De Bruin met de veenderij verbond. Ondergrond: www.topotijdreis.nl. 30 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.3.5 STRABO Onderzoek van de Marechaussee Een lid van de Koninklijke Marechaussee, Groep Asten, maakt op 9 februari 1945 een proces-verbaal van de crash en rapporteert daarover aan de Astense waarnemend burgemeester Willem Van Golstein Brouwers (1889-1986).39 In de nacht van 7 februari 1900 vijf en veertig omstreeks 22.20 uur bevonden zich geallieerde vliegtuigen boven het dorp Asten. Op een gegeven moment kwam door tot op heden onverklaarbare wijze een der vliegtuigen brandend naar beneden en kwam in de buurtschap De Veluwe gelegen te Asten Peel, neer. Bij een ingesteld onderzoek bleek mij, dat vermoedelijk bedoeld vliegtuig een bommenlast bij zich droeg en deze bommen bij het neerkomen tot ontploffing waren gekomen, daar voornoemd vliegtuig geheel uit elkaar was gesprongen en over een afstand van 600 à 700 meter, stukken werden aangetroffen. Volgens verklaring van een ter plaatse aanwezige Engelse militair was het een viermotorige bommenwerper van Engelse nationaliteit. Op ong. 100 meter van de plaats, waar het vliegtuig was neergestort, lag een hand, afkomstig van een der leden der bemanning, waaraan zich een gouden ring bevond. Deze ring is door voornoemde militair meegenomen en zou door hem aan zijn Commandant worden afgedragen. Hoeveel leden der bemanning zijn omgekomen kon door mij niet worden vastgesteld, maar volgens verklaring van enige leden der bewakingstroepen der Ned[erlandse] Binnenlandse Strijdkrachten, zouden er minstens drie zich met behulp van hun parachute in veiligheid hebben gesteld. Meerdere personen werden niet (aan)getroffen en viel er verder aan de omliggende woningen geen schade waar te nemen. Overige politierapporten, uit Asten en Nederweert, lijken niet bewaard te zijn gebleven.40 2.3.6 Aantekeningen van Willem Lenaers De Stramproyer amateur-historicus Willem Lenaers is in Midden-Limburg een van de eersten die zijn oorlogsherinneringen in druk laat verschijnen. Zijn ‘Oorlogskroniek van Midden-Limburg’ verschijnt al in1948.41 Lezen we wat hij uiterst summier schrijft over ons onderwerp: 7 Februari [1945] Van 9-11 uur n.m. Duitse vliegtuigen op bezoek in de Peel en Kempen. Jagers razen als bezetenen. Enige vliegtuigen storten neer. 39 De verblijfplaats van het oorspronkelijke proces-verbaal is onbekend. De naam van de verbalisant wordt in het afschrift niet genoemd maar zal wachtmeester K. Schiltmans zijn geweest. Kopie ervan bevindt zich in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 40 De politierapporten van Asten bevinden zich in het gemeente-archief van Asten, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, inv. nr. 13030. Helaas dateert het jongste maandrapport van 14 augustus 1944, dus van voor de bevrijding van dit gebied. Ook in inv. nr. 27/10, meldingen van in Asten afgeworpen bommen en neergekomen vliegtuigen, komt geen informatie voor over de crash van 7 februari 1945. 41 W. Lenaers, Oorlogskroniek van Midden-Limburg, (Rijswijk 1948) p. 65. 31 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.3.7 STRABO Herinneringen van Gerard Kluijtmans Gerard Kluijtmans (geb. 1935) uit Nederweert is een zoon van Jozef Mathijs Kluijtmans, die als veenarbeider en schipper werkzaam is bij de verveningsmaatschappij in de Moost. De familie Kluijtmans woont in de een klein groepje woningen op Nederweerter grondgebied aan de rand van de veenderij, genaamd De Moost.42 De afstand van die woning tot aan de crashlocatie van de NA197 bedraagt hemelsbreed 2,6 km. Geen enkel Nederweerter huis ligt er zo dicht bij als dat van hem. Fig. 25. De familie Kluijtmans met zicht op de achterkant van hun huis in de veenkolonie De Moost. De tent van camouflagedoek is door de Duitsers achtergelaten. Foto collectie Gerard Kluijtmans. Kluijtmans is een jongen van negen jaar op de dag van de crash, die altijd op zijn netvlies zal blijven staan. Het was woensdag 7 februari 1945, rond een uur of tien ’s avonds. Gevraagd naar de reden waarom hij dag en uur nog zo goed weet zegt hij:43 42 Toenmalige adres Nieuwstraat D76. Joseph Mathijs Kluijtmans was een neef van Leo Kluijtmans (1906-1988), ook wel ‘de Ziener uit de Peel’ genoemd. 43 Memoires van Gerard Kluijtmans, getiteld ‘Woensdag 7 februari’ en op schrift gezet op 29 maart 2015. 32 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Op die woensdag trouwde mijn zus Annie met Martin Daniëls (een oud Nederlandse militair, die in 1940 gelegerd was bij Boekhorst). Die avond vierden we ons het ouderlijk huis het bruilofsfeest en gebeurde de crash. Zodoende weet ik nog precies op welke dag de crash was.44 Er waren die avond ook enkele O.D.-ers op het feest, connecties van Martin Daniëls. Bommenwerpers van de Geallieerden vliegen dan ook bijna elke avond richting Roergebied. Zo ook die avond van de bruiloft, we zijn aan het geluid gewend geraakt van vliegtuigen in de avond en nacht. Er kijkt dan ook niemand van op als er weer motorgeronk is. Omstreeks tien uur in de avond wordt de feestvreugde echter wreed verstoord: Dan opeens het geluid van een machinegeweer, alleman vliegt overeind en naar buiten. Er is beslist iets gaande, en inderdaad een bommenwerper, is geraakt en staat in brand. Een Duitse jager heeft hem onder vuur genomen en goed ook. Een grote vuurbol in de lucht, dan een explosie, en de vuurbol valt naar beneden ongeveer anderhalve kilometer verder de peel in.45 Dan nog een flinke knal of er bommen ontploffen. Doordat er vanwege de bruiloft leden van de O.D. (Ordedienst, ook wel Binnenlandse Strijdkrachten genaamd) in huis zijn, kan er meteen actie worden ondernomen: Nog die zelfde avond zijn mensen van OD Nederweert gaan kijken waar het toestel was neer gekomen. Konden niet veel uitrichten daar het donker was, hebben het vliegtuig of wat er van over was wel gevonden, maar het was te gevaarlijk om iets te doen. De morgen na de crash zijn ze terug gegaan om te zien of er nog overlevenden waren. Op de plaats van de crash, een gat in de grond groot waar wel een huis in kon. Verder niets dan wat smeulende resten. Enkele bemanningsleden hadden de crash overleefd. En zijn door bewoners uit omliggende dorpen gevonden en opgevangen. In het begin gingen we regelmatig kijken waar het vliegtuig gevallen was. Veel was er niet meer te zien dan omgewoelde aarde en veen. En een groot gat wel vijf meter diep vol water. In een aanvullend interview geeft Kluijtmans nog enkele waardevolle details:46 Langs de rand van krater lagen allemaal resten van het vliegtuig. Een aantal dagen na de gebeurtenis hebben we nog een parachute van een van de inzittenden gevonden. Die heeft mijn moeder versneden tot stof om kleding van te maken voor mijn zussen. Het was heel mooi en fijn stof.47 Het verhaal van die parachute zagen we hiervoor ook al bevestigd in de herinneringen van Frans Smits, die schrijft dat ooggetuigen die er eerder bij waren, boven het drijfzand van de krater een gespreide parachute hadden gezien. Toen Smits er kwam, was er echter geen parachute meer te bekennen. Wij weten nu waarom.48 44 Het burgerlijk huwelijk vond plaats in Nederweert op 2 februari 1945. Jozef Mathijs Kluijtmans geeft daar op als beroep veenarbeider. De bruidegom Martinus Daniëls is fabrieksarbeider en woont in Lieshout. Gemeentearchief Nederweert, Burgerlijke Stand, huwelijksregister 1945, inschrijving nr. 7. 45 Over de zinsnede ‘anderhalve kilometer verder de Peel in’ heeft Kluijtmans in een toelichting op 30 december 2019 verklaard dat hij daarmee de noordoosteljke richting bedoelde, dus richting Veluwepeel. 46 Aanvullend persoonlijk interview met Kluijtmans door Alfons Bruekers op 30 december 2019. 47 We zullen nog zien dat later dat jaar wordt vastgesteld dat het de parachute van overlevende Brillard betreft, die daar bij zijn bezoek aan de crashlocatie van vader Kluijtmans een stukje als souvenir krijgt uitgereikt. 48 In een ander interview heeft Kluijtmans hier een kleine variant op. Zijn vader zou de parachute in opgevouwen toestand hebben gevonden, en zich bij de ontmoeting met Brillard erover verbaas hebben dat die over het nummer van de (ongebruikte) parachute kon beschikken. 33 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Tenslotte pijnigt Kluijtmans zijn geheugen over de volgorde van de cruciale eerste gebeurtenissen in de lucht: Het eerste wat er gebeurde is dat we binnenshuis geluid van een machinegeweer hoorden. Buitengekomen zagen we in de lucht op naar wat ik schat anderhalve kilometer hoogte boven ons een vuurbol in de lucht. Voor mijn gevoel een paar minuten later hoorden we een vliegtuig inslaan ter hoogte van de Veluwepeel. Dat gaf een enorme explosie en, zoals een dag later bleek, een grote krater. Ik heb me wel eens afgevraagd waarom dat vliegtuig is neergekomen. Ik herinner me, het was toch wel enkele minuten na de vuurbol in de lucht, geen tweede mitrailleursalvo gehoord te hebben. Mijn theorie is dat de vuurbol rondvliegende projectielen of schroot heeft veroorzaakt, die het andere vliegtuig noodlottig zijn geworden. Wat die vuurbol was weet ik niet. Dat er twee vliegtuigen bij betrokken zouden zijn wist ik toen niet en is me pas recent door andere onderzoekers verteld. 2.3.8 Dagboek van Andreas Crompvoets De Meijelse onderwijzer en hoofd der school Andreas Crompvoets (1905-1984) liet een oorlogsdagboek achter waarin de Meijelse situatie gedurende de gehele periode 1940-1945 wordt beschreven. Net als in het geval van Jean Bruekers uit Nederweert is dat opmerkelijk, omdat de meeste dagboekenschrijvers stoppen bij de daadwerkelijke bevrijding, en voor Meijel en Nederweert is dat november 1944. De notities van Crompvoets zijn erg summier maar gelukkig benoemt hij wel de gebeurtenissen van 7 februari:49 7 februari [1944] H. Trines en Heussen dood door mijn. Hele nacht vliegtuigen. Eén is er in de Peel gevallen. 2.3.9 Memoires van Jan van Eijk De latere groentenboer en kruidenier Jan van Eijk uit de kern van Heusden is een jaar of tien jong ten tijde van de crash en schrijft pas veel later in zijn memoires: Begin februari 1945 ontstond er ’s avonds rond een uur of tien plotseling paniek. Iedereen liep naar buiten, want er kwam een brandende bommenwerper op ons af. In een grote cirkel draaide hij over de Peel en stortte neer achter de boerderij van Frans Maas. Onze Engelse vrienden stonden huilend te kijken. Het toestel, met een Franse bemanning, schoot zo diep het moeras in, dat de slachtoffers nooit allemaal konden worden geborgen. Op de plek van het ongeluk liet de familie een groot houten kruis plaatsen, dat er jaren heeft gestaan. Daar is later de Kruisbaan naar genoemd.50 Waar Van Eijk het heeft over ‘achter de boerderij van Frans Maas’, moeten we dat zien vanuit Heusdens perspectief, dus ten zuiden van de genoemde boerderij. 49 50 J. Pouls en H. Crompvoets, Meijel in de oorlogsjaren 1940-1945 (Meijel 1981) p.92. Piet Snijders, Te Heusden bij het Moer (Heusden 1996) p. 129 e.v. 34 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 2.4 STRABO Krantenartikelen Het is opvallend dat zowel aan Brabantse als Limburgse zijde in de regionale en lokale pers (zoals Maas- en Roerbode, Limburger Koerier, Helmondsch Dagblad e.a.) geen melding wordt gemaakt van de luchtgevechten en crashes in de Peelstreek op 7 februari 1945.51 Blijkbaar was men er gewoon aan geraakt, iets dat we overigens ook kunnen opmaken uit de geciteerde dagboeken. Daarnaast was er nog hevige strijd in het aangrenzende Maasgebied, op slechts enkele tientallen kilometers van de crashplaats. Daar vonden bombardementen van dorpen zoals Montfort plaats en ook de razzia’s in Roermond trokken veel meer aandacht dan een vliegtuigcrash in de Peel. 51 Intensief onderzoek in Delpher en in de digitale krantenarchieven van Erfgoedhuis Weert leverde geen informatie op. 35 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 3. STRABO Onderzoek van 1945 Nog in hetzelfde jaar van de crash (1945) van de NA197 komt er grote belangstelling op gang. Die ontstaat vanuit het Rode Kruis in Frankrijk, meer in het bijzonder van de sectie luchtmacht daarvan, de I.P.S.A. Die afkorting staat voor ‘(les) Infirmières Pilotes - Secouristes de l’Air’. Eind 1945 worden er vanuit Parijs contacten gelegd met Nederweert en start een onderzoek naar de gesneuvelde en vermiste bemanningsleden. De hoofdpersonen uit dat onderzoek worden als eerste voor het voetlicht gebracht. 3.1 Hoofdpersonen Een belangrijke rol in het onderzoek naar de crash van de NA197 in 1945 wordt van Frans-Belgische zijde gespeeld door drie personen: Germaine l’Herbier-Montagnon, Princes Nicole Murat-de l’Espée, en de Gravin du Monceau de Bergendal. Zij worden bijgestaan door luitenant Albert Brillard, overlevende van de crash. Aan de Nederlandse zijde is de Nederweerter oud-verzetsman en kapelaan Jo Janssens de linking pin. Janssens werkt op zijn beurt samen met de Sjef Jonkers (medewerker Publieke Werken van de gemeente Nederweert), peelwerker Sjef de Bruin en met Frans Smits (opzichter van de veenderij Maatschappij Griendtsveen in de Moost, in het BrabantsLimburgse grensgebied). De drie Franse dames en kapelaan Janssens spelen de meest prominente rol in het onderzoek. 3.1.1 Germaine l’Herbier-Montagnon (1895-1986) Zij is de dochter van een architect uit Tournon-sur-Rhône. Door een toevalligheid in contact gekomen met de luchtvaart, raakt zij in 1936 betrokken bij de luchtmacht-sectie van het Franse Rode Kruis. Zij is zelf pilote en vlieginstructrice. Na de verovering van een deel van Frankrijk in juni 1940 wijdt zij zich bij de I.P.S.A. aan het opsporen en identificeren van neergeschoten Franse vliegeniers. Zij is na de oorlog Chef de Mission van de Rode Kruis-afdeling Mission Franco-Alliée de Recherches des Aviateurs Disparus. Fig. 26. Germaine l’Herbier-Montagnon. Foto: internet. Over haar verrichtingen en resultaten schrijft en publiceert zij veel artikelen en boeken, zoals ‘Disparus dans le Ciel’ (1942), ‘Cap sans retour’ (1948), ‘Vos fils’ (1958), ‘Jusqu’au sacrifice’(1960) en 36 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO diverse andere werken. Reeds in januari 1946, dus minder dan een jaar na de crash, publiceert zij een artikel daarover in Aviation Francaise.52 Van haar boek uit 1948, waarvoor ze medewerking krijgt van de Nederweerter kapelaan Janssens, stuurt ze hem eind 1947 een enthousiaste vooraankondiging. In 1946 wordt zij vanwege haar verdiensten voor het opsporen en identificeren van 500 Franse en 1300 geallieerde piloten in Frankrijk, België en Nederland benoemd tot Chevalier de la Légion d’Honneur. Ook krijgt zij een hoge Britse onderscheiding, die van officier in de Order of the Britisch Empire.53 Verder wordt er later in Fontenailles (Seine-et-Marne) een straatnaam naar vernoemd. In de periode 1945-1947 correspondeert zij frequent met de Nederweerter oud-verzetsman en kapelaan Jo Janssens, met wie zij een goede verstandhouding heeft. Hun brieven hebben meestal met als thema de crash van de NA197 maar zij helpt Janssens ook aan didactisch materiaal voor de modelvliegbouwclub die hij in Nederweert leidt. Fig. 27, 28. 29 en 30. Herinneringen aan Germaine l’Herbier. Linksboven: detail met (heel toepasselijk) boek en luchtvaartembleem op haar grafzerk in Tournon-sur-Rhône (F). Rechtboven: Generaal Juin reikt haar in 1946 het Légion d’Honneur uit. Onderaan gedenkborden ter gedachtenis in Fontenailles. Illustraties ontleend aan o.a. www.bibert.fr/Germaine%20L'Herbier%20Montagnon.htm. Germaine l’Herbier, La Fin du N.A. 197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. 53 Ontleend aan: https://fr.wikipedia.org/wiki/Germaine_L%27Herbier-Montagnon 52 37 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 3.1.2 STRABO Prinses Nicole Murat-de l’Espée (1898-1985) Over haar zijn de bronnen relatief zwijgzaam. Dit is wat we weten: In 1922 huwt zij prins Gérôme Murat (1898-1992), een prins en jongste zoon uit een adellijke geslacht van beroepsmilitairen en afstammelingen van de beroemde Murat uit de Napoleontische tijd. Sindsdien noemt zij zich Princesse Gérôme Murat. Zij is adjunct-directeur van de Mission Franco-Alliée de Recherches des Aviateurs Disparus en werkt dus onder Germaine l’Herbier. Fig. 31. Bezoek van de Franse delegatie aan Asten, december 1945. Vooraan van links naar rechts: gravin du Monceau, prinses Murat-de l’Espée en luitenant Brillard. Op de achtergrond met hoed SJef Jonkers (Publieke Werken van Nederweert). De foto (uitsnede) is vermoedelijk gemaakt door Germaine l’Herbier, chef d’equipe. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 3.1.3 Gravin du Monceau de Bergendal (1903-2000) Yvonne A.J. Crets (ook Crets de Lichtenberg) huwt als burgermeisje te Maastricht in 1922 met de adellijke graaf Jean J.E.M. du Monceau de Bergendal (1890-1966), schepen van Ottignies, telg uit een Belgisch-Nederlands geslacht, afkomstig uit Ukkel, dat in 1810 door Napoleon in de adelstand werd verheven. Fig. 32. Familie wapen van het Belgisch-Nederlandse adellijke geslacht du Monceau de Bergendal. Foto: internet. 38 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO De gravin is verbonden aan de I.P.S.A. te Parijs en ook zij werkt dus onder Germaine l’Herbier. Zij en kapelaan Janssens, de Nederweerter liaison inzake de crash van de NA197, onderhouden nog vele jaren na de crash en het bezoek warme contacten. Zij toont een warme interesse in Janssen’s inspanningen voor de jeugdbeweging. De kapelaan voelt zich zeer vereerd met een adellijk persoon in zijn netwerk en koketteert regelmatig met zijn ‘Franse gravin’, totdat zij hem in een brief van 7 februari 1946 er vriendelijk op attendeert dat zij geen Franse, maar een Belgische gravin is. Janssens citeert ook smakelijk over hoe de gravin hem verteld had over haar safari en buffeljacht die zij in Afrika (bedoeld wordt de voormalige Belgische kroonkolonie Congo). De priester wordt zelfs persoonlijk uitgenodigd tot het bijwonen van de huwelijksvoltrekking van haar zoon graaf Yves-Jean du Monceau de Bergendal met Raymonde Vaxelaire, in de kerk van St. Josse ten Noode te Brussel op 27 november 1948. Deze Yves-Jean wordt later een zeer politiek en maatschappelijk geëngageerd en veelvuldig onderscheiden persoon. Tot minstens 1951 wisselen de gravin en de kapelaan nieuwjaarswensen met elkaar uit.54 De gravin overlijdt in 2000 en wordt bijgezet in het familiegraf van moederszijde te Maastricht-St.Pieter.55 3.1.4 Jo Janssens (1911-2003) Zijn naam is hiervoor al enkele keren gevallen: kapelaan Jo (J.W.H.) Janssens. Deze in Thorn geboren geestelijke speelt een belangrijke rol in het dossier van het onderzoek naar de NA197. Hij is van 1938 tot 1949 kapelaan in Nederweert en is tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet actief. Hij geldt als de grote animator van het jeugdwerk en van bijvoorbeeld Jong Nederland. Na de oorlog toont hij een grote betrokkenheid in de contacten met nabestaanden van in Nederweert verongelukte Franse en Britse vliegtuigbemanningen.56 Daarin geeft hij de leden van Jong Nederland afdeling Nederweert een prominente rol op het podium. Fig. 33 en 34. Identiteitskaart, na de bevrijding uitgereikt, van kapelaan Jo Janssens als lid van het ondergrondse verzet. Rechts een uitsnede met zijn pasfoto. Collectie Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 54 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens https://smaak.home.xs4all.nl/Parenteel-Maastricht-St-Pieter.htm. De bronnen zijn niet eenduidig over haar voornamen. Sommigen schrijven Yvonne Anne Joséphine, andere Yvonne Julie. De eerste is juist. 56 Zijn uitgebreide documentatie-archief en egodocumenten werden door hem geschonken aan de Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 55 39 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 3.1.5 STRABO Sjef Jonkers (1915-1990) Sjef Jonkers is een zoon van Cornelis Jonkers die voor en na de Tweede Wereldoorlog gemeenteopzichter is in Nederweert. Zijn andere zoon, Wiel Jonkers, volgt hem in 1952 op in die functie en wordt in 1961 benoemd tot Hoofd Gemeentewerken. Sjef Jonkers werkt eveneens zijn gehele leven in dienst van de Gemeente Nederweert. Aanvankelijk arbeidend met de schop in de buitendienst en betrokken bij walswerk van het uitgestrekte wegennet van Nederweert. Later bekwaamt hij zich door cursussen en zelfstudie in bouwkundig werk en verplaatst zijn werkterrein zich naar de binnendienst als ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht. Zijn kantoor is in die periode gevestigd op de bovenverdieping van het gemeentelijke slachthuis, aan de achterzijde van het toenmalige gemeentehuis in de Kerkstraat. In de periode 1943-1946 is Sjef Jonkers ook lid van de gemeentelijke brandweer.57 Hij heeft tijdens de Duitse bezetting ooit met een brandweerauto een piloot opgehaald. Hij wordt daarvoor gearresteerd en door de Duitsers naar Kamp Amersfoort gebracht. “Ze sloegen me dat het snot uit mijn neus vloog”, weet hij er later nog vaak over te vertellen. Hij windt zich daar na de oorlog altijd nog enorm over op. “Nee, tussen pap en die Duitsers is het nooit meer goed gekomen”, weet een zoon zich nog over zijn vader Sjef te herinneren.58 Vanwege zijn werk bij de buitendienst van de gemeente Nederweert kent Sjef Jonkers de gemeente tot in alle uithoeken. Om die reden wordt hij waarschijnlijk gevraagd om deel uit te maken van het onderzoeksteam naar de crash van de Franse vliegeniers in 1945. Fig. 35. Sjef Jonkers (links) met zijn goede vriend Wiel Kessels, ca. 1945. Foto collectie Jos Jonkers jr., Nederweert. 57 58 Frank Tossaint en Jan Mueters, In vuur en vlam. 250 Jaar brandweer in Nederweert (Nederweert 2005). Interview met diens zoon, Jos Jonkers, op 5 januari 2020. 40 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 3.2 STRABO Expeditie naar de crash site Een interview van Germaine l’Herbier met overlevende Brillard, die nog heldere herinneringen koestert aan zijn redder De Bruin uit Ospel, in 1945 vormt de aanleiding om naar Nederweert en Asten te reizen. Het doel is om sporen te vinden van de vermiste inzittenden Bagot en Le Mitouard. Met een Britse vrachtwagen, die beter dan een gewone auto geschikt wordt geacht voor de moerassige eindbestemming en die beschikbaar is gesteld door het Belgische Rode Kruis, reist men op 12 december 1945 vanuit Brussel af naar Nederweert.59 Germaine l’Herbier treedt op als de Chef de Mission en wordt vergezeld door prinses Murat, gravin du Monceau de Bergendal en luitenant Albert Brillard. Gravin du Monceau is de chauffeuse. De delegatie vervoegt zich bij het raadhuis om informatie, maar daar weet men van niets. “Misschien weet kapelaan Janssens dat wel”, wordt hen geadviseerd. Die wordt ontboden en vervolgens stellen allen zich aan elkaar voor. Fig. 36. Het raadhuis van Nederweert (midden en rechts op de foto) in 1941. Hier vindt in 1945 de ontmoeting van kapelaan Janssens met de delegatie van het Rode Kruis plaats. Foto collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Janssens beschrijft het minutieus in zijn memoires: De eerste die zich voorstelde was Madame l’Herbier, de chef van de groep. Ze was instructrice van vliegeniers en schrijfster, vertelde ze me later. Toen ik haar zei dat we daar in de Peel oefeningen hielden met modelvliegtuigen, die de jeugd van Nederweert bouwden, heeft ze me diastroken gestuurd door haar zelf samengesteld voor vlieginstructie. Vervolgens stelde zich voor prinses Gerome Murat, een afstammeling van generaal Murat door Napoleon in de adelstand verheven. De derde dame was Gravin du Monceau, die ook nederlands sprak. Tenslotte stelde zich voor luitenant Albert Brillard, die in dat vliegtuig had gezeten en zich met een parachut[e] had weten te redden. 59 Over de juiste bezoekdatum heerst enige onduidelijkheid. Een geloofwaardige comtemporaine dagboekaantekening vermeldt 12 december als de dag van de expeditie. Een van de Nederweerter betrokkenen, kapelaan Janssens, noemt in zijn pas veel later (ca. 1980) geboekstaafde memoires de datum 14 december 1945. Maar dat is ook de datum van een bedankbriefje dat kapelaan Janssens enkele dagen later kreeg. We gaan er van uit dat 12 december, een woensdag, de juiste is. 41 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Onder begeleiding van Sjef Jonkers reist men naar de Moost, het veenderij-gebied op de grens van Nederweert en Asten, waar zich ook veenderij-opzichter Frans Smits bij hen voegt.60 Fig. 37. De onderzoeksdelegatie op 12 december 1945 in de Peel. Van links naar rechts: kapelaan Janssens, veenderijopzichter Frans Smits, peelwerker Sjef de Bruin, gravin du Monceau de Bergendal, medewerker Publieke Werken Sjef Jonkers, prinses Murat en luitenant Brillard. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Men heeft zijn zinnen gezet op het in eerste instantie terugvinden van de Ospelnaar Sjef de Bruin, die in de herinneringen van Brillard zo’n prominente plek had gekregen. Hij wordt geacht de sleutel te zijn tot het vinden van de crashplaats. Het Limburgse landschap is niet het klassieke ‘Hollandse’ beeld dat ze verwacht had, namelijk dat van vruchtbare weiden en draaiende windmolens. Op de oever van de Zuid-Willemsvaart is het een bedrijvigheid met schepen waar de zwarte turf werd overgeladen. Daar ontmoet men De Bruin, die vertelt dat hij wist waar de twee vermisten liggen. Met zijn allen gaat men per vrachtauto naar de locatie die De Bruin heeft aangeduid. Op weg naar de crash site krijgt de delegatie een ongeluk. De truck rijdt in door riet gecamoufleerde loopgraaf (ook weer een oorlogsherinnering) en de inzittenden worden flink door elkaar geschud. De bestuurster, die naar eigen zeggen wel meer heeft meegemaakt in de bush van Belgisch Congo, laat zich niet ontmoedigen. Maar uiteindelijk wordt het terrein te slecht, moet men de vrachtwagen verlaten en zich door heide en modder naar de plaats van bestemming begeven.61 60 Volgens sommige bronnen reist Smits mee vanuit Nederweert naar de Moost, volgens andere ontmoet hij de delegatie pas in de Moost. Gemeente-ambtenaar Louis Rulkens meldt bij zijn onderzoek in 1951 dat ook hij persoonlijk gesproken heeft met gravin du Monceau en luitenant Brillard, maar daaruit blijkt niets uit de oorspronkelijke stukken.60 61 Germaine l’Herbier, La Fin du N.A. 197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. 42 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO -Et bien ! il faut le retrouver ! Peut-être nous dira-t-il [Sjef de Bruin AB] ou sont vos deux camarades disparus: Bagot et Le Mitouard. Voulez-vous m'accompagner pour enquêter en Hollande ? - Bien volontiers. Quelques jours plus tard ayant laissé à Bruxelles la modeste voiture de tourisme de la mission, qui était bien incapable d'affronter le marais, nous filions vers Nederweert, à bord d'un puissant camion Anglais, mis à notre disposition par le "Motor Corps" de la croix rouge Belge. Le "truk" était magistralement piloté par une conductrice d'origine Hollandaise qui allait se révéler une interprète extrêmement précieuse. Le paysage n'était plus celui d'une Hollande aux champs fertiles et aux moulins à ailes battantes, dont les maitres flamands nous ont appris à aimer la douceur triste. Terre désolée ! Sur le canal SUID-WILLEMS, de lourds chalands étaient chargés de tourbe noire. Nous arrivames à la tourbière ou travaillait de Bruin. Oui, il savait ou était l'avion... et les deux morts. Guidés par lui, nous avancions à travers le Peel désert au sol gluant, avec le ronflement coléreux du moteur en première. Brusquement, nous fûmes tous vidés sur le plancher de la voiture. -Rien de cassé ? questionna la conductrice imperturbable (elle en avait vu bien d'autres, ayant vécu dans la brousse du Congo Belge). -Non rien de grave, mais que s'est-il passé ? - Nous sommes tombés dans "un trou d'homme" caché par les roseaux. Encore un souvenir de la guerre dans le Peel ! Bientôt nous dûmes abandonner le camion, car le terrain était miné. Nous avancions avec précaution, péniblement, à pied, dans les herbes et la boue sèche. Al tijdens de kerst van 1945, dus luttele dagen na het bezoek, publiceert kapelaan Janssens in het blaadje van de Nederweerter Jongenscongregatie zijn gedetailleerde herinneringen aan de expeditie.62 Enkele fragmenten daaruit worden integraal weergegeven: […] na veel hotsen en botsen kwamen we toch op de bestemde plaats aan. De Gravin lachte en zei: “De kapelaan heeft veel vertrouwen in mij”. Ik zei maar niks. Terwijl we te voet verder gingen ontmoetten we overal brokstukken van het vliegtuig. De luitenant begon aanstonds te zoeken, daar riep hij wat… op een der verwrongen platen had hij een nummer ontdekt: het klopte; dit was hun toestel geweest. Fig. 38. Luitenant Albert Brillard, lid van de onderzoeksdelegatie, aan de rand van de inslagkrater van de NA197. Grote brokstukken van de crash liggen verspreid op de rand. Foto uit: Aviation Francaise, aflevering 52, 30 januari 1946. 62 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. B.8.4 Archief Jongenscongregatie 1943-1946. 43 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Aangekomen bij de krater van de inslag leidde dit tot lugubere vaststellingen: […] een gat […] naar men beweerde 6 meter diep. Thans geheel gevuld met water. Hier moest een der vliegers met geopende parachuut ingevallen zijn, waarschijnlijk vastgezogen, had men hem er niet uit kunnen trekken. Een andere vlieger, die nog vermist werd, is waarschijnlijk totaal verscheurd. We vonden nog een voet en klederresten. Fig. 39. Luitenant Brillard (vooraan, geknield) ontdekt in de wrakstukken van het vliegtuig een kledingstuk van een verongelukte vliegenier. Van links naar rechts peelwerker Sjef de Bruin, Sjef Jonkers, Frans Smits en kapelaan Janssens. Geheel rechts de gravin du Monceau. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Fig. 40. Door Germaine l’Herbier in 1945 gevonden resten die aan de nabestaanden van Mitouard zijn gegeven. Foto ontleend aan http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html 44 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Vervolgens wordt een moment van stilte in acht genomen en op verzoek van de gravin zegent de kapelaan de grafplaats van de twee omgekomenen. Met name luitenant Brillard is hevig aangedaan. Het valt kapelaan Janssens op dat deze overlevende weinig spreekt en voortdurende peinzend voor zich uit kijkt. Er worden nog enkele foto’s gemaakt waarna de delegatie verder trekt naar de nabijgelegen boerderij.63 Dat moet hoeve ‘De Veluwe’ van het boerengezin Maas zijn geweest. De Franschen stonden blijkbaar verbaasd over het groot aantal kinderen, er waren er tien. Toen we weer buiten kwamen zei de gravin tegen me: “Een flinke vrouw en de kinderen zien er zoo gezond en goed uit en wat leven die menschen eenvoudig ongekunsteld en… gelukkig, veel gelukkiger als wij”. In zijn pas veel later te boek gestelde memoires geeft Janssens nog enkele aanvullende details. In essentie komen die overeen met zijn aantekeningen uit 1945. Wel verschillen die in het aantal kinderen dat het gezin telde:64 Bij het binnenkomen was er een vrouw in huis en nog vier kleine kinderen. De gravin stiet me aan en vroeg: “Zijn die kinderen allemaal van die vrouw?” Ik vroeg de vrouw of ze nog meer kinderen had. “Ja, nog twee op school”. Buiten gekomen, zegt de gravin: “Wat is dat toch een arme vrouw met al die kinderen, ze kan nooit eens uitgaan”. Ik zei: “Gelooft u, mevrouw, dat die moeder toch gelukkig kan zijn?” En ze antwoordde stil voor zichzelf: “ik denk dat ze gelukkiger is dan ik”. Zij [de gravin, AB] had slechts één kind.65 Fig. 41. Tussen Sjef de Bruin (links) en Sjef Jonkers (rechts) zien we op de achtergrond (rode pijl) de boerderij ‘De Veluwe’ van de familie Maas. Uitsnede, Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert Terug aangekomen bij de legertruck nemen luitenant Brillard en zijn redder Sjef de Bruin afscheid van elkaar. Sjef raakt enigszins geëmotioneerd, draait zich om en loopt met grote stappen terug het woeste Peellandschap in. De overigen keren terug naar de veenderijkolonie in De Moost. Daar hebben zich inmiddels heel wat belangstellenden verzameld. Er wordt daar gezocht naar de man die een van de dode piloten gevonden heeft en daarvan melding had gedaan aan de Engelse militairen. 63 Janssens noemt de naam van de bewoners niet, maar uit andere bronnen weten we dat het de familie Maas van Hoeve ‘De Veluwe’ was. Destijds was het adres Peel 34, momenteel (2019) is dat Veluwsedijk 14. Bevestigd door mw. Francien Boots-Maas, dochter van Frans Maas en geboren in 1949. 64 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens. 65 Dat kind was een zoon, graaf Yves-Jean du Monceau de Bergendal (1922-2013). Bij zijn huwelijk in november 1948 was kapelaan Janssens een van de genodigden. Het is niet bekend of hij aan de uitnodiging gevolg heeft gegeven, daar blijkt althans niets uit in zijn nagelaten archief. Het citaat is aangevuld met enkele ontbrekende leestekens. 45 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Janssens meldt dat later bleek dat dit een zoon van zekere Frencken was geweest.66 Dan meldt zich ook nog een zekere Klui(j)tmans, die iets interessants komt vertellen:67 Kluitmans komt vertellen, dat hij een parachuut heeft, waar een nummer op staat. We treden binnen. Brillard haalt een briefje met nummer uit zijn zak, vergelijkt dit… het zijn precies dezelfde nummer, het is zijn parachuut. Heel bescheiden wordt naar een stukje gevraagd, wat met plezier wordt afgestaan. Mhr. Smits68 bezorgde hem later ook nog een speld van een der vliegers afkomstig, waar ze heel blij mee waren. Daarmee komt een einde aan het onderzoek. Hoewel de Fransen na alles wat ze gezien en gehoord hadden eigenlijk geen honger meer hebben, gaan gasten en gastheren aan de koffietafel. Daar wordt nog een aantal praktische zaken besproken. Ook wordt daar het idee van de plaatsing van een herdenkingskruis voor de twee katholieke slachtoffers geboren. Kapelaan Janssens belooft de gravin om daar samen met zijn ‘jongens’ van Jong Nederland werk van te maken. Fig. 42. Bedankbriefje van de Franse onderzoeksgroep aan kapelaan Janssens. De expeditie was op 12 december, het bedankje dateert van twee dagen later. Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Om half acht in de avond worden adressen uitgewisseld en vertrekt het gezelschap naar Eindhoven.69 Niet nadat gravin Du Monceau de gastheren bedankt en hen uitnodigt voor een tegenbezoek op haar kasteel in Brussel. Twee dagen later, op 14 december 1945, richt de Franse equippe een bedankbriefje aan zowel ‘Monsieur le Chapelain de Nederweert’ als aan Sjef (Jos) Jonkers. Germaine 66 Frencken is zeer veel voorkomende familienaam in dit gedeelte van Ospel, zodat nadere identificatie van deze man onwaarschijnlijk is. 67 Deze informant was Joseph Mathijs Kluijtmans, bewoner van een van de peelwerkerswoningen in De Moost (huisnummer D76 in 1950) en schipper van de veenderij. Zijn zoon Gerard Kluijtmans (geb. 1935) bevestigt in een interview op 30 december 2019 dat zijn ouders een parachute hadden gevonden. Van het mooie, fijne stof waren kleedjes voor de dochters gemaakt. 68 Frans Smits, bedrijfsleider van de veenderij. 69 De bestemming zal wel Eindhoven-Woensel zijn geweest, alwaar zich een geallieerde begraafplaats voor vliegeniers bevond (en nog steeds bevindt). 46 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO zal daarna meteen zijn gaan schrijven want al op 30 januari 1946 verschijnt in het Franse luchtvaartblad Aviation Française haar grote artikel over crash. Op 7 februari 1946, exact een jaar na de crash stuur gravin Du Monceau namens Germaine l’Herbier een exemplaar van het luchtvaartblad naar kapelaan Janssens in Nederweert, die daarmee zeer verguld zal zijn geweest.70 Fig. 43. Het artikel van Germaine l’Herbier over de NA197 in Aviation Française, afl. 52, 30 januari 1946. Naast het verslag dat Germaine l’Herbier maakt en de eigenhandige aantekeningen van kapelaan Janssens uit 1945 en zijn memoires met aanvullingen van latere datum (die nog volgen), bestaan er weinig authentieke aantekeningen over het bezoek. De enige bekende uitzondering is de al eerder genoemde Jean C.A. Bruekers (1923-2014). Hij noteert het niet-alledaagse bezoek in zijn dagboek71: Woensdag 12 Dec[ember 1945]72 Vandaag is een auto met een franse piloot 1 franse prinses en 1 pilote allen bij de RAF met kaplaan Jansen naar de peel geweest bij den heer de Bruin die een piloot ondergedoken had, onderweg vonden ze nog een been dat afkomstig was van een piloot uit het vliegtuig van bovengenoemde. 70 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens. Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. C.1.183 Oorlogsdagboek Jean CA Bruekers 19391946. 72 Kapelaan Janssens schrijft in zijn postume aantekeningen uit 1980 dat dit voorval op 14 december plaatshad, maar dat moet een vergissing zijn. 71 47 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO De aantekening van Bruekers klopt vrij precies, al heeft hij het over één man en twee dames, terwijl de delegatie nog een extra dame telde. Zijn vermelding van de vondst van een lichaamsdeel van een van de verongelukten wordt ook bevestigd door de aantekeningen van kapelaan Janssens. Het bezoek laat de kapelaan niet los. In december 1945 (en dus vermoedelijk vlak na het bezoek van de delegatie) plaatst kapelaan Janssens een oproep voor nadere informatie in het blaadje van de Jongenscongregatie, waarvan hij zelf oprichter, leider en redacteur is.73 Fig. 44. Oproep van kapelaan Janssens om nadere informatie (december 1945). Het onderzoek van de delegatie krijgt overigens nog een klein vervolg. Daarover worden we ingelicht in een brief van de burgemeester van Asten aan prinses Murat in Parijs. In die op 24 januari 1946 gedateerde brief vertelt de burgemeester dat hij van Frans Smits (van de veenderij) heeft vernomen dat de prinses tijdens haar bezoek aan de Peelstreek op het gemeentehuis van Someren is geweest. Daar zou men haar verteld hebben dat er niets over de verongelukte Franse piloten bekend was. De burgemeester haast zich om uit teleggen dat dit gebrek aan informatie er zijn oorzaak in vindt dat ten tijde van de crash het Engelse bevrijdingsleger hier nog actief was. De Engelsen hadden ‘aanstonds’ daarbij de leiding genomen, is zijn excuus. Omdat – in tegenstelling tot de periode vóór de bevrijding – de Engelsen de plaatselijke situatie goed onder controle hadden, had de gemeente Asten zich er niet mee bemoeid.74 De uitleg van de Astense burgemeester klopt en wordt bevestigd uit andere bronnen die we hiervoor de revue hebben laten passeren. Ook in Nederweert gebeurt de opvang van de overlevenden niet door de gemeente maar onder auspiciën van de commandant Roggeveen van de Binnenlandse Strijdkrachten. Die vormen de wegvoorbereider van het nieuwe nationale bestuur nadat de bevrijders zich teruggetrokken zullen hebben. Er is op dat moment zowel in Asten, Someren als Nederweert nog sprake van een bestuurlijk overgangsregime 75 73 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. B.8.4 Archief Jongenscongregatie 1943-1946. Postscriptum bij het afschrift van het proces-verbaal dat de Koninklijke Marechaussee Groep Asten op 9 februari 1945 maakte. Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 75 Alfons Bruekers, Leiderschap in niemandsland. Kees Roggeveen als commandant van de Ordedienst in Nederweert (1944). STRABO (Nederweert 2020). 74 48 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 45. Verslag van het onderzoek, door kapelaan Jo Janssens. Gepubliceerd in het blad van de Jongenscongregatie Nederweert, Kerstmis 1945. Bladzijde 1 van 3. 49 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig.46. Verslag van het onderzoek, door kapelaan Jo Janssens. Gepubliceerd in het blad van de Jongenscongregatie Nederweert, Kerstmis 1945. Bladzijde 2 van 3. 50 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 47. Verslag van het onderzoek, door kapelaan Jo Janssens. Gepubliceerd in het blad van de Jongenscongregatie Nederweert, Kerstmis 1945. Bladzijde 3 van 3. Fig.48. en 49. Aantekeningen over de crash, achtergelaten door de Franse onderzoeksdelegatie. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 51 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 50. Gravin du Monceau de Bergendal bidt bij de crashplaats. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Ook Germaine l’Herbier van het Franse Rode kruis en lid van de onderzoeksdelegatie van december 1945, stelt haar bevindingen op papier. In een brief van 2 januari 1946 licht zij de vader van de verongelukte Le Mithouard in over haar bevindingen:76 Helaas heb ik de pijnlijke plicht u te zeggen dat uw zoon en sergeant Bagot nog aan boord waren ten tijde van de explosie. Hun arme uiteengereten resten werden verspreid. ’s Ochtends zag men een deel van een parachute drijven. Men probeerde die naar zich toe te trekken, in de hoop een lijk daaronder te vinden. Een ogenblik zag men een hand verschijnen met aan de ringvinger een zilveren trouwring, die van sergeant Bagot. Vervolgens verdween alles in het water en de modder. Maar recentelijk bracht een van de overlevenden van de bemanning van uw zoon, de radiotelegrafist adjudant Brillard, mij een bezoek. Hij leverde mij de noodzakelijke leidraad, dat wil zeggen het adres van de boer die hem had opgevangen toen hij na zijn parachutesprong half bewusteloos rondzwierf door het moeraslandschap van Nederweert. Samen met Brillard (december 1945) zijn we snel naar Holland gegaan om in de streek onderzoek te doen. Maar adjudant Brillard en ik zijn van mening dat uw arme kind, in zijn koepel gebleven zijnde, zich niet in die grote, ondergelopen krater bevindt. We hebben namelijk op 20 meter afstand daarvan, begraven in de modder, de resten van een uniform, een thermoschuttersoverall en laarzen gevonden. Bovenaan de mouw zat een metalen badge met het woord France erop. Adjudant Brillard was categorisch: alleen uw zoon droeg zo’n badge. Zo moeten dit dus wel zijn verminkte resten zijn. Maar met het oog op de winter en de hoge stand Vertaling uit het Frans ontleend aan de publicatie van Joop Hendrix, Halifax “NA 197” crash in Asten 07-02-1945, https://bhic.nl/media/document/file/halifax-na197-crash-asten-3-.pdf. 76 52 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO van het water, was het ons onmogelijk opgravingswerkzaamheden te verrichten. We hebben er een kruis bij gezet en meneer pastoor heeft de zegen gegeven. Een klein jaar later verschijnt nog een terugblik in de Brabantse en Limburgse dagbladen. Fig. 51. Dagblad Limburger Koerier (?), overgenomen uit Helmondse Courant, 31 januari 1946. Archief familie Bruekers . 53 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 4. STRABO Eerste herdenkingsplechtigheid (februari 1946) Ongeveer een jaar na de crash in de Veluwepeel wordt er al een herdenkingsplechtigheid georganiseerd. Daar zijn geen nadere berichten over bewaard gebleven en we kunnen niet uitsluiten dat het slechts bij een plan is gebleven. Het feit dat we er tóch iets over weten komt voort uit een subtiele interventie door de waarnemend burgemeester van Asten, Van Golsten Brouwers. In zijn brief van 24 januari 1946 aan Prinses Murat in Parijs laat hij zich ontvallen:77 Naar ik thans verneem zal op 2 febr. a.s. onder mijne gemeente in de Peel ter plaatse waar het vliegtuig is neergestort, een herdenkingsplechtigheid plaatshebben. Ik zou het echter zeer op prijs stellen, indien Uwe Hoogheid zoudt willen bevorderen, dat mij tevens een uitnodiging zal bereiken, om mijn gemeente bij de plechtigheid op 2 febr. A.s. te vertegenwoordigen. Voor de goed verstaander, en dat zal prinses Murat zeker zijn geweest, spreekt hier een lichtgetergde burgemeester die zich gepasseerd voelt. Waarom hij ervoor kiest om uitgerekend via de prinses in Parijs alsnog uitgenodigd te worden, is onduidelijk. Het kan alleen maar betekenen dat de herdenking vanuit Frankrijk georganiseerd is. Mocht hierdoor al de noodzaak zijn ontstaan zijn om plooitjes glad te strijken, dan zal dat ongetwijfeld gebeurd zijn tijdens de officiële plaatsing van een herdenkingskruis in april van datzelfde jaar (hoofdstuk 5). In de lokale kranten van die periode zijn geen sporen van een herdenkingsplechtigheid op 2 februari te vinden. Of dat het gevolg is van een discussie of enigerlei sentimenten is onbekend en ook niet verder uitgezocht.78 In datzelfde voorjaar neemt de militaire attaché van de Franse ambassade door tussenkomst van het Nederlandse Ministerie van Oorlog contact op met het gemeentebestuur van Asten. Wellicht is dit in de context van de voorbereidingen van de oprichting van een herdenkingsmonument, maar zeker is dat zeker niet. Het kan ook gaan om formaliteiten rondom het regelen van de nalatenschappen van de overleden vliegeniers, want dat kan men vermoeden uit de vraagstelling. De Fransen verzoeken namelijk om een kopie uit de overlijdensacten uit de registers van de Burgerlijke Stand van Asten, van Le Mithouard en van Bagot. De gemeente antwoord echter dat deze inschrijvingen nooit hebben plaatsgevonden en er wordt volstaan met toezending van een afschrift van het procesverbaal van de Astense politie.79 77 Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 78 Onderzocht zijn de desbetreffende lokale kranten Peelbelang en Helmondse Courant. 79 Brief van het Ministerie van Oorlog d.d. 1 maart 1946 en antwoordbrief van het gemeentebestuur van Asten d.d. 12 maart 1946. Op. cit. Collectie in ’t Zandt, Venlo. 54 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 5. STRABO Plaatsing van het herdenkingskruis (april 1946) Het artikel met terugblik op het bezoek door de gravin in de Helmondse Courant van 31 januari 1946 is blijkbaar een soort opmaat naar de volgende gebeurtenis: de plaatsing van een herdenkingskruis. De inhuldiging van deze op 12 december gedane belofte vindt plaats op Goede Vrijdag 19 april 1946. Janssens orchestreert een en ander tot in de puntjes, zoals bij de tocht met een door jongens gedragen gigantisch ruwhouten kruis door het ruige Peellandschap. ‘The Passion’ avant-le-lettre…: Fig. 52. Memoires van kapelaan Jo Janssens, te boek gesteld circa 1980. Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Fig. 53. Aankomst van leden van Jong Nederland met het herdenkingskruis, krans en denkplaquette bij de bomkrater van de vliegtuigcrash. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 55 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 54. Leden van Jong Nederland voeren het kruis naar de plaats van bestemming en tonen het herdenkingsbord. Linksonder (geknield) hopman Jacques Raemaekers. Uiterst rechtsboven Jan Freij. Uitsnede van oorspronkelijke foto. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 56 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 55. Plaatsing van het herdenkingskruis. Geheel rechts kapelaan Janssens. Linksonder is het spiegelende water van de volgelopen krater van de vliegtuigcrash te zien. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Fig. 56 Inzegening van het kruis door kapelaan Janssens. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 57 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 57. Toespraken en gebed door de leden van Jong Nederland uit Nederweert. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Fig. 58. Ontwerptekst van het bord bij het kruis. Collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. De met andere en latere hand bijgeschreven naam Rognant heeft betrekking op een inzittende van de NA260, die in Weert-Zwartbroek begraven werd. 58 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO In de lokale media wordt ruimschoots aandacht geschonken aan de plaatsing van het herdenkingskruis. We laten enkele krantenartikelen hierna integraal volgen. Fig. 59. Dagblad Maas- en Roerbode, 25 april 1946. 59 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 60. Dagblad Helmondsche Courant, daags na Goede Vrijdag 1946. 60 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 61. Onbekend dagblad, ca. april 1946. 61 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 62. Dagblad Gazet van Limburg, 6 april 1950 (toegeschreven aan correspondent Jos Kirkels). 62 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Van het artikel ‘Het kruis in de Peel’ uit de Maas- en Roerbode, menen we de auteur te kennen. In het archief van Jong Nederlnd bevindt zich namelijk een niet-gesigneerde, getypte manuscriptversie van dat artikel, die we mede aan de hand van de geschreven correcties kunnen toeschrijven aan kapelaan Janssens.80 Fig. 63. Manuscriptversie van een artikel over de kruisplanting, in het archief van Jong Nederland (voorzijde). 80 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. C.6.2.26 Archief Jong Nederland afd. Nederweert. 63 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 64. Manuscriptversie van een artikel over de kruisplanting, in het archief van Jong Nederland (keerzijde). Een vergelijkbaar concept-artikel, evenmin gedateerd en ondertekend, diende als basis voor een publicatie in het Weekblad voor Nederweert.81 Fig. 65. Manuscript-artikel uit ‘Weekblad’, vermoedelijk voor Weekblad voor Nederweert, 1946. In zijn memoires geeft Frans Smits, bedrijfsleider van de veenderij en ooggetuige van de kruisplaatsing, nog enkele interessante details:82 Een paar dagen daarvoor had onze timmerman [Sjang Sieben AB] in zijn vrije tijd een kruis gemaakt van kienhout. De boom die hij daarvoor had gebruikt was zo’n 8000 jaar oud, circa acht meter lang en ruim een halve meter dik. Prima geschikt dus voor zijn doel. 81 82 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. B.6.21. Frans Smits, Mijn leven in de Peel (Meijel 1987), p.154-158. 64 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Het kruis dat Sieben gemaakt had, stak tenslotte vijf meter boven de grond uit en het dwarshout mat drie meter. […] Met de lorrie werd het kruis tot vlakbij de plek vervoerd. Het laatste stuk werd het gedragen door de jongens. De Franse missie kwam met hun landrover. Fig. 66. Groepsfoto na de kruisplaatsing. Rechts van het kruis (in pij) kapelaan Jo Janssens. Het is niet bekend wie de beide meisjes met de krans zijn. Bron: https://liberationroute.nl/the-netherlands/pois/a/a-cross-in-th-peel. 65 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 6. STRABO Bezoek van nabestaanden (1947-1948) De nabestaanden van de verongelukte vliegeniers Paul le Mitouard en Jean Bagot brengen in 1947 resp. 1948 een bezoek aan de crashplaats. Van beide bezoeken zijn foto’s bewaard gebleven, en van dat van de moeder van vliegenier Bagot ook een uitgebreide correspondentie. 6.1 Ouders van Paul le Mitouard In de winter van 1947/’48 brengen de ouders van de gesneuvelde Paul le Mitouard een bezoek aan de crash site in Asten. Vader le Mitouard is militair Geneesheer-Directeur van de regio Oujda in Marokko en komt speciaal voor het graf van zijn zoon naar Asten, in gezelschap van zijn echtgenote. Er moet nog een derde bezoeker, een dame, bij zijn geweest maar daarover ontbreken verdere gegevens; vermoedelijk was dat de gravin Du Monceau.83 Het bezoek vindt plaats vóór 28 januari 1948, want van die datum dateert een vanuit Marokko geschreven brief aan kapelaan Janssens. Daarin wordt deze bedankt voor zijn brief en twee foto’s die waren meegestuurd. Le Mitouard spreekt de hoop uit om elk jaar of om de twee jaar de crash site van zijn zoon te komen bezoeken.84 Aangezien de dokter in zijn brief van 22 januari de nieuwjaarswensen van Janssens lijkt te beantwoorden, kunnen we herleiden dat diens brief, en dus ook het bezoek aan de Peel, nog in 1947 hebben plaatsgevonden.85 Fig.67 en 68. Foto’s van het bezoek uit 1947. Op de linker foto kapelaan Janssens en de ouders Le Mitouard uit Marokko. Wie de middelste dame op de rechter foto is, is niet bekend. Foto’s collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 6.2 Moeder van Jean Bagot Op het einde van 1947 wendt de weduwe Bagot uit Dinan (Bretagne, Frankrijk), moeder van de omgekomen en vermiste piloot Jean Bagot, zich tot de burgemeester van Asten om inlichtingen over haar zoon. Aangezien deze haar niet kan helpen, wordt zij doorverwezen naar kapelaan Janssens in 83 Smits noemt in zijn memoires een bezoek, een jaar na de kruisplaatsing, van gravin Du Monceau, de ouders en een zuster van een omgekomen piloot. Frans Smits, Mijn leven in de Peel (Meijel 1987), p.154-158. 84 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens. 85 Helaas is van de oorspronkelijke brief van Janssens geen kopie of kladexemplaar bewaard gebleven. 66 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Nederweert. Die ontvangt in december 1947 een brief van de weduwe met daarin vragen over haar zoon. Ze heeft, zo zegt zij, de beschikking over een meisje dat het antwoord van de kapelaan kan vertalen in het Frans. Later zal blijken dat zij mejuffrouw E Bouly heet. Vrijwel gelijktijdig wordt de kapelaan benaderd door H. Geurtjens (1875-1957), oud-Ospelnaar en als pater van de Orde van de Missionarissen van het H. Hart woonachtig in het Missiehuis te Tilburg. De pater is op zijn beurt ook benaderd uit Dinant en geeft nog wat meer inzicht in de onderliggende vraag. De weduwe Bagot heeft namelijk van het minsterie van de luchtvaart in Parijs de (foutieve) informatie ontvangen dat de verongelukte Jean Bagot begaven zou zijn op het kerkhof te Asten. Maar ze beschikt ook over informatie dat de lijken van Bagot en le Mithouard nog op de plek des onheils zouden zijn. Geurtjens benadert daarom kapelaan Janssens om helderheid te verschaffen, aangezien de weduwe voornemens was naar Nederland af te reizen. Fig.69 en 70. Pater H. Geurtjens speelt een rol in de contacten met de nabestaanden van vliegenier Bagot. Linker foto aangeleverd door Doospel Vreuger, rechter foto collectie Jos Jonkers. Er komt een flinke correspondentie tussen Geurtjens en Janssens op gang.86 Gezien de slechte terreingesteldheid van de Peel in het winterseizoen wordt geopperd om het bezoek van de weduwe pas in het voorjaar van 1948 te laten plaatsvinden. Geurtjens laat weten dat de weduwe Bagot – anders dan de ‘graven’ (daarmee bedoelt hij waarschijnlijk de adellijke bezoekers uit 1945) weinig vermogend is en vraagt of de kapelaan een retourkaartje voor de trein zou willen bekostigen. Waarschijnlijk komt alles in een stroomversnelling en tussen kerst en nieuwjaar van 1947 krijgt Janssens persoonlijk bericht van de weduwe Bagot dat ze in het komende voorjaar zal afreizen. Dat komt er van in juli 1948, wanneer Geurtjens bericht dat de weduwe Bagot en een dochter naar Nederweert komen. Indachtig de eerdere correspondentie wordt de kapelaan gevraagd om logies voor één nacht en goedkoop of gratis vervoer naar de crashplaats te regelen. De al genoemde mejuffrouw E. Bouly, een gemeenschappelijke kennis van de weduwe en van Geurtjens, met een Nederlandse moeder, zal haar vergezellen. Er wordt gemikt op 17 juli. Na het bezoek kan de weduwe met Geurtjens, die in Parijs een congres wil bijwonen, mee terug reizen. Het bezoek vindt doorgang en bij het kruis worden bloemen gelegd en foto’s gemaakt door kapelaan Janssens. Die ontvangt daarvoor op zijn beurt op 25 augustus 1948 een vriendelijk bedankbriefje. 86 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens 67 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 7. STRABO Onderzoek van 1951 Een onderzoek uit 1951 naar de crash site levert weer nieuwe inzichten.87 De voorzitter van de Afdeling Nederweert van het Nederlands Oorlogsgraven Comité, Louis Rulkens (1898-1974), beschrijft in mei 1951 op verzoek van de algemeen-secretaris J. Blom zijn herinneringen aan de crash. Hij noteert dan dat hij in 1946 persoonlijk gesproken heeft met Gravin du Monceau en luitenant Brillard, over de crashlocatie. Die zou toen nog niet bekend zijn en ook niet traceerbaar zijn geweest op basis van de luchtbeschermingsrapporten (die zich overigens ook nog tot Nederweert beperken terwijl de crash site buiten de gemeente lag). Ook een onderzoek door Rulkens samen met een niet nader genoemde Canadese majoor zou geen resultaten hebben opgeleverd. Pas later, dus na 1946, zou luitenant Brillard de crashplaats zelf hebben gevonden. Fig. 71. Deel uit het onderzoeksverslag van Louis Rulkens uit 1951. Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert. Waarschijnlijk heeft Rulkens zich hier één jaar in de datering vergist, want de door hem beschreven gebeurtenissen vonden in 1945 plaats. Wel geeft hij enkele interessante details die uit eerdere waarnemingen niet bekend zijn. Zo blijkt uit zijn rapport dat het kruis in het voorjaar van 1951 reeds verdwenen is door weersinvloeden, dus niet pas in 1952 zoals uit andere bronnen wordt gemeld.88 Rulkens aan het woord: Ik ben zelf naar deze plaats toe geweest en mij op de hoogte gesteld van de huidige situatie (+/- 20 K.M. van huis af).89 Het kruis, dat door de jeugdvereniging van Nederweert was geplaatst, was nergens te vinden en bij informatie ter plaatse vertelde de eigenaar van het land, waar het kruis gestaan heeft, mij dat het door de wind was afgebroken en stukgevallen was. Hij had de resten in zijn schuur opgeborgen. […] Op het bord, dat ik uit het water van de bomtrechter heb opgevist, waren geen namen meer leesbaar. Wel vernam ik van een in de 87 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. B.6.21, Archief Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert. Brief van L.H. Rulkens d.d. 17 mei 1951. 88 Jeuken en Wolfs schrijven in 2015 dat het kruis in 1952 weggehaald is. Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in; In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.17. 89 Die afstand is schromelijk overdreven. Rulkens woonde in de kern van Nederweert en die ligt hemelsbreed 8 km van de crash-plaats verwijderd. Via de wegen die om de Peel lopen kan het 10 km zijn geweest, zodat Rulkens wellicht de retourreis erbij opgeteld heeft. 68 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO omgeving wonenden landbouwer, dat er plannen waren bij het gemeentebestuur van Asten om een monument ter plaatse op te richten? De uitleg van Rulkens over het verdwijnen van het kruis kent een andere (maar wel veel later opgetekende) versie uit de mond van voormalig buurtbewoner Gerard Kluijtmans (geb. 1935). Hij herinnert zich dat het kruis na 1948 weggehaald werd. Niet omdat het verweerd of vergaan was, maar omdat het in zijn herinnering in de weg stond bij de op handen zijnde ontginning van het terrein.90 Rulkens geeft ook nog interessante informatie over de afmetingen van de krater, die bijkbaar al voor een stuk gedempt is: Verder vernam ik nog, dat de bomtrechter, die zich direct na het ongeval met grondwater vulde en oorspronkelijk een diepte van negen meter bij een middellijn van acht en twintig meter had (thans nog vijf meter diep en een middellijn van acht meter) ontstaan is, door explosie van de drie en twintig bommen, die het vliegtuig aan boord had. Tenslotte maakt hij nog korte metten met een fabeltje: Het in de omgeving van Nederweert verspreide verhaal, als dat het vliegtuig in het peelmoeras verdwenen en verzonken is, lijkt mij zeer onwaarschijnlijk, omdat ter plaatse geen moeras aanwezig is. Ik voor mij denk dat, dat bij de explosie van de bommen en bemanning (die nog aan boord waren) en vliegtuig totaal versplinterd is. Fig. 72. Louis Rulkens, voorzitter van het Oorlogsgravencomité afdeling Nederweert, maakte deze foto bij de dodenherdenking in 1949. In het midden (met ambtsketen) burgemeester Van Uden. Foto (uitsnede): collectie Stichting Geschiedschrijving Nederweert, archief Oorlogsgravencomité, inv. nr. B.6.21. Het postscriptum in Rulken’s brief geeft daarentegen enkele aantoonbare onjuistheden. Hij schrijft dat luitenant Brillard reeds in de buurt van de Duitse grens met zijn parachute was afgesprongen. Dit is onjuist, want hij werd te Nederweert gevonden, op grote afstand van de Duitse grens. En ook zijn vermelding dat het vliegtuig in de buurt van Kleef in Duitsland zou zijn aangeschoten, wordt gelogenstraft door officiële rapportages van de overlevende inzittenden. Zo’n zes jaar na data zijn waarschijnlijk de herinneringen aan verschillende crashes met elkaar vermengd geraakt. 90 Interview met Gerard Kluijtmans te Nederweert, door Alfons Bruekers, 30 december 2019. 69 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 8. STRABO Plannen voor een definitief monument Het op initiatief van kapelaan Janssens en de leden van Jong Nederland uit Nederweert in 1946 opgerichte kruis is geen lang leven beschoren. Voor een deel heeft dat te maken met de materiaalkeuze van het kruis. Het betrof wel eeuwenhout kienhout uit het veen, maar door de blootstelling aan de open lucht erodeert dat vrij snel. We zagen hiervoor al dat Louis Rulkens schrijft dat het kruis al in het voorjaar van 1951 niet meer aangetroffen is en dat de resten waren opgeborgen in de schuur van de grondeigenaar.91 Een andere factor is het feit dat de zone van het kruis in 1946 nog woeste grond en onontgonnen gebied is. Maar het duurt niet lang voordat deze gronden in cultuur worden gebracht, waardoor het kruis moet verdwijnen. 92 Er zijn concrete aanwijzingen dat het gemeentebestuur van Asten hier een sturende rol in heeft gehad. Op 12 november 1946 richt het bestuur zich namelijk tot het Hoofd van de Dienst Identificatie en Berging van het Ministerie van Oorlog te Den Haag. Men legt uit dat zich achter de boerderij van Frans Maas een grote kuil bevindt die is ontstaan door het neerstorten van de bommenwerper op 7 februari 1945, en dat zich daar nu een kruismonument bevindt. Klaarblijkelijk, maar abusievelijk, denkt het gemeentebestuur dat het Ministerie van Oorlog de beheerder van het herdenkingskruis is. Men wordt verzocht om dit kruis te verwijderen, met als reden dat er vergevorderde plannen bestaan om het bewuste terrein in ontginning te brengen.93 Op verzoek van het Nederlandse Oorlogsgravencomité in Amsterdam bericht het Astens gemeentebestuur op 15 mei 1951 naar aanleiding van vragen dat er op het kruis bij de crashplaats geen namen (meer) staan en dat ‘de grafkuil binnenkort zal worden gedempt’.94 In datzelfde jaar geven B&W van Asten nog te kennen dat het in de bedoeling ligt om ter plekke een gedenkzuil op te richten in plaats van het kruis, maar dat plan wordt niet verwerkelijkt.95 In 1952 doet dokter Le Mitouard, vader van de verongelukte Paul le Mitouard, er nog een schepje bovenop. Hij richt zich vanuit Tanger tot het Nederlandse Oorlogsgravencomité. Hij informeert of het herdenkingskruis zich nog steeds op de crashplaats bevindt en vraagt naar de mogelijkheid om in plaats daarvan een stenen gedenkzuil met inscriptie ter nagedachtenis aan Bagot en le Mitouard te plaatsen.96 Een antwoordbrief is niet bekend, maar het resultaat is dat wel. Er kwam geen monument. Er rust blijkbaar geen zegen op, en dat ondervindt ook Frans Smits, die vlak voor zijn dood in 1987 op zoek gaat naar het kruis en er nog een poging toe waagt:97 91 Het kruis was dus reeds in 1951 verdwenen en niet pas in 1952 zoals in sommige publicaties wordt vermeld. Gerard Kluijtmans (interview 30 december 2019) stelt dat het kruis na 1948 is verdwenen om plaats te maken voor de ontginningen, en niet vanwege de conserveringstoestand. 93 Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). Volgens niet-verfifieerbare bronnen hebben op de voormalige locatie van het kruis nog enige tijd vier paaltjes gestaan als markering. 94 Op. cit. Men hanteert hier bewust het begrip ‘grafkuil’. In de correspondentie is tot 1960 gesproken met de nabestaanden over de herbegraving van de stoffelijke resten van Bagot en Le Mithouard op de erebegraafplaats in Kapelle, Zeeland. Dat is er nooit van gekomen om de simpele reden dat er geen herkenbare overblijfselen werden geacht aanwezig te zijn op de crashplaats. 95 Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in; In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.11-19. 96 Het jaartal 1952 is slecht leesbaar in de brief. Bron: http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html 97 Frans Smits, Mijn leven in de Peel (Meijel 1987), p.154-158. 92 70 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Hier rijst natuurlijk de vraag wat er van het kruis geworden is. Door de ontginning is dit belangrijke oorlogsmonument verdwenen. Een schrijven dat ik hierover onlangs richtte aan de burgemeester van Asten, werd slechts zeer kort en formeel beantwoord. Ik heb het kruis na onderzoek ter plekke in elk geval niet meer kunnen terugvinden. Van een kruis is dus ter plaatse niets meer te zien. Wél de straatnaam Kruisbaan in de directe omgeving, die naar verluid naar het herdenkingskruis is vernoemd. Het zal nog tot 2002 duren tot er bij het bezoekerscentrum van Nationaal Park De Groote Peel in Ospel een monument voor alle 95 in de Peel omgekomen bemanningsleden wordt geplaatst. Op de roestvrijstalen zuil staat in twee talen de tekst “Ter nagedachtenis aan de vliegtuigbemanning die hun dood vonden in de Peel tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945)." In 2019 worden er plannen ontwikkeld voor de plaatsing, beoogd op 7 februari 2020, van een herinneringspunt op de crashlocatie van de NA197. Al eerder is daar door de organisatie Deathvalley een herinneringsplaquette neergezet. Op die manier wordt de herinnering aan de crash van 1945 gekoesterd en bewaard voor toekomstige generaties. Fig. 73. De in 2002 bij het bezoekerscentrum van Nationaal Park de Groote Peel in Ospel geplaatste herdenkingszuil voor de verongelukte vliegtuigbemanningen in de Peel. Het ontwerp is van J. Dorssers en de zuil beeldt een gebroken ‘wing’ uit en vertelt het verhaal van de crashes in drie talen. Foto: internet. 71 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 9. STRABO Localisatie van de crash site van de NA197 In de recente literatuur over de veronderstelde dubbelcrash van de NA260 en de NA197 zijn enkele hypothesen geformuleerd over de plaats van de inslagkrater van de laatstgenoemde. Te meer daar ook het kort na de crash geplante herdenkingskruis verloren ging en het gebied in ontginning werd gebracht, was er ruimte voor onzekerheid met betrekking tot de juiste plek. Recent is daar veel onderzoek naar gedaan; dat is vooral de verdienste van Joop Hendrix die in samenwerking met Gerard Jeuken en Martien van Bussel en anderen ter plaatse archeologisch bodemonderzoek verricht. De resultaten daarvan werden in 2018 gepubliceerd. In het nu volgende hoofdstuk zal voor een tweeledige insteek worden gekozen. In het eerste deel wordt een overzicht gegeven van alle beschrijvende plaatsaanduidingen die uit de oorspronkelijke bronnen te extraheren zijn. In het tweede deel volgt een fotografische en kartografische reconstructie van de crash site. In het derde deel, tenslotte, wordt ingegaan op waarnemingen ter plaatse, aan de hand van het bodemonderzoek door lokale amateurs. 9.1 Tekstuele bronnen Op de eerste plaats is er het bezoekverslag van Germaine l’Herbier, die beschrijft hoe men, komende vanuit Brussel, bedacht heeft dat een legertruck wel het beste vervoermiddel zou zijn. Zij vervolgt: De truck reed in door riet gecamoufleerde loopgraaf (ook weer een oorlogsherinnering) en de inzittenden werden door elkaar geschud. De bestuurster, die wel meer had meegemaakt in de bush van Belgisch Congo, liet zich niet ontmoedigen. Maar uiteindelijk werd het terrein te slecht, moest men de vrachtwagen verlaten en zich door heide en modder naar de plaats van bestemming begeven.98 In een ander verslag over dat bezoek aan de crash site, in december 1945 gepubliceerd door kapelaan Jo Janssens, komen enkele topografische aanwijzingen voor:99 […] Sjef Jonkers bracht ons naar de Moost, waar dhr. Smits reeds de eerste inlichtingen kon verstrekken. Ook ontmoette luitenant Brillard daar Sjef de Bruyn, die hem indertijd had opgenomen en verzorgd. Er werd besloten de plaats te gaan bezoeken, waar het vliegtuig was neergestort. We stapten allen in zoo’n soort kleine truckwagen, bestuurd door gravin du Monceau. De tocht leidde dwars door de Peel. Het was een echte peelweg; soms zakten we een halve meter diep weg in de modder, eenmaal werd zelfs een sprong gewaagd over een oude loopgraaf […]. Terwijl we te voet verder gingen ontmoetten we overal brokstukken van het vliegtuig. […] Op de plaats waar het was neergestort was een groot gat geslagen, wel 15 meter breed en naar men beweerde 6 meter diep, thans geheel gevuld met water. […] Vervolgens bezochten we een boerderij in de buurt om mogelijk nog meer inlichtingen. De Franschen stonden blijkbaar verbaasd over het groot aantal kinderen, er waren er tien.[…]100 We zoeken de man, die een der doode piloten had gevonden en dit had gemeld aan de Engelsen […] later bleek het de zoon van Frencken geweest te zijn. Kluitmans komt vertellen, dat hij een parachuut heeft.101 98 Ontleend aan http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens. 100 Bedoeld wordt hier de boerderij van Frans Maas. Destijds was het adres Peel 34, momenteel (2019) is dat Veluwsedijk 14. Bevestigd op 19 september 2014 door mw. Francien Boots-Maas, dochter van Frans Maas en geboren in 1949 op de website van bhic.nl. 101 Naar de identiteit van de persoon (zoon van) Frencken is geen verder onderzoek gedaan. 99 72 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Kapelaan Jo Janssens schrijft in april 1946 een ingezonden artikel over de kruisplaatsing in dagblad Maas- en Roerbode, onder de titel ‘Het kruis in de Peel’. Daarin komen enkele details over de route naar de locatie voor. De tochte start vanaf de St. Lambertuskerk van Nederweert waar door genodigden en jeugdvereniging Jong Nederland eerst de Kruisweg wordt gebeden. Janssens schrijft:102 […] Daarna werd per vrachtauto de tocht naar de veenkolonie ‘De Moost’, gelegen onder de gemeenten Nederweert en Asten, aanvaard. Van hieruit maakte men verder gebruik van het spoorlijntje der veenderij. Op een der lorries werd ook het kruis geladen. […] het laatste gedeelte werd te voet afgelegd. […[ Eindelijk kwam men aan de plaats waar het vliegtuig was neergestort. Een groote kuil gevuld met donker bruin water gaapte ons tegen. Hier moest het kruis geplant worden’. Een vrijwel gelijktijdig artikel uit de Helmondse Courant geeft onder de titel ‘Doodenherdenking in Peelland’ een soortgelijke beschrijving met weer enkele andere details:103 Als we op de veenkolonie, de Moost, arriveeren, is Kap. Janssens met een 25-tal jongens reeds aanwezig […] druk doende twee lorries bij den aanlegsteiger van de opslagplaats, gereed te maken, waarmee de tocht over een spoorlijntje zal worden aanvaard. Het ruwe kruis […] wordt op een van de spoorwagentjes meegenomen. De tocht gaat langs vergane Duijtsche stellingen, waar hier en daar de graven van onbekende soldaten de verschrikkingen symboliseren. We komen voorbij het natuurreservaat waar bij onze komst de water- en rietvogels met angstige geluiden opvliegen. De krater, waarin het vliegtuig met geheelen bommenlast is gevallen, is geheel gevuld met zwartkleurig water. Het is stil hier. Op den rand van den krater wordt in een verhooging een gat gegraven. […] De jongens planten er enkele berkenboompjes omheen. De transcriptie van een ongedateerd krantenknipsel uit het Weekblad voor Nederweert (ongetwijfeld uit 1946) beschrijft de plaatsing van het kruis. Daarbij is een speciaal detail van belang: In V-vorm berkenboompjes geplant. Victorie. Verder is er nog een gedetailleerd verslag van een bezoek dat Louis Rulkens, voorzitter van het Nederlands Oorlogsgraven Comité Afdeling Nederweert in mei 1951 aan de crashplaats brengt.104 Ik ben zelf naar deze plaats toegeweest en mij op de hoogte gesteld van de huidige situatie […]Verder vernam ik nog, dat de bomtrechter, die zich direct na het ongeval met grondwater vulde en oorspronkelijk een diepte van negen meter bij een middellijn van acht en twintig meter had (thans nog vijf meter diep en een middellijn van acht meter) ontstaan is door explosie van drie en twintig bommen105, die het vliegtuig aan boord had. Het in de omgeving van Nederweert verspreide verhaal, las dat het vliegtuig in het peelmoeras verdwenen en verzonken is, lijkt mij zeer onwaarschijnlijk, omdat ter plaatse geen moeras aanwezig is. 102 Dagblad Maas- en Roerbode, knipselverzameling Stichting Geschiedschrijving Nederweert, ongedateerd ca 20 april 1946. 103 Dagblad Helmondsche Courant, knipselverzameling Stichting Geschiedschrijving Nederweert, ongedateerd daags na Goede vrijdag 19 april 1946. 104 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, Archief Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert. Brief van L.H. Rulkens d.d. 17 mei 1951. 105 Germaine l’Herbier noemt in haar brief van 2 januari 1946 een aantal van 16 bommen van 250 kg per stuk. 73 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 74. Topografische kaart van ca. 1955 met enkele van de in de tekst aangeduide locaties. 1: Provinciegrens N. BrabantLimburg. 2: centrum met aanlegsteiger van veenderij ‘De Moost (de bedrijfsgebouwen en woningen zijn reeds verdwenen t.g.v. de beschietingen in 1944). 3: smalspoorlijn. 4: boerderij van Frans Maas en 5: crash site. Vanaf punt 3 liep een zandweg in noordelijke richting naar de omgeving van de crash site. 74 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Conclusies:           9.2 De route er naar toe vanuit de aanlegsteiger bij de Moost ging eerst per spoor, dan een stuk per auto op slecht begaanbare weg en het laatste stuk te voet. De route leidde langs het natuurreservaat. Onderweg passeerde men oude Duitse loopgraven. De vrachtauto reed zich vast in een oude loopgraaf en men moest te voet verder. De locatie was niet in een moerassige omgeving maar in een tussen 1945 en 1951 (deels) ontgonnen gebied. Er was een grote krater, met grondwater gevuld. Het kruis werd opgericht aan de rand van de krater, dus op de crash site. In mei 1951 was het reeds verdwenen en dreef het naambord in de krater. Bij het kruis waren diverse berkenboompjes geplant in de vorm van een grote V (van Victorie). De omgeving van de krater lag bezaaid met wrakstukken van het vliegtuig. In de nabijheid lag een boerderij met een gezin met tien kinderen. Dit was de boerderij te noorden van de crash site, toebehorend aan Frans Maas, destijds adres Peel 34 en momenteel Veluwsedijk 14. Kartografische bronnen We verkeren in de gelukkige omstandigheid dat er van de na-oorlogse situatie van de noordwestelijke Peelzone enkele luchtfoto’s bewaard zijn gebleven. Deze dateren uit 1945 en 1949 en markeren de overgangsfase van het ongerepte peelgebied naar de grote ontginningen die daar in de jaren ’50 plaatsvinden en die de topografie van het landschap voor altijd zullen veranderen. Vanwege de grote veranderingen in het landschap ná 1949 is de plaatsbepaling ten opzichte van de moderne topografische situatie erg lastig. Om dit toch mogelijk te maken is gebruik gemaakt van driekhoeksmeting. Daarbij is gezocht naar enkele onveranderlijke punten in het landschap, waarvan onomstotelijk vast staat dat die een constante factor hebben gevormd. Er zijn er drie gevonden, te weten de hierna te benoemen punten B, C en D. Op basis van driehoeksmeting op zowel de oude als de nieuwe foto’s volgt daaruit dan de lokalisatie van punt A, de inslagkrater. Fig. 75. Luchtfoto van de Peel tussen Asten en Nederweert in 1949. Het afgebeelde gebied is 3,5 x 3,5 km groot. Foto: beschikbaar gesteld door www.kadaster.nl. 75 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 76. Omgeving van de crash site in de Veluwepeel, verticaal doorsneden door de Kokmeeuwenweg. Uitsnede uit luchtfoto 1949. De afgebeelde horizontale breedte bedraagt 1,0 km. Rode paspunten ter vergelijking. Foto: kadaster.nl. Fig. 77. Omgeving van de crash site in deVeluwepeel, zelfde locatie. Luchtfoto Google Earth 2018. 76 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 78. Driehoeksnet ABCD op basis van luchtfoto 1949 (www.kadaster.nl). Fig. 79. Driehoeksnet ABCD op basis van topgrafische kaart 2019 (www.afstandsmeten.nl). 77 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 80. Gecorreleerde of gematchte (blauwe en rode) driehoeksnetten van 1949 (rood) en 2019 (blauw). Tabel 2. RD-Coördinaten driehoeksnet. hoekpunt A B C D latitude 51.356145 51.362386 51.350464 51.344714 longitude 5.789752 5.801361 5.822518 5.792949 locatie Kokmeeuwenweg (noord), positie crashkrater 1949 Achtermijterbaan Aan ’t Elfde (omg.) Kokmeeuwenweg (zuid) Door nu de driehoek BCD te matchen tussen de situaties van 1949 en 2018, volgt daaruit de precieze locatie van de krater van de crash uit 1949 (hoekpunt A). Nu we de locatie van de krater bepaald hebben, kunnen we deze aan een nader onderzoek onderwerpen, in de volgende paragraaf. 78 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 9.3 STRABO Inslagkrater De oudste luchtfoto van het gebied is vervaardigd op 9 juli 1945, dus minder dan een half jaar na de crash. Het centrale gat van de met water gevulde inslagkrater tekent zich hier heel duidelijk op af, maar dat niet alleen. In de naaste periferie zien we ook een corona van tot 50 meter lange radiale eruptiesporen van wit drijfzand uit de ondergrond in alle windrichtingen.106 De kracht van de explosie moet gigantisch zijn geweest. Fig. 81. Luchtfoto van de crash site van 9 juli 1945, kort na de inslag van het vliegtuig. Het afgebeelde gebied is ongeveer 500 x 500 meter in omvang. Foto: IDDS rapport 1746. Fig. 82. Uitvergroting van de luchtfoto van 9 juli 1945. Eruptiesporen van de inslagkrater in alle windrichtingen zijn goed zichtbaar. Afmetingen van het afgebeelde gebied zijn ongeveer 100 x 100 meter. 106 De foto is afgebeeld in S. Moerman, Archeologisch bureauonderzoek & Cultuurhistorisch onderzoek Life+ Groote Peel Gemeentes Asten, Nederweert en Peel en Maas. IDDS Archeologie rapport nr. 1746 (Noordwijk 2015), p.40. De krater wordt daar geïdentificeerd als ‘mogelijke bomkrater’. Moderne toevoegingen uit de afbeelding zijn geretoucheerd. De originele luchtfoto heeft nummer 5079 en is afkomstig uit het archief van de Topografische Dienst. 79 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Ook op de foto uit 1949 is zeer fraai de inslagkrater van de NA197 te zien. Te zien aan de zwarte kleur is de krater gevuld met water. Gebaseerd op de schaal van de luchtfoto kan worden gereconstrueerd dat de krater in 1949 een diameter van ongeveer 13,5 m heeft. Het betreffende gebied is nog niet ontgonnen en representeert daardoor nog in hoge mate de situatie ten tijde van de crash in 1945. Fig. 83 en 84. Ligging van de inslagkrater (rode pijl) van de NA197 op de luchtfoto van 1949 (rechts uitvergroot detail). Diameter van de krater is naar schatting 13,5m. Ten opzichte van de luchtfoto van vier jaar eerder valt op dat vorm veranderd is en dat met name aan de westelijke helft reeds een deel van het gat aangevuld is. Fig. 85. Overlay van de beide luchtfoto’s van de krater. Gele cirkel: kratercontour in 1945. Rode cirkel: kratercontour in 1949. Afmetingen van het afgebeelde gebied zijn ongeveer 120 x 120 m. Fotomontage: Alfons Bruekers. 80 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Tenslotte nog een overzicht van de in de loop der tijden vastgestelde of geschatte diameter en diepte van de inslagkrater van de NA197, waarin we het geleidelijke proces van demping herkennen: Tabel 3. Evolutie van de diameter van de inslagkrater. jaar 1945 1945 1945 1945 1949 1951 2019 diameter [m] 28 ‘genoeg om een middelgroot huis te herbergen’ 20 +/- 2 diepte [m] 9 6 14,7 +/- 1,5 8 0 5 0 bron Rulkens 1951107 Kluijtmans 2019 (op. cit.) Luchtfoto 1945 Janssens 1945108 Luchtfoto 1949 Rulkens 1951 eigen waarneming Op 15 mei 1951 meldt het gemeentebestuur van Asten dat de krater ‘binnenkort zal worden gedempt’, hetgeen niet strijdig is met de hierboven getoonde evolutie.109 (Voormalig) buurtbewoner Gerard Kluijtmans herinnert zich dat de krater ‘na de oorlog’ met hand en schop werd geslecht door arbeiders van de nationale werkverschaffingsorganisatie D.U.W. (Dienst Uitvoering Werken).110 Fig. 86. Evolutie van de vorm van de krater van de NA197 op basis van waarnemingen. De maten zijn indicatief. Tekening: Alfons Bruekers. 107 Brief van L.H. Rulkens, voorzitter Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert, aan J.J.F. Blom, Nederlands Oorlogsgraven Comité, 17 mei 1951. Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, B.6.21 Archief Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert. 108 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. B.8.4 Archief Jongenscongregatie 1943-1946. 109 Brief van gemeentebestuur van Asten aan het Nederlandse Oorlogsgravencomité, 15 mei 1951. Zie bijlagen. 110 Interview met Gerard Kluijtmans door Alfons Bruekers, 30 december 2019. 81 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 9.4 STRABO Archeologisch onderzoek (2015) In 2018 publiceert Joop Hendrix in samenwerking met Sjaak de Veth van de organisatie Planehunters, Gerard Jeuken en Martien van Bussel de resultaten van het in 2015 uitgevoerde onderzoek naar de crashlocatie, die zich destijds ten zuiden van de boerderij van Frans Maas moest bevinden.111 Tegenwoordig bevindt zich daar een modern stallencomplex. Met prospectie van de oppervlakte en met gebruikmaking van een metaaldetector wordt door hen in de periferie van enkele moderne veestallen een overtuigende hoeveelheid metaalresten van een vliegtuig gevonden, die volgens de onderzoekers als afkomstig van een Halifax kunnen worden geïdentificeerd. Ook wordt gepoogd om de krater van de inslag te lokaliseren. Hendrix komt op basis van de verspreidingsplattegrond van de metaalvondsten tot de conclusie dat de krater zich bevonden heeft op de zuidwesthoek van stallencomplex: […] daar ligt allerlei afval gestort onder de grond en buizen dus er was met de diepzoeker daar geen betrouwbaar signaal te krijgen. Een aantal meter verderop op de weilanden is geen signaal dat erop duidt dat er nog iets van het vliegtuig ligt. De boer van wie de stallen zijn vertelde ook dat met het bouwen van de stal veel aluminium afval resten naar boven kwamen. Het leidt geen twijfel dat de explosiekracht van de inslag, de bovengemiddelde omvang van de krater, de over enkele hectaren verspreide hoeveelheid debris én niet te vergeten de later egalisatieen vulwerkzaamheden ter plaatse weinig resten in situ hebben gelaten. Fig. 87. Reliëfprofiel van de crash site van de NA197 in 2019. De locatie van de krater (rode cirkel) is ten gevolge van egalisatiewerkzaamheden onzichtbaar. Ondergrond: Actueel Hoogtebestand Nederland. Joop Hendrix, Halifax “NA197” crash in Asten 07-02-1945, digitaal gepubliceerd via https://bhic.nl/media/document/file/halifax-na197-crash-asten-3-.pdf 111 82 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 88. Onderzoeksresultaten van Joop Hendrix. De rode sterren duiden de plaats van zijn metaalvondsten aan. De gele cirkel is volgens Hendrix de plek van de inslagkrater. Het noorden ligt rechts. Bron: https://bhic.nl/media/document/file/halifax -na197-crash-asten-3-.pdf Een internetpublicatie van Martien van Bussel die wel op de resultaten van Hendrix gebaseerd lijkt te zijn, positioneert het hart van de krater enkele meters noordelijk. Fig. 89. Een andere publicatie verlegt het hart van de inslag iets verder in noordelijke richting. Het noorden ligt boven. Foto: https://mavabu.jimdofree.com/ Een hierop gebaseerde Franse publicatie verlegt het hart van de inslag nog verder in noordelijke richting, zodat het lijkt alsof die in de loop van de tijd in de diverse publicaties aan de wandel is gegaan in noordelijke richting. 112 Fig. 90. De locatie van de krater volgens een Franse internetpublicatie http://halifax346et347.canalblog.com etc. maar gebaseerd op Astens onderzoek 112 Ontleend aan: http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html. Datum van de website is 5 januari 2009, maar of dat ook geldt voor de vondstgegevens is niet duidelijk. 83 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 9.5 STRABO Discussie Als we de interpretaties uit eerdere onderzoekingen vergelijken met de kartografische reconstructie, dan blijkt dat we beschikken over drie mogelijke locaties voor de krater, die alle drie verschillen. Waar Joop Hendrix, Gerard Jeuken en Martien van Bussel zich hebben laten leiden door de waargenomen dichtheid van de aangetroffen metaalvondsten, lijkt de kartografische reconstructie juist te wijzen naar de zone met de minste vondsten, ten zuiden van de moderne stallen. Misschien is dat ook wel te verwachten: de metersdiepe krater van de inslag werd in of kort na 1951 gedempt. De benodigde vulgrond kwam uit de nabije omgeving, maar metaalresten zijn daar óf afwezig óf secundair verplaatst.113 De conclusie, die door verder archeologisch boor- of graafonderzoek ter plekke onderbouwd zal moeten worden, is dat eerdere onderzoekers de inslagkrater ten onrechte ca. 75 m te ver noordelijk hebben gepositioneerd. Uiteraard is aan de kartografische reconstructie op basis van driehoeksmeting ook een inherente onnauwkeurigheid (ca. 5 a 10 m) verbonden, maar die lijkt een orde kleiner dan de plaatsverschillen (ca. 50 a 100 m) die hiervoor geconstateerd zijn. Fig. 91. Kokmeeuwenweg, gemeente Asten. Drie scenario’s voor de locatie van de inslagkrater. Blauw: contour moderne stallengebouw. Locatie A: Franse rapportage. Locatie B: rapportage Joop Hendrix. Locatie C: locatiebepaling op basis van geogerefereerde luchtfoto’s. Montage: Alfons Bruekers; overlay van de luchtfoto van 1949 en Google Earth (opname 2018). 113 (Voormalig) buurtbewoner Gerard Kluijtmans (interview van 30 december 2019) herinnert zich dat de krater na de oorlog met hand en schop werd geslecht door arbeiders van de werkverschaffingsorganisatie D.U.W. (Dienst Uitvoering Werken). 84 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 92. Kokmeeuwenweg, gemeente Asten. Drie mogelijke locaties van de inslagkrater (uitsnede en vergroting van vorige figuur). Blauw: contour moderne stallengebouw. Locatie A: Franse rapportage. Locatie B: rapportage Joop Hendrix. Locatie C: locatiebepaling op basis van geogerefereerde luchtfoto’s. Montage: Alfons Bruekers; overlay van de luchtfoto van 1949 en Google Earth (opname 2018). Het hart van de inslagkrater ligt op 45 m ten ZZW van de zuidwestelijke hoek van het stallengebouw. De nauwkeurig opgemeten diameter op de luchtfoto van de krater bedraagt 14,7 +/- 1,5 m. Tabel 4. Coördinaten inslagkrater (locatie C). soort PS-coördinaten RD-coördinaten X 51.356145 183040 Y 5.789752 374182 Fig. 93. Reconstructie van de vlucht van de NA197 in de avond van 7 februari 1945 door Martien van Bussel (internetpublicatie op mavabu.jimdofree.com). Er staan enkele onnauwkeurigheden in deze figuur. Zo is de crashplaats van de NA197 (rode kruis) ruim 200 m tever noordelijk gesitueerd. Verder werd het lichaam van Pelliot niet 13 dagen later gevonden, maar op 13 februari (dat is 6 dagen later). De spelling van de naam van Brillard is niet Brillart. 85 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 10. Een ‘Dubbelcrash’ van de NA197 en de NA260? Bij een moord hoort een lijk, bij een crash een wrak, zo zou men denken. Waar in het geval van de NA197 alle stukjes van de puzzel op hun plek vallen, wordt het verhaal van de NA260 al een klein decennium lang door enige twijfel omgeven, o.a. vanwege het ontbreken van een wrak (of althans resten daarvan). Zo ontstaat in de laatste jaren het mysterie van de ‘vergeten dubbelcrash’. In een zeer recent artikel uit 2019 (‘Herdenking grootste vliegramp Asten uitgesteld’)114 wordt door de organiserende Initiatiefgroep Herdenking Dubbelcrash 1945 gesproken van ‘de grootste vliegramp in Asten tijdens de Tweede Wereldoorlog’. De medewerker van de lokale krant schrijft: Voor de nabestaanden van de Dubbelcrash - met name die van de NA-260, één van de gecrashte vliegtuigen - is het van groot belang dat de Franse militaire autoriteiten acte de presence geven tijdens een herdenkingsplechtigheid. […] Even terug in de memorie: bij de dubbele vliegtuigcrash in de Veluwepeel op 7 februari 1945 haalde één vliegtuig (de NA-197) de geschiedenisboeken, terwijl het andere (de NA-260) letterlijk en figuurlijk in het luchtledige verdween. Mevrouw Bordier en haar lotgenoten - kinderen en kleinkinderen van omgekomen piloten [van de NA260 AB] - hebben tientallen jaren moeten leven met de frustrerende gedachte dat het offer van hun vaders en grootvaders nooit werd opgemerkt en nooit fatsoenlijk is herdacht. Fig. 94. Affiche van de herdenkingsbijeenkomst van de ‘dubbelcrash’ op 7 februari 2020. Bron: www.deathvalleydepeel.nl. Lezers van dat krantenartikel zullen zich wellicht afgevraagd hoe het mogelijk is dat bij een gelijktijdige crash, nota bene op dezelfde dag en locatie, (zoals Peelbelang het verwoordt) ‘het andere (de NA-260) letterlijk en figuurlijk in het luchtledige verdween.’ Hoe komt het dat de crash van de NA197 altijd als enige in de spotlights heeft gestaan en dat dit niet geldt voor de NA260? Wanneer is het beeld van de ‘dubbelcrash’ ontstaan? Voor de beantwoording van die vragen bestaat slechts één aanpak: terug naar de bronnen. Er is inmiddels zóveel (over-)geschreven over de ‘dubbelcrash’ dat het nodig is om alle informatie te ‘reverse engineeren’. Laten we ons buigen over de waarnemingen van ooggetuigen en onderzoekers. 114 In: Peelbelang, 10 mei 2019. 86 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 10.1 STRABO Waarnemingen van ooggetuigen We beschikken over een aantal onafhankelijke ooggetuige-waarnemingen die de crash van (op 7 februari) beschrijven. Te weten getuigenissen van overlevende telegrafist Brillard van het zustervliegtuig NA197, van gezagvoerder Stanislas van de NA260, van voormalig buurtbewoner Gerard Kluijtmans en van dagboekschrijver Jean Bruekers. Verder is er een grondwaarneming door een lid van de Astense marechaussee op de dag na de crash. Tenslotte maken we gebruik van het verslag van de inzittenden van een op datzelfde moment passerende Lancaster bommenwerper. 10.1.1 Albert Brillard Telegrafist Brillard van de NA197 rapporteert na de crash:115 C'est bien cela. Á 22h. 27. nous avons été attaqués, par dessous, par un chasseur de nuit. Dès la première salve, l'un des "HALIFAX" de notre formation prit feu. C'était celui dont, seul, le Capitaine Stanislas a réchappé. […] Notre "HALIFAX", le N.A.197, fut touché à son tour par le même chasseur; le feu prit aux réservoirs. Nous étions à 4.500 mètres. Vertaald in het Nederlands: Om 22.27 werden we van onderen aangevallen door een nachtjager. Al bij het eerste salvo vatte een van de Halifaxen van onze formatie vlam. Het was die waarvan alleen gezagvoerder Stanislas [NA260 AB] ontsnapt is. Onze Halifax, de NA197, werd op zijn beurt geraakt door dezelfde jager. Het vuur raakte de brandstoftanks. We zaten op 4.500 meter. Brillard is helder over de volgorde: eerst wordt de NA260 getroffen, en daarna de NA197 waar hij zelf in zit. Volgens Brillard zijn is de oorzaak in beide gevallen gelijk: geraakt door dezelfde (Duitse) jager. Belangrijk is ook zijn woordkeus: de NA260 ‘pit feu’ (vatte vlam). Hij heeft het niet over een explosie. 10.1.2 Gustave Stanislas De NA260 wordt dus volgens Brillard uit de NA197 aangeschoten om 22.27 u en de vlieghoogte bedraagt op dat moment dus meer dan 4 kilometer. Gezagvoerder Stanislas is de enige overlevende van het zustervliegtuig, de NA260, en rapporteert later als volgt:116 […] dat het vliegtuig [NA260 AB] frontaal werd aangevallen door een Focke-Wulf117 en midden in de lucht ontplofte. Wat er precies gebeurd is, wist hij niet, maar het eerste wat hij zich herinnerde was dat hij zich in een vrije val bevond en probeerde de handgreep van zijn parachute te vinden. […] Seconden later raakte hij de grond met een harde schok, waarbij hij Germaine l’Herbier, La Fin du N.A. 197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. 116 Het citaat van Stanislas komt uit: Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in: In Brabant, tijdschrift voor Brabants heem en erfgoed, (6) 2015 nr. 1 p. 17-18. Als bron verwijzen de auteurs slechts naar ‘terug te vinden bij de Archives du Service Historique de l’Armée de l’Air’ maar dat wordt helaas verder niet nader geduid. 117 Dit wordt niet bevestigd door andere bronnen; vermoedelijk was het een Juncker Ju88. 115 87 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO zijn sleutelbeen brak. In de ochtend werd hij gevonden door Canadese militairen die hem naar Nederweert brachten.118 Fig. 95. Leden van het Tunisie-eskadron. Linksonder gezagvoerder Stanislas van de NA260. Foto archief famiie Stanislas, via http://halifax346et347.canalblog.com/ Stanislas (NA260) heeft het dus over een ‘ontploffing’ na het frontaal aangeschoten zijn van zijn kist, en voegt er aan toe niet te weten wat er daarna precies gebeurd is. Veel wil hij er blijkbaar niet over kwijt en dat is eigenlijk zijn hele leven zo gebleven. Naar de reden moeten we gissen. 10.1.3 Bemanning van de KB761 Op hetzelfde moment dat de NA260 en de NA197 in nood zijn, vliegt er nog een andere bommenwerper door het Nederweerter luchtruim. Dat is de Lancaster KB761 van het 419 Squadron, die onderdeel uitmaakt van dezelfde retourvlucht van de raid op Goch. Dit toestel komt heelhuids aan in Engeland en brengt dan verslag uit:119 Dit transport naar Nederweert wordt bevestigd door Brillard uit de NA197 die meldt: ‘Een burger verwelkomde mij [dat is dus Brillard AB] en leidde me vervolgens naar een hulppost in Nederweert [het huis van Roggeveen AB], waar ik capitaine Stanislas [van het andere vliegtuig, de NA260 AB] en lieutenant Rollet ontmoette.’ Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in; In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.1119. 119 Theo Boiten, Nachjagd War Diaries, An operational history of the German night fighter force in the West, Volume 2 april 1944 – may 1945, (2008) p.249-251. 118 88 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO De rear gunner [van de KB761] zag eerst een Ju88 [Duitse jager] die een bommenwerper [dat is de NA260] aanviel ongeveer 2000 voet boven ons, die werd neergeschoten. Ju88 ging toen naar beneden en viel een andere bommenwerper aan op 1000 voet boven onze eigen Lancaster [KB761] en schoot die ook neer [dat is óf de NA197 óf de NA175]. Tijdens deze ontmoetingen merkten beide kanonniers op dat de Ju88 geen lichtspoormunitie gebruikte. Na de Break away van de Ju88 van de tweede vernietigde bommenwerper, viel deze vanaf ongeveer 300 m ons aan stuurboordzijde maar opende geen vuur.120 Op het complexe samenspel tussen alle op dat moment in de lucht boven Nederweert verkerende geallieerde en Duitse vliegers, komen we in hoofdstuk 11 nog uitgebreid terug. 10.1.4 Marechaussee van Asten Verder beschikken we ook over het rapport dat een lid van de Koninklijke Marechaussee, Groep Asten, maakte op 9 februari 1945. In zijn proces-verbaal rapporteert hij als volgt:121 In de nacht van 7 februari 1900 vijf en veertig omstreeks 22.20 uur bevonden zich geallieerde vliegtuigen boven het dorp Asten. Op een gegeven moment kwam door tot op heden onverklaarbare wijze een der vliegtuigen brandend naar beneden en kwam in de buurtschap De Veluwe gelegen te Asten Peel. Hierin is niet zozeer interessant wát hij schrijft, maar wat hij niét schrijft… De verbalisant heeft het expliciet over één vliegtuig (dat wij kennen als de NA197) en over de perifere schade die daar het gevolg van was. Dat is opvallend, want als er inderdaad een tweede crash zou zijn geweest in dezelfde omgeving, dan zou heeft de rapporteur daar zeker melding van hebben gemaakt. Typisch is verder dat de rapportage stelt dat de crash door ‘tot op heden onverklaarbare wijze’ was ontstaan. 10.1.5 Gerard Kluijtmans Niet onbelangrijk is het in dit kader om nog even terug te halen wat ooggetuige en buurtbewoner Gerard Kluijtmans, ofschoon pas in 2015, zich herinnert: Het eerste wat er gebeurde is dat we binnenshuis geluid van een machinegeweer hoorden. Buitengekomen zagen we in de lucht op naar wat ik schat anderhalve kilometer hoogte boven ons een vuurbol in de lucht. Voor mijn gevoel een paar minuten later hoorden we een vliegtuig inslaan ter hoogte van de Veluwepeel. Dat gaf een enorme explosie en, zoals een dag later bleek, een grote krater. En in 2019 vult hij zijn herinnering aan met: Ik heb me wel eens afgevraagd waarom dat vliegtuig is neergekomen. Ik herinner me, het was toch wel enkele minuten na de vuurbol in de lucht, geen tweede mitrailleursalvo gehoord te hebben. Mijn theorie is dat de vuurbol rondvliegende projectielen of schroot heeft veroorzaakt, die het andere vliegtuig noodlottig zijn geworden. Wat die vuurbol was weet ik niet. 120 Terzijde: de rapportages spreken over een Ju88-jager, terwijl overlevende Stanislas van de NA260 in zijn uiterst summiere rapportage bij de Franse luchtmacht spreekt over een Focke Wulf. 121 De verblijfplaats van het oorspronkelijke proces-verbaal is onbekend. Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 89 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 10.1.6 Jean Bruekers Eerder zagen we al hoe de 21-jarige Jean CA Bruekers (1923-2014), zoon van smid Fons Bruekers in de Kerkstraat in Nederweert het luchtgevecht door een slaapkamerraam van zijn ouderlijk huis waarnam en vastlegde in zijn dagboek:122 Donderdag 8 Febr[uari] Vannacht is zeer veel gevlogen. Gisteravond om 11 uur konden we door de raam 2 vliegtuigen tegen elkaar [zien] botsen 1 vloog in brand en stortte omlaag. Dit is misschien wel een van de meest bijzondere aanwijzingen waar we over beschikken. Bruekers zit er weliswaar een half uur naast met de tijd van de gebeurtenis, maar spreekt uit eigen waarneming als hij het heeft over twee bommenwerpers die met elkaar in aanraking komen; één vliegt in brand en (dezelfde, of de andere?) stort omlaag. Die laatste is onmiskenbaar de NA197. Maar de andere, dus de NA260, maar stort niet neer? 10.1.7 Frans Smits De al eerder geciteerde bedrijfsleider van het veenbedrijf van Maatschappij Griendtsveen heeft de crash ook zien gebeuren, vanuit zijn huis nabij Sluis 13 aan de Zuid-Willemsvaart:123 In de late avond van 7 februari 1945 stonden mijn buurman en ik bij mijn huis naar de lucht te staren. Zoals elke nacht waren we weer aan het wachten op de vloot vliegtuigen die het Roergebied zou gaan bombarderen. Het waren enorme aantallen bommenwerpers, die vaak werden geëscorteerd door jagers. Rond 11 uur ’s avonds ging het richting Roergebied en een paar uur later kwamen ze alweer terug. Veel tegenstand in de lucht werd er door de Duitsers niet meer geboden. […] Op die avond zagen we een bommenwerper neerstorten in onze veenderij, midden tussen de turfhopen. Het toestel was aangeschoten door een Duitse jager. Wat het duiden van de vlucht aan gaat heeft Frans Smits het hier bij het verkeerde einde, want de crash gebeurt tijdens de retourvlucht, en niet de heenvlucht. Verder is hij heel duidelijk over het feit dat hij één bommenwerper heeft zien neerstorten. 10.1.8 Andreas Crompvoets Of deze Meijelse onderwijzer en dagboekenschrijver een echte ooggetuige was, blijkt niet uit zijn aantekeningen. Maar het door Crompvoets op 7 februari genoteerde ‘Hele nacht vliegtuigen. Eén is er in de Peel gevallen’, spreekt boekdelen. De auteur benadrukt dat er bij zijn weten slechts één vliegtuig is neergestort in de Peel. 10.1.9 Jan van Eijk De reeds genoemde latere groentenboer en kruidenier Jan van Eijk uit de kern van Heusden schrijft later in zijn memoires: 122 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. C.1.183 Oorlogsdagboek Jean CA Bruekers 19391946. 123 Frans Smits, Mijn leven in de Peel (Meijel 1987), p.154-158. 90 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Begin februari 1945 ontstond er ’s avonds rond een uur of tien plotseling paniek. Iedereen liep naar buiten, want er kwam een brandende bommenwerper op ons af. In een grote cirkel draaide hij over de Peel en stortte neer achter de boerderij van Frans Maas.124 De locatie stemt overeen met alle andere zegslieden, en ook Van Eijk rept over slechts één neergestorte bommenwerper. Fig. 96. Zichtlijnen vanuit de locaties van de ooggetuigen van de crash. Groene punaise: crashlocatie Veluwepeel. Punt 1: Frans Smits (Aan Dertien, 4,2 km afstand). Punt 2: Gerrit Kluijtmans (De Moost, 2,7 km). Punt 3: Jean Bruekers (Kerkstraat Nederweert, 8,4 km). Punt 4: Jan van Eijk (Heusden, 3,7 km). Uiteraard keken de waarnemers naar een punt op kilometershoogte in de lucht; die plek correspondeert niet noodzakelijkerwijs met de crash locatie. Ondergrond: www.afstandsmeten.nl. 124 Piet Snijders, Te Heusden bij het Moer (Heusden 1996) p. 129 e.v. 91 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 10.1.10 Synthese De bronnen lijken met elkaar in overeenstemming over de volgorde der gebeurtenissen: eerst wordt de NA260 getroffen, door het geschut van een Duitse jager, kort daarna wordt de NA197 geraakt, en die stort als enige neer in Asten-veluwepeel. Waardoor de NA197 is getroffen is niet eenduidig. De Astense marechaussee schrijft dat de oorzaak van de crash van de NA197 niet duidelijk is. Volgens inzittende Brillard (die de zaak van binnenuit bekeek) door kogelvuur van de Duitse jager, volgens Bruekers en Kluijtmans (die beiden het gevecht als toeschouwer bekeken) door collaterale beschadiging tussen beide vliegtuigen, waarbij het ene vliegtuig het andere meesleepte in de crash. Bruekers noemt zijn waarneming in 1945 een botsing; Ook Kluijtmans denkt in 2019 aan beschadiging door rondvliegend debris. Beide impressies hoeven niet strijdig te zijn. Debris geeft een clash maar niet noodzakelijkerwijs een crash. De melding van Brillard dat beide vliegtuigen kort achter elkaar door de jager worden aangeschoten, wordt betwijfeld door Kluijtmans, die zich herinnert dat alleen bij het eerste vliegtuig een ‘machinegeweersalvo’ te horen was, en bij het tweede niet. Inzittende en overlevende Stanislas van de NA260 heeft er nooit veel over kwijt gewild. Wel is er eenduidigheid over het feit dat de NA197 op de grond crashte, ter hoogte van de Veluwepeel. Fig. 97. Een van de op een Franse website circulerende kaartjes van de ‘dubbelcrash’. Beide plekken op de kaart zijn niet conform de werkelijkheid. Bron: http://esmma.free.fr/mde4/mbordier3.htm. We komen hier nader op terug in hoofdstuk 12. Eerst gaan we onderzoeken hoe het beeld van de gebeurtenissen in de daarop volgende jaren evolueerde. 92 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 10.2 STRABO Latere interpraties Met name in het laatste decennium hebben veel lokale onderzoekers zich met de crash site in de Veluwepeel bezig gehouden en daarbij belangrijke informatie boven water gekregen. Zowel in de vorm van mondeling overgeleverde zaken als ook in de vorm van fysieke resten van een bommenwerper. De meeste resultaten zijn alleen maar digitaal gepubliceerd (op het internet, zowel op particuliere websites of in officiële publicaties zoals van het Brabants Historisch Informatie Centrum Eindhoven en een archeologische onderzoeksburo) en mede op grond daarvan dan ook veelvuldig geciteerd en gekopieerd. Daaruit blijkt bovenal een geweldige betrokkenheid en passie, die echter ook ruimte biedt voor een krititische beschouwing. Laten we enkele voorbeelden bij de kop nemen en die stuk voor stuk afzetten tegen de oorspronkelijke broninformatie. Citaat 1. (Gerard Jeuken en Rien Wolfs, 2015)125 In die omstandigheden werd rond half elf de lucht boven de Heusdense Peel bij Asten verscheurd door een enorme explosie. Bij een in brand geschoten geallieerde bommenwerper ontploften boven het bos bij Café de Vos de bommen en spatte het vliegtuig [NA260 AB] in drie delen uit elkaar. De brokstukken kwamen verspreid over een gebied van honderden meters terecht. De twee mannen in de neus van het toestel werden er uit geslingerd en als bij godswonder overleefde een van hen de val. Dat was de gezagvoerder/navigator [gezagvoerder Stanislas AB]die er op het laatste moment in slaagde zijn parachute te openen. Pas daarop schoot een Duitse nachtjager een tweede toestel van het overvliegende eskader in brand. Het is niet duidelijk aan welke oorspronkelijke bron de auteurs de bijzonder exacte informatie ontlenen dat de NA260 ‘boven café de Vos’ in drie delen ontplofte. Nog los van het feit dat zo’n precieze geografische duiding van betrekkelijk weinig relevantie is voor een vliegende object dat zich op 4,5 km boven het maaiveld bevindt en geacht wordt zich met een kruissnelheid van 325 km/h te verplaatsen. Feit is wel dat bij dat door Jeuken en Wolfs genoemde café Vos, dat zich op ca. 2100 m ten noorden van de crashplaats van de NA197 bevindt, overtuigende resten van een vliegtuig zijn gevonden, zoals blijkt uit het volgende citaat: Citaat 2. (Franse blog website, 2019)126 Joop Hendrix pense quíl a finalement trouvé des morceaux du NA260 le lundi 28-10-2019, avec Sjaak le Veth! Derrière le café Vos, au bord du Kemphaanweg, qui est encore un chemin de terre. Il s’agit de 2 pièces d’aluminium et d’une pièce qui ressemble à une pièce d’échelle de moteur. 100% sur d’un avion, tous les trous de rivet sont toujours là sans les rivets, aussi la couleur noire de camouflage de la RAF est encore partiellement là. Les pièces étaient tordues comme d’habitude dans une explosion, Joop les a soigneusement pliées en arrière pour voir s’il avait des nombres dedans, malheureusement ce n’était pas le cas. Of in vertaling: Joop Hendrix denkt dat hij, samen met Sjaak de Veth, uiteindelijk de brokstukken van de NA260 ontdekt heeft, op maandag 28 oktober 2019. Achter café Vos, langs de kant van de onverharde Kemphaanweg. Twee stukken aluminium waarvan het ene lijkt op een motoronderdeel. Met grote zekerheid onderdeel van een vliegtuig. De klinknagelgaten en de zwarte camouflagekleur zijn nog zichtbaar. De fragmenten zijn vervormd zoals bij een explosie vaak het geval is. Joop 125 126 Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in: In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.16. http://halifax346et347.canalblog.com/ 93 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO heeft ze zorgvuldig ontplooid om te kijken of er misschien serienummers in stonden, maar dat was helaas niet het geval. Het leidt geen twijfel dat het hier authentieke resten van een bommenwerper betreft. Op grond waarvan de vinder komt tot de expliciete toewijzing aan de NA260 wordt verder helaas niet toegelicht. Het is evenmin uit te sluiten. Maar het kan net zo goed debris van de ontploffing van de NA197 zijn. Dan is het eerder een clash, geen crash. Citaat 3. (Piet Snijders, 2017)127 Maar nee, van de NA260 had in Asten niemand ooit geweten, hoe kon dat? […] De slachtoffers werden door Engelse bewakingstroepen geborgen en afgevoerd. Niemand merkte op dat moment op, dat de brokstukken en slachtoffers niet van één, maar van twee identieke vliegtuigen afkomstig waren. Die nacht maakte het collectieve geheugen van twee vliegtuigcrashes één grote ramp. Alleen een toenmalig buurmeisje wist zich heel veel later te herinneren dat er die nacht negen doden vielen; meer dan er gewoonlijk in één bommenwerper zaten. Hier wordt op grond van de getuigenis van een buurmeisje dat rept over negen doden geconcludeerd dat de NA260 op dezelfde plek (namelijk die van de NA197) gevallen zijn. En dat vanwege de wijze van het bergen van de slachtoffers de gevallenen van beide vliegtuigen als het ware ‘gemixed’ zouden zijn geworden. De bron is niet verifieerbaar en het vermoeden wordt niet onderbouwd. Citaat 4. (Liberation Route Europe, zonder datum)128 Op 7 februari 1945, toen de Peel al bevrijd was, crashten enkele minuten na en vlak bij elkaar twee Halifax bommenwerpers met Franse bemanningen. Het ene vliegtuig ontplofte in de lucht en het andere stortte neer. Op zich is deze formulering volledig conform de bronteksten, behalve met betrekking tot het woord ’ontplofte’. Overlevende Brillard (NA197) spreekt over ‘in brand gevlogen’ en alleen overlevende Stanislas (NA260) bezigt het woord ‘ontploft’. Verder doet het citaat suggereren dat het ene vliegtuig [de NA260] na in de lucht ontploft te zijn, geen sporen heeft nagelaten; verdampt is als het ware. Dat is om allerlei redenen betwistbaar. Citaat 5. (Limburg marketing, zonder datum)129 So auch die Halifax NA-197 und die Halifax NA-260 mit einer französischen Besatzung an Bord. Zwei Männer liegen an der Stelle begraben, wo das Flugzeug abgestürzt ist. Dat de twee overledenen van een van de vliegtuigen op de crashplaats begraven liggen, is feitelijk niet goed verwoord omdat het een intacte begraving suggereert. Uit getuigenverklaringen blijkt dat kort na de crash in een straal van honderden meters rondom de gigantische inslagkrater losse lichaamsdelen zoals een voet, een been en een hand alsmede verscheurde uniformdelen zijn gevonden. Van intact gebleven lichamen zal dus zeer zeker geen sprake zijn geweest. 127 https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/genevieve-bordier-zocht-haar-leven-lang-naar-vader-maurice https://liberationroute.nl/the-netherlands/pois/a/a-cross-in-th-peel 129 https://limburg.marketing/de/locatie/liberation-route-audio-spot-ospeldijk-ein-kreuz-im-peel 128 94 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Citaat 6. (Traces of War, zonder datum)130 Op 7 februari 1945 om 18.57 vertrok vanaf vliegbasis Elvington in Engeland de Halifax NA260 van de Royal Air Force met als missie het bombarderen van Duitse troepen en voertuigen in de buurt van Goch (Duitsland). De Halifax werd neergeschoten door een Duitse nachtjager en stortte om 22.20 neer in Heusden, een klein dorp bij Asten in Noord-Brabant. Van de volledig Franse bemanning overleefde er slechts één de crash, dit was C. Stanislas, hij wist veilig met zijn parachute te landen recht in de handen van geallieerden. Het gegeven dat de NA260 werd aangeschoten boven Heusden is uit de bronnen niet bewijsbaar maar is mogelijk. Dat het vliegtuig echter ook neerstortte in Heusden, zoals hier wordt beweerd, blijkt pertinent niet uit de voorhanden zijnde gegevens. Het genoemde tijdstip, 22.20 u, klopt overigens niet. Wel klopt het feit dat Stanislas als enige overleefde en veilig met zijn parachute landde. Citaat 7. (Gerard Geboers, 2019)131 Die dag exact [7 februari 2020 AB] 75 jaar geleden zijn in de omgeving van de Kokmeeuwenweg/Kruisbaan twee Engelse toestellen met louter Franse bemanningsleden neergehaald. […] De Halifax-bommenwerpers NA260 en NA197, beide met een zevenkoppige bemanning zijn hier gecrasht. De crash van de NA260 zou echter pas veel later bekend worden. Van twee omgekomen bemanningsleden van de NA197 konden de stoffelijke resten nooit worden geborgen. Terecht wordt gezegd dat beide vliegtuigen in de genoemde omgeving doelwit zijn geworden. Van de NA197 staat vast dat hij op de bedoelde plek is gecrasht. Maar dat, zoals het citaat stelt, beide bommenwerpers (dus ook de NA260) daar zijn gecrasht, blijkt niet uit de bronnen. Citaat 8. (Mémorial Gen Web, Franse website, zonder datum)132 Officier bombardier à bord de l'Halifax NA 260 L8-G, membre de l'équipage du Capitaine Stanislas (seul survivant) qui avait pour objectif Goch en Rhénanie. Au retour de cette mission atteint par une rafale d'un chasseur de nuit, l'avion explose au dessus de la ville d' Asten dans la nuit du 7 au 8/02/1945 prés d' Eindhoven. Dit citaat is correct en stemt overeen met de bronnen, die slechts stellen dat zich in de NA260 bij Asten een explosie voordeed. Over een crash-site wordt geen uitspraak gedaan. Citaat 9. (Weekblad Peelbelang, 14 maart 2019)133 Het eerste verongelukte vliegtuig was de halifax NA-260, die bij de aanval door de Duitsers hoog in de lucht ontplofte. […] Twee minuten na de eerste ontploffing [kwam] op nagenoeg dezelfde locatie een andere Halifax-bommenwerper uit de lucht vallen, de NA-197. 130 https://www.tracesofwar.nl/sights/12261/Frans-Oorlogsgraf-Rooms-Katholiek-Kerkhof-Swartbroek.htm https://www.gerardgeboers.nl/2019/03/22/initiatiefgroep-herdenking-dubbelcrash-1945/. 132 http://www.memorialgenweb.org/memorial3/html/fr/complementter.php?. id=2289619&rechercher=1&submit=Autre%20fiche. 133 Weekblad Peelbelang, 14 maart 2019, ‘Het collectieve geheugen maakte van twee crashes één vliegramp’. 131 95 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Het is Kluijtmans die, pas in 2015 weliswaar, meldt dat er luttele minuten voordat de NA197 bij de Veluwepeel crashte, hoog in de lucht een vliegtuig werd aangeschoten, gevolgd door een explosie en een naar beneden vallende vuurbol zichtbaar was. Maar een vuurbol of ontploffing is nog geen crash. Citaat 10. (Death Valley De Peel, december 2019)134 Officiële uitnodiging voor de herdenkingsplechtigheid van de ‘Dubbelcrash’ op 7 februari 2020. 75 jaar geleden crashten bijna tegelijkertijd 2 RAF-bommenwerpers (Halifax) in De Peel. 1 vliegtuig haalde de geschiedenisboeken, maar van de andere bommenwerper was tot 2012 niets bekend. Die nacht verloren 9 van de 15 bemanningsleden hun leven. Hier is een onnauwkeurigheid ingeslopen. Beide vliegtuigen telden elk zeven inzittenden. Er waren inderdaad negen doden, maar het totaal aantal bemanningsleden bedroeg dus 14 en niet 15. Fig. 98. Reconstructie van de vlucht van de NA260 in de avond van 7 februari 1945 (internetpublicatie van Martien van Bussel, mavabu.jimdofree.com). Het paarse kruis markeert de door de auteur veronderstelde crashlocatie (althans ontploffing) van de NA260. Citaat 11. (S. Moerman, 2015)135 In een archeologisch bureau-onderzoek van het gebied van de Groote Peel uit 2015 wordt ook de oorlogsgeschiedenis beschreven. Daar staat het als volgt: 134 https://www.deathvalleydepeel.nl/agenda/doublecrash-herdenking/ [weergave 31 dec 2019]. S. Moerman, Archeologisch bureauonderzoek & Cultuurhistorisch onderzoek Life+ Groote Peel Gemeentes Asten, Nederweert en Peel en Maas. IDDS Archeologie rapport nr. 1746 (Noordwijk 2015), p.40. 135 96 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Handley Page Halifax Mk. III serial no. NA260 […] en serial no. NA197 […] stort neer op de Veluwe Estate Asten om 22:22 uur.20. Hoewel het hier in eerste instantie zou kunnen lijken op een dubbele vermelding van één neergestort vliegtuig, gaat het hier wel degelijk om twee neergestorte toestellen. Beide vliegtuigen hadden een Franse bemanning. Een van de twee ontplofte in de lucht, de ander ontplofte op de grond. Het rapport spreekt over ‘wel degelijk twee neergestorte toestellen’ en baseert zich bij deze interpretatie volgens de annotering van de studie op de website van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven maar bewijsvoering wordt ook hier niet gegeven. Citaat 12. (Piet Snijders, 2019)136 Om een lang cverhaal kort te maken: het spookt die 7e februari 1945 nogal in het luchtruim boven de Peel […]. De slachtoffers [van de NA260 en de Na197] zijn diezelfde avond door Engelse bewakingstroepen geborgen en afgevoerd. Niemand merkt op dat moment dat de brokstukken en slachtoffers niet van één, maar van twee identieke vliegtuigen afkomstig zijn. Die nacht balt het collectieve geheugen twee vliegtuigcrashes samen tot één ramp! De hypothese over vermenging en samenballing is interessant, spannend maar ook aanvechtbaar. We komen daar nog uitgebreid op terug. 10.3 Ruimte voor twijfels Naast de (oude) feitelijke waarnemingen van ooggetuigen (par. 9.1) en de vrij recent ontstane interpretatieverschillen (par. 9.2) is er ook circumstantial evidence voor het feit dat er iets vreemds aan de hand is met de veronderstelde dubbelcrash. a. In geen van de onderzoeksrapporten door het Franse Rode Kruis, noch het Nederlands Oorlogsgravencomité in de jaren 1945-1951 wordt melding gemaakt van twee vliegtuigongelukken in de Veluwepeel (of omgeving). Het gaat in die regio altijd over één crash, die van de NA197. Dat geldt ook voor de eerste publicatie over de crash, die al in januari 1946 verscheen in een Frans luchtvaartblad. Het geheugen was toen nog zeer vers. b. Bij het door het door het Rode Kruis in 1945 georganiseerde bezoek aan de crash site is van de overlevenden alleen Brillard (van de NA197) aanwezig, maar niet Stanislas (de enige overlevende van de NA260). Dat kan toeval zijn geweest, maar ook in de bezoekverslagen van zowel Franse als Nederlandse zijde wordt slechts over één crash als bezoekdoel gesproken (de NA197). Als er inderdaad twee vliegtuigen dicht bijelkaar gecrasht zouden zijn, met overlevenden uit beide toestellen, waarom zou een vanuit het buitenland georganiseerd onderzoek zich dan op slechts één van de twee geconcentreerd hebben? Dat is niet logisch. c. Bij de officiële onthulling in december 1945 en de daaruit voortvloeiende publicaties van het herinneringskruis aan de Veluwepeel gaat de aandacht uitsluitend uit naar de crash van de NA197. Over die van de NA260, die zelfs veel meer slachtoffers had gekost dan de NA197, en zich in de onmiddellijke nabijheid zou moeten hebben voltrokken, wordt met geen woord gerept terwijl die gebeurtenis op dat moment nog zeer vers in het geheugen lag. 136 Piet Snijders, Dubbelcrash, in: Death Valley De Peel. Dramatische oorlogsverhalen rond de 75e herdenking van de bevrijding (Asten 2019) p.122-124. 97 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO d. Ook latere bezoeken van familieleden van de gevallen vliegeniers aan de locatie Veluwepeel zijn op zich uitstekend gedocumenteerd in officiële en particuliere archieven, maar daarbij gaat het altijd om de NA197 en nooit om de NA260. e. In de omgeving van de Veluwepeel zijn bij archeologische prospectie tijdens recent onderzoek veel resten van een vliegtuig ontdekt, die volgens de lokale experts op basis van serienummers aan het fabrikaat Halifax kunnen worden toegeschreven. Naar specifiek de NA260 herleidbare vondsten zijn er echter niet. Dat geldt ook voor de NA197, met dit verschil dat de crashplaats van de NA197 vaststaat en dat deze bezaaid is met vliegtuigfragmenten. f. Inzittende Rognant, de bommenrichter van de NA260, raakt bij de crash door een beschadigde parachute zwaar gewond en overlijdt in het ziekenhuis van Weert. De gewonden van de NA197 worden daarentegen naar het ziekenhuis in Eindhoven gebracht. Blijkbaar golden er verschillen in aanpak en besluitvorming tussen de beide crashlocaties. Betekent dit wellicht dat de crashlocaties in een verschillend bestuurlijk beheersgebied lagen? g. Waar Stanislas het kort na de crash van de NA260 heeft over een ‘ontploffing’137, laat hij ons in het ongewisse over de schade die daardoor ontstond. Latere auteurs zoals Jeuken en Wolfs hebben dit vertaald als een splitsing ‘in drie delen’138, nog latere auteurs tot een totale vernietiging (zelfs ‘verdamping’) in de lucht. Dat zou dan de verklaring zijn dat er geen noemenswaardig grote crashsporen op de grond zouden zijn nagelaten, daarmee het ‘vergeten’ karakter van de NA260 verklarend. Het feit van een ‘ontploffing’ in de NA260 lijkt het enige feit dat niet betwistbaar is, noch door inzittenden, noch door ooggetuigen op de grond. h. Verder zullen we zo meteen gaan zien dat op 8 februari 1945 aan de Heugterbroekdijk in Weert, vlakbij het gehucht Laar, een verongelukte vliegenier wordt gevonden. Hij was met zekerheid niet van de NA197 en kan dus alleen maar van de NA260 zijn. Maar de locatie aan de Heugterbroekdijk ligt 11 km verwijderd van de Veluwepeel in Asten en dat is eigenlijk te ver verwijderd van de Veluwepeel. Ik kom hier nog op terug. Fig. 99 en 100. Herdenkingsbordje bij de plek van de ‘Dubbelcrash’ (hoek Kokmeeuwenweg en Veluwsedijk, gem. Asten) in het in nevelen gehulde Peellandschap. Net als het in nevelen gehulde verhaal van de NA260. Gezien in de richting van het zuiden (Ospel). In de rechterbovenhoek ligt de crashlocatie van de NA197. Foto’s: Alfons Bruekers, december 2019. 137 138 In vertaling zegt hij ‘ontploft’, maar de Franse brontekst ter verificatie is onvindbaar. Gerard Jeuken en Rien Wolfs, Een nacht vol dood boven de Peel, in: In Brabant (6) 2015 nr. 1 p.11-19. 98 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Eigenlijk is de vraag of NA260 inderdaad, zoals het geciteerde krantenartikel uit 2019 het formuleert, schijnbaar in het luchtledige van de herinnering, en in feite is verdwenen. Dat de beide vliegtuigen boven de Astense Peel– laat ik het neutraal formuleren – ‘getroffen’ zijn, leidt weinig twijfel. Maar of ze ook allebei op min of meer dezelfde locatie zijn gecrasht, is iets waar op grond van het bovenstaande twijfel over kan bestaan. Is er misschien ergens overheen gekeken en herbergt de Veluwepeel slechts één echte crash site (van de NA197) en moeten we die van de NA260 elders zoeken? En is er dus eigenlijk veel meer sprake van een ‘meervoudig ongeluk’ (gelijktijdig verongelukken) in plaats van een ‘dubbelcrash’ (neerstorten op dezelfde locatie)? 10.4 Aanwijzingen voor een alternatieve theorie Net als in de Brabantse Peelstreek is ook in het aangrenzende Limburgse Weerterland (Weert, Nederweert en Stramproy) een aanzienlijk aantal Duitse en geallieerde vliegtuigen gecrasht. Vrijwel alle zijn onderzocht en staan in de lossregisters genoemd. Er is één uitzondering en dat is de vermelding van een crash een die tot nu toe voor de ogen van alle onderzoekers verborgen bleef.139 Daar bestaan twee meldingen van, die we de revue zullen laten passeren. 10.4.1 Uitkijkpost St. Martinustoren Weert De luchtbescherming in Weert is ook lang na de bevrijding (zelfs tot in maart 1945) nog actief wegens het aanhoudende geallieerde en vijandelijke luchtverkeer. De uitkijkpost bevindt zich op een voorspelbare plek, namelijk de St. Martinustoren in het hart van de stad. De logboeken van de torenwacht zijn gedeeltelijk bewaard gebleven.140 Fig. 101. Rapport van de Uitkijkdienst op de St. Martinustoren in Weert. Archief gemeente Weert. 139 Het meest recente en uitgebreide onderzoek is van AVG Geoconsult BV: W. van den Brandhof, Rijksweg A2. Een historisch onderzoek naar de aanwezigheid van conventionele explosieven, (2007). Hoewel het onderzoek focusseert op achtergebleven munitie, geeft het ook een gedetailleerd overzicht van gevechtshandelingen in de lucht en op het land. 140 140 Erfgoedhuis Weert, toegang A.1.11 Nieuwe Archief gemeente Weert 1920-1969, inv. nr. 1008, Rapporten uitkijkdienst St. Martinustoren 1944-1945. 99 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO In de rapportage van de uitkijkpost van de nacht van 7 op 8 februari 1945 is sprake van een om 22.35 uur neerstortend brandend vliegtuig ‘richting Heugterbroek’. Vijf minuten later zien de wachters een luchtgevecht in zuidelijke richting (dat is de richting Stramproy) en om 22.42 uur volgt een brandend vliegtuig ‘omlaag’ (dus neerstortend) in de richting van Budel-Schoot (dat is in westelijke richting). Dit is het vliegtuig dat enkele kilometers verder in westelijke richting neerstort bij de zinkfabriek in de gemeente Lommel (B) en daar geboekt staat als de NA175 DY-Q met als crashtijdstip 22.43 uur141 Het ‘richting Heugterbroek’ neerstortende vliegtuig komt niet voor in alle bestaande overzichten van vliegtuigcrashes. Het tweede vliegtuig uit de waarnemingsrapportage is de Lancaster NA175, die in dezelfde nacht crashte in Lommel (B). Vanuit Weert gezien ligt Lommel exact in het verlengde van de lijn tussen de waarnemingspost Weert en Budel-Schoot. Interessant om te zien is dat vlak voor het neerstorten van de bommenwerper die we als NA175 identificeren, er een ‘lichtkogel’ is gezien. De vraag is wie die afgeschoten heeft. Uit de luchtvaartbronnen weten we dat de bij het gevecht betrokken Ju88-jager geen lichtspoormunitie gebruikte en bovendien is dat want anders dan een lichtkogel. Het kan dus een lichtkogel van het geallieerde vliegtuig zélf zijn geweest. 10.4.2 Dagboek Piet Linssen Een simultane melding komt van de Weerter dagboekenschrijver Pierre Linssen. Hij is een professioneel te werk gaande amateur-historicus en zijn oorlogskroniek wordt als zeer betrouwbaar beschouwd. In 2012 wordt zijn dagboek integraal en geannoteerd uitgegeven door een historische vereniging uit Weert. Laten we kijken wat hij schrijft op de dag van de crash in de Veluwepeel, op 7 februari 1945:142 Fig. 102. Pierre Linssen. Foto: Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert. 7 Februari 1945 Om 10 ½ uur v.m. heeft er boven het Heugterbroek een luchtgevecht plaats tussen een Engels en een Duits vliegtuig. Het Engelse vliegtuig, bemand met Franse piloten wordt afgeschoten. Van de bemanning werden er drie gedood bij het neerstorten van het toestel. Een wordt op 141 W.R. Chorley, Royal Air Force Bomber Command Losses of the Second World War 1945 (1999) geeft als crashtijdstip 01.00 uur (8 februari) maar dat is vermoedelijk onjuist. Het werkelijk crashtijdstip 22.43 uur is het juiste. 142 E. Haanen (red.), Bezetting en bevrijding. Weert 1939-1945. De kroniek van Pierre Linssen. Stichting Historisch Onderzoek Weert (Weert 2012), p. 236. Voor dit doel is het originele dagboek geraadpleegd, dat zich bevindt in het Weerter Stadsarchief, inv. nr. C.3.2 Aanwinsten NGA inv. nr. 81. Met dank aan archiefmedewerker dhr. Wil Schlenger voor het maken van scans. Krantenberichten (lokaal en regionaal) over de crash in Weert zijn er in Delpher niet gevonden (overigens ook niet van de die van de NA197 en NA260). 100 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Laar gevonden met een doorschoten borst, terwijl de vijfde met zijn parachute veilig te Nederweert daalde. Een kanttekening is hierbij op zijn plaats. Linssen heeft het hier over het tijdstip half elf in de ochtend van 7 februari. Dat is niet juist, op de eerste plaats omdat bombardementsvluchten om begrijpelijke redenen altijd in het duister werden uitgevoerd. Hier zal de auteur zich vergist hebben.143 Maar los daarvan: wat een toeval! Diezelfde dag, 7 februari 1945, om half elf, werden in Asten ook de NA197 en de NA260 aangeschoten door een Duitse jager. En ook in die gevallen ging het om Engelse bommenwerpers. Maar het gegeven van Linssen dat het een door Fransen bemande Engelse vliegtuig betrof, is wel een uiterst belangrijke match met de NA260 (en de NA197). Fig. 103. Aantekening uit het net-exemplaar van het dagboek van Piet Linssen. Foto: Will Schlenger, gemeente-archief Weert. Daarnaast is er nog een belangrijke overeenkomst: Linssen meldt namelijk een overlevende. Waar de NA260 zeven bemanningsleden telde noemt Linssen er vijf waarvan er één volgens hem veilig met zijn parachute in Nederweert landde. Dat stemt precies overeen met het bericht over navigator Stanislas van de NA260, de enige overledene. Die wordt, we lazen het al eerder in andere bronnen, na zijn veilige landing gebracht naar de woning van de commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten in Nederweert (en niet naar Weert, en dat is logisch gezien de vindplaats). Een ander opvallend gegeven is dat Linssen noemt dat er voorafgaand aan de crash een luchtgevecht met een Duits vliegtuig plaatsvond. Wie pecies de door Linssen genoemde in Laar (gebied ten noorden van de stad Weert en grenzend aan het Heugterbroek) gevonden vliegenier ‘met een doorschoten borst’ was, is niet bekend. Het gegeven komt ook terug in een veel later gepubliceerde lokaalhistorische publicatie over Laar, waarin een anonieme bron wordt geciteerd met nog een extra interessant detail:144 Op Laar zijn aan parachutes 2 mannen uit verschillende toestellen neergekomen. Het waren beide geallieerden: een Engelsman en een Fransman. […] De Fransman kwam neer aan de Heugterbroekdijk ter hoogte van Graad Sonnemans. Hij bleek te zijn overleden. 143 Het geraadpleegde exemplaar van het dagboek van Linssen is een net-exemplaar, dat op het eind of na de oorlog in schoonschrift werd herschreven. Dat kan vergissingen (en verfraaiïngen) hebben veroorzaakt. Dat het tijdstip in de avond was, wordt bovendien bevestigd door de rapportage van de uitkijkdienst op e St. Martinustoren van Weert. 144 Dorpsraad Laar, Van Naober tot kerkdorp (Weert 1994) p. 247. 101 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO De localisatie is geen groot probleem. De woning van genoemde Graad Sonnemans had destijds het adres Laar 138, tegenwoordig het adres Heugterbroekdijk 39.145 Met ‘verschillende toestellen’ bedoelt de anonieme auteur verschillende gelegenheden (crashes), niet gelijktijdigheid dus (zoals blijkt uit niet-geciteerde delen van zijn verhaal). De vermelding van de overleden Fransman zou wel eens de door Linssen genoemde vliegenier ‘met een doorschoten borst op Laar’ kunnen zijn geweest. Deze typering impliceert namelijk niet automatisch dat hij ook meteen dood was op het moment van de vondst. Aangezien de herinneringen van de anonieme bron uit Laar pas vele decennia na dato te boek zijn gesteld, kan de frase ‘bleek te zijn overleden’ natuurlijk op korte tijd erna betrekking hebben. En dat zou dan perfect corresponderen met het andere bekende feit, namelijk dat bommenrichter Rognant van de NA260 weliswaar levend op de grond gevonden werd maar even later overleed in het ziekenhuis van Weert. De gegevens sluiten zo nauwkeurig in elkaar dat het vrijwel zekerheid is dat Rognant de man van Laar is. Concluderend: Navigator Stanislas overleeft de crash, bommenrichter Rognant wordt geparachuteerd boven Laar maar overlijdt korte tijd later in het ziekenhuis van Weert.146 En de vijf andere inzittenden worden levenloos teruggevonden in of bij de crash site. Die vijf zijn zijn Roger Bordelais (boordschutter), Jean Aulen (piloot), Maurice Bordier (boordschutter), H.A. Berdeaux (radiotelegrafist en boordschutter) en Raymond Patry (boordwerktuigkundige). Er bestaat een betrouwbare maar helaas niet geannoteerde notitie uit de Britse luchtvaartarchieven die stelt: An aircraft crashed approx 15 miles S.E. Endhoven at 08.30 hrs. On 8.2.45. Five bodies were recovered sgt. Aulen. Sgt/C Patry, Sgt. Bordier, Sgt. Bordelais, Sgt/C Berdaux, Accordingly reclassified killed.147 De vermelding van datum en tijdstip (08.30 u in de ochtend van 8 februari) moeten we hier niet lezen als het crashmoment maar als het tijdstip van de vondst, door het militair gezag, van het wrak en/of de overledenen. Op basis van de vondst wordt hun status (naar we mogen aannemen ‘missed in action’) gereclassificeerd tot ‘killed’. En dit gezegd zijnde valt meteen een ander stukje van de puzzel op zijn plek! Want het heeft voorgaande auteurs altijd verwonderd dat de vijf (meteen) overledenen worden begraven op de geallieerde begraafplaatsen in Woensel bij Eindhoven en in Kapelle in Zeeland, terwijl de één dag later overleden Rognant op het (later ingerichte Commonwealth-gedeelte van het) katholieke kerkhof van Zwartbroek bij Weert ter aarde wordt besteld. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat, omdat Weert al vanaf september 1944 bevrijd was, het ziekenhuis inmiddels weer onder het burgerlijk gezag was geplaatst. Dus zijn er na het overlijden van Rognant andere bestuurlijke partijen dan alleen het geallieerde militaire gezag betrokken geweest bij de afhandeling en kan gekozen zijn voor een afwijkende afhandeling en locatie van begraving. 148 145 L.H. Raemaekers en H.J.H. Teunissen, Laar Namen en Bijnamen, Rosveld en Kampershoek (Weert 1993) p.103. In 1945 was het adres Laar 138, vanaf 1950 werd het Heugterbroekdijk 13 en in 2019 is het Heugterbroekdijk 39. 146 Jeuken en Wolfs schrijven in op. cit. uit op, p.18 dat Rognant met koepel en al uit de voorste geschutskoepel werd geblazen, gewond raakte bij neerkomst en door een Canadese militaire ambulance naar het ziekenhuis in Weert werd getransporteerd, waar hij na enkele uren overleed. Helaas geven de auteurs geen bronvermelding van hun informatie. 147 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert, collectie oorlogsdocumentatie, verzameld door Cor Janssen. De afstand ‘vijftien mijl ten zuidoosten van Eindhoven’ is niet strijdig met een locatie in het noorden van Weert, zeker niet gerekend vanaf de luchtmachtbasis Welschap. 148 Opmerkelijk is dat de naam van Rognant en de datum 7 februari 1945 vermeld worden in een ongedateerd potloodkrabbeltje op een briefje met een uit 1946 daterende ontwerptekst voor de herdenkingsplaquette voor 102 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Het graf van bommenrichter Rognant in Zwartbroek krijgt al snel na de oorlog het opschrift ‘C.P. Rognant / 7-3-1945 / Mort pour la France’ en dus met een foutieve datum, want de crash was op 7 februari en niet op 7 maart.149 In april 2010 is die vergissing keurig hersteld en sindsdien staat er op het graf ‘Rognant C.P. / S/LT / Mort pour la France le 7.2.1945’.150 Maar ook dat is feitelijk nog steeds niet juist, want zoals we aannemelijk hebben gemaakt is Rognant pas op 8 februari (levend maar zwaar gewond) gevonden en pas diezelfde dag of korte tijd later in het ziekenhuis overleden. Maar dat bordje mag vooral blijven zoals het is. Fig. 104. Het graf van Rognant (inzittende van de NA260) op het Commonwealth Cemetery-deel van de begraafplaats in WeertZwartbroek. Foto met dank aan Jeroen Koppes, www.tracesofwar.nl Fig. 105. Localisatie van de gebeurtenissen op 7 en 8 februari 1945. Luchtgevecht boven het Heugterbroek en de vondst van een in zijn borst geschoten en later overleden vliegenier (Rognant) aan de Heugterbroekdijk nabij Laar. De landingsplaats van de overlevende vliegenier Stanislas was ‘in Nederweert’ maar is niet preciezer te duiden. Zowel Laar als het Heugterbroek grenzen aan de oostzijde aan Nederweert. Ondergrond: www.afstandsmeten.nl. de NA197 in de Astense Peel. De betekenis zal er in gelegen zijn dat deze notitie is gemaakt naar aanleiding van een bezoek aan het graf in Weert-Zwartbroek. 149 Winnie van Oorschot, Swartbroek, verleden en heden. De geschiedenis van een kerkdorp van Weert (Weert 1993) p. 231. 150 Ontleend aan de beschrijving van het oorlogsgraf op https://www.tracesofwar.nl/sights/12261/FransOorlogsgraf-Swartbroek.htm. 103 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Tenslotte is de door Linssen genoemde locatie van het luchtgevecht belangrijk. Hij beschrijft die als ‘boven het Heugterbroek’. Het door Linssen beschreven ongeval komt echter opvallend genoeg niet voor in de bekende lijsten, rapportages en overzichten van vliegtuigcrashes.151 De conclusie moet dus zijn dat op 7 februari een Engels vliegtuig met Franse bemanning crasht in of bij het Heugterbroek ten noorden van Weert, waarvan één overlevende in Nederweert neerkomt (Stanislas) en een (iets later) gesneuvelde vliegenier Rognant te Weert-Laar. Dat is een frappant en intrigerend nieuw gegeven dat ons dicht bij de oplossing van het raadsel van de NA260 brengt. We hebben behoefte aan de vondst van sporen van een wrak en inslaglocatie, een smoking gun dus. Op naar het Heugterbroek! Fig. 106. Gustave Stanislas, enige overlevende van de crash van de NA260, landde met zijn parachute veilig in Nederweert.Hij was in 1937 bij de Franse luchtmacht gekomen en maakte daar snel carrière. Zijn hoogste rang was die van luchtmachtgeneraal, als Inspecteur Technique de l’Armée de l’Air. Van 1960-’62 was hij commandant van de luchtmachtbasis Rochefort en op 7 september 1967 verliet hij de actieve dienst. Hij werd benoemd tot Commandeur in het Légion d’Honneur. De foto is van zijn afscheid. Hij overleed in 1983. Over de crash van de NA260 (waar hij gezagvoeder van was) heeft hij nooit veel prijs willen geven. Bron: Premier Magazine Air Actualités, maart 1967 (internet). 10.4.3 Politierapporten Het leidt geen twijfel dat er van de crash van 7 februari 1945 een proces-verbaal zal zijn opgemaakt door de Weerter gemeentepolitie of marechaussee. Van vergelijkbare crashes, eerder en later (waaronder de meervoudige crash van 21 februari 1945 in de nabijheid van het Weerterbos) bestaan verslagen en verbalen. Intensief onderzoek in de Weerter archieven heeft echter geen spoor van een verlag over het ongeluk van 7 februari 1945 aan het licht gebracht.152 De logboeken van de gemeentepolitie bevatten echter wél aantekeningen over de crash van 21 februari in dezelfde omgeving en ook een proces-verbaal daarvan, maar dus niet over 7 februari. 10.5 Crashes in en om het Heugterbroek Het Heugterbroek, het aangrenzende Maarheezerveld waren en zijn natte voormalige productiebosgebieden met dennenbomen ten noordwesten van de stad Weert. Aan de zuidrand 151 Geraadpleegd werd o.a. https://www.verliesregister.studiegroepluchtoorlog.nl/. Bij 7 februari 1945 staat daar wél de NA197 in Asten en (ten onrechte) de NA260 eveneens in Asten. In het verliesregister van de Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 komen wel de beide Lancasters van 21/22 februari voor, maar niet de crash van 7 februari 1945. 152 Met dank aan de medewerkers van het archief van de gemeente Weert (Theo Schers en Will Schlenger). Doorzocht werden in Toegang A.1.1 Nieuw-Archief 1920-1997; inv. nr. 1008 (Rapportages bominslagen 19401945, brandweerrapporten, rapportages uitkijkpost St. Martinustoren), inv. nr. 1060 (Processen-verbalen over materiële en persoonlijke schade veroorzaakt door neergekomen vliegtuigen en bom- en granaatinslagen 1940-1946). Verder zijn ook doorzocht toegang A.2.11 (Archief gemeente-politie Weert) inv. nr. 378 Registers van dagrapporten 20 aug 1944 – 1 jun 1945 en de correspondentieregisters van het gemeentebestuur. Alles met negatief resultaat. 104 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO ervan bevonden zich in de periode van de luchtoorlog diverse Duitse zoeklicht- en geschutslocaties. Geen wonder dus dat in deze Brabants-Limburgse grensregio’s veel vliegtuigcrashes hebben plaatsgevonden. Ten tijde van de oorlog behoorde dit gebied tot de gemeente Weert; sedert de laatste grenscorrecties is het onderdeel van de gemeente Nederweert. In het Heugterbroek (Nederweert), Weerterbos (idem),153 Maarheezerveld en nabije omgeving (zoals Boshoven en Hushoven, beide gemeente Weert) crashen tijdens de Tweede Wereldoorlog enkele bommenwerpers. Deze staan opgesomd in de volgende tabel.154. In dit gebied vindt eind februari 1945 een drie-dubbelongeluk plaats met drie bommenwerpers van het type Lancaster (de RA516, de LM548 en de PB573), waarvan er een in het Heugterbroek neerstortte, een tweede in het Weerterbos en de derde iets zuidelijker, in de wijk Hushoven. Fig. 107. Helaas bevatten de dagelijkse logboeken van de Weerter gemeentepolitie geen aantekeningen over de crash van 7 februari 1945. Wel is dat het geval met de crash later die maand, op 21 februari, eveneens in het noorden van Weert. Maar die melding heeft niet te maken met ons onderwerp van studie. Foto: Alfons Bruekers. 153 Het natuurgebied heet Weerterbos maar de officiële gebiedsnaam is Weerterbosch. Verliesregister, studiegroepluchtoorlog.nl, lemma Weert. De crashes van 21 februari 1945 worden ook beschreven in het dagboek van Bruekers: ‘Donderdag 22 Febr[uari] 1945. De hele nacht gevlogen en zijn in de buurt van Nederweert 5 vliegtuigen neergestort de piloten zijn met parachutes geland er vlogen 2200 Am[erikaanse] Bombers en 1100 Eng[else] Bombers naar D[uitsland] en bombardeerden Manheim Duisburg Berlijn en 24 steden’. 154 105 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Tabel 5. Vliegtuigcrashes in omgeving Heugterbroek, Hushoven en Boshoven. Loss chart Serienr. datum Type Extra informatie T1480 Z1098 14/15 apr 1942 Wellington Ic T2463 W4936 14/15 juni 1943 Lancaster I T5269 LM548 21/22 feb 1945 Lancaster III T5272 RA516 21/22 feb 1945 Lancaster I T5267A PB573 21/22 feb 1945 Lancaster III --- ‘onbekend’ ‘onbekend’ Halifax III Boshoven near Weert. Engelse Wellington bommenwerper crasht tussen Weert en Maarheeze (bij boerderij Russelsbroek).155 Engels vliegtuig stort neer in Boshoven, vier bemanningsleden komen om, twee andere overlijden in het ziekenhuis in Weert. 156 In het Heugterbroek nabij de boerderij van Wouters, onder het gehucht Hushoven is een Engels vliegtuig neergestort. Het vliegtuig wierp bommen uit in de gemeente Maarheeze, 400 meter verwijderd van de grens Weert-Maarheeze.157 Engelse bommenwerper crasht te Heugterbroek.158 Hushoven. Na botsing met RA516. Luchtgevecht boven Hushoven en het Heugterbroek. Twee Engelse vliegtuigen storten neer, bemanning komt om het leven. Heugterbroek. Na botsing met LM548. Idem. Aangeschoten ten westen van Venlo en gecrasht op onbekende locatie. Wrakstukken door Johan Bloemers teruggevonden in Weerterbos (gem. Nederweert), bevestigd door serienummer.159 Heugterbroek. Archeologische vondst van de resten van een viermotorige Britse bommenwerper van het type Halifax III.160 10.6 Vondst van een onbekende Halifax De overblijfselen van een tot dusver onbekende Halifax in de buurt van het Weerterbos worden in 2012 door Johan Bloemers uit Nederweert ontdekt. Bloemers is dan al vrijwel zijn leven lang bezig met onderzoek naar crash sites in de regio Weert-Nederweert en omstreken vanuit de Stichting Luchtoorlog 1939-1945. Hij heeft daarvoor aanwijzingen gekregen van een op dat moment 80-jarige buurtbewoner, die nog herinneringen heeft aan de crash:161 Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 156 E. Haanen (red.), Bezetting en bevrijding. Weert 1939-1945. De kroniek van Pierre Linssen. Stichting Historisch Onderzoek Weert (Weert 2012), p.87. 157 Archief gemeente Weert, Nieuw-archief 1920-1969. Inventaris 1060 (LBD). Het loss-register geeft ook coördinaten maar dat betreft een administratieve aanduiding van het centrum van Hushoven en niet die van de crashlocatie zelf. 158 Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 159 https://luchtoorlog-1939-1945.nl/2019/09/28/onderdelen-van-lancaster-pb573-als-educatiebord/ 160 Later in dit artikel geannoteerd. 161 Interview door Johan Bloemers met zegsman “L.” geboren in 1933 (persoonsgegevens bekend bij auteur; hij wenst anoniem te blijven), persoonlijk interview in 2012 en telefonisch aangevuld in januari 2020. 155 106 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Het speelde zich af In de tijd net na de oorlog, na het laatste oorlogsjaar, direct na de bevrijding van Weert en die was in september 1944. Het bos lag bezaaid met onderdelen van een bommenwerper. In dat bos, dat van een oom van mij was, gingen wij regelmatig spelen en van alles doen. Daar lag dat wrak en daar waren allerlei spullen. De hagedissen deden zich tegoed aan de warmte van de zon die weerkaatste op de alumniumdelen die er lagen. Op een vleugeldeel van het vliegtuigwrak lag een Duitse helm met een naam erin geschreven, Wilhelm Schmitz. Ik kan me die helm nog goed voor de geest halen. Die lag daar denk ik omdat daar allerhande groepjes jeugd kwam spelen. Sommigen hadden zelfs legeruniformen aan en ik denk dat die helm daar door spelende kinderen is achtergelaten. Als kind hadden we er een hut gemaakt bij de crashplaats waar we allerlei vliegtuigdelen in hadden verzameld en daar speelden wij als kleine kinderen. Er was na het weghalen van de wrakstukken enorm veel klein spul achtergelaten. Stukken mica van de raampjes, zakmessen kan ik me ook herinneren. Toen maakte dat diepe indruk op ons Op de locatie is toch wel wat veranderd door de jaren heen. Maar de open plek waar toentertijd een groot deel van de romp lag is nog steeds een kale plek met vier grote kraters van de gevallen motoren. Ik herinner me nog dat op een rompdeel een schildering was aangebracht en er stond ook een tekst op. Fig.108. Beschildering van de romp van de NA260. Foto: collectie Simon Ferrer, op website http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html (uitsnede). Gedurende enkele jaren verricht Bloemers intensief onderzoek op het terrein van de crash, een afgelegen dennenbos bij het Weerterbos. In een grote krater vindt hij de overblijfselen van wat hij weet te identificeren als de achterste geschutskoepel van de bommenwerper. Verder bevinden zich daar vlakbij verspreid in het terrein vier kleine kraters met een middellijn van ongeveer 2 meter en een diepte van 1 meter. Het zijn de inslaggaten van vier vliegtuigmotoren. Bloemers vindt er restanten van de cilinders en andere motoronderdelen. Het terrein ligt over de grootte van een voetbalveld bezaaid met aluminiumschroot, plexiglas en rubberslangen. Aan de hand van vergelijkend onderzoek, studie in luchtvaarthandboeken en unieke onderdelen blijkt al gauw dat het wrak een Halifax betreft. Aan de hand van een miniem maar kenmerkend onderdeel van een cilinder ontdekt Bloemers dat de motoren van het type Bristol Hercules zijn162. Aangezien drie motorkraters wel redelijk dicht bij elkaar liggen (hooguit 20 à 22 meter uit elkaar), maar niet op de oorspronkelijke afstand en ook niet op een rechte lijn, lijkt het er op dat het vliegtuig vlak voor het raken van de grond geëxplodeerd is. De vierde motor ligt op 80 Bristol-Herculesmotoren zijn zogenaamde ‘stermotoren’, waarbij de cilinders in een stervorm rondom de krukas zijn geplaatst. Dat is wezenlijk anders dan de ook bij Halifaxes voorkomende Rolls Roycemotoren die van het type ‘lijnmotoren’ zijn, waarbij de cilinders in een rechte lijn staan. 162 107 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO meter van de andere en ook de geschutskoepel ligt op die afstand. Resten van sterk verbrand aluminium bewijzen dat het vliegtuig aan extreme temperaturen heeft blootgestaan. Hij vindt ook sporen van bezittingen van de bemanning, zoals een deel van een vliegenierslaars en een rozenkranskruisje. Een Browning kaliber 0.303 mitrailleurpatroon draagt het jaartal 1944. Dat levert een mooie terminus post quem op voor de crash die dus uit 1944 of 1945 moet dateren. Omdat zowel cockpitinstrumenten, motoren en delen van de achterste geschutskoepel e.a. zijn gevonden, is de voorlopige conclusie dat het gehele vliegtuig hier is neergestort. Verder zoekend worden metalen onderdelen gevonden met herleidbare nummers. Zoals een onderdeel met serienummer dat begint met ‘57’ (toegewezen aan Halifax) en een ander metalen object met het fabrieksstempel ‘R2’. De ‘R’ staat voor de fabriek van Rootes Securities te Speke (GB). Deze producent van specifiek de Halifax-MkIII-toestellen vervaardigde de serienummers NA102 t/m NA309.163 Het onderzoek is nog niet afgesloten en Bloemers zal nog een hele tijd bezig zijn met het zoeken, determineren en conserveren van de vondsten. Om schatgraverij en verstoring van het lopende onderzoek te voorkomen worden de exacte coördinaten van de vindplaats door de Stichting Luchtoorlog 1939-1945 voorlopig nog niet vrijgegeven.164 Fig. 109. Nederweert, Weerterbos. Ligging van de inslagkraters van de vier motoren van de Halifax MkIII (genummerd 1, 2, 3 en 4). Vlakbij locatie 4 zijn ook resten van de geschutskoepel aangetroffen (locatie 5). Ondergrond: Actueel Hoogtebestand Nederland. Montagefoto: Johan Bloemers. 163 Halifax Serial Numbers & Manufacturers, http://www.bomber-command.info/serialshalifax.htm. Op 28 december 2019 is de crashlocatie in situ bezocht door Johan Bloemers en Alfons Bruekers. Daarbij zijn foto’s gemaakt van de inslagkraters en van her en der verspreid liggend debris. 164 108 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 110. De dots duiden op de locaties van bij het Weerterbos teruggevonden onderdelen van de Halifax. Overlay van foto: Johan Bloemers. Fig. 111 en 112. Weerterbos, gem. Nederweert. Inslagkraters van elk van de motoren. Foto’s: Alfons Bruekers, 28 dec 2019. 109 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 113. Weerterbos. Verzameling her en er op de crash site bijelkaar geraapte rubber slangen en aluminiumresten uit het vliegtuigwrak. Foto: Alfons Bruekers. Fig. 114. Weerterbos. Door extreem hoge temperaturen gesmolten en gesinterde aluminiumresten. Foto: Alfons Bruekers. 110 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 115. Weerterbos. Rechts een op de crash site gevonden flying boot van de RAF, model 1943, ook wel ‘escape boot’ genoemd. Links originele exemplaren. Als een vliegenier met zijn parachute landde, kon hij het bovendeel van de laars losmaken waardoor het leek alsof hij burgerschoenen droeg. Zo viel hij dan niet op met zijn luchtmachtlaarzen, vandaar de naam ‘escape boot’. Foto: Johan Bloemers. Fig. 116 (links). Weerterbos. Links een raampje van de bommenwerper. Fig. 117 (rechts) pulley van de cocking cable, de staalkabel voor het doorladen van de wapens. Foto’s: Johan Bloemers. Fig. 118 en 119. Weerterbos. Links koppelstukken van het hydraulisch en zuurstofsysteem. Rechts de pool van een accu. Foto’s: Johan Bloemers. 111 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 120 en 121. Weerterbos. Op de linker foto (rechts) een brandstofsensor. Rechts het wijzerplaatje van een brandstofmeter uit het instrumentenpaneel. Foto’s: Johan Bloemers. Fig. 122 en 123. Weerterbos. Links een baco-sleutel uit de uitrusting van de bemanning. Rechts genummerde onderdelen. Foto’s: Johan Bloemers. Fig. 124 en 125. Weerterbos. Links een uitlaatklem, kenmerkend voor een Bristol-Herculesmotor. Rechts een onderdeel van een Bristol Hercules-motor met tandwielvertraging. Foto’s: Johan Bloemers. 112 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 126 en 127. Weerterbos. Links het typenummer dat met de cijfers 57 duidt op het fabricaat Halifax. Rechts een onderdeel met de aanduiding R2 (Rootes Securities) die verwijst naar de Halifax MkIII. Foto’s: Johan Bloemers. Fig 128. Weerterbos. Links onderdelen van een vleugel. Vergelijk met de foto van assemblagehandelingen rechts (internet). Foto’s: Johan Bloemers. Fig. 129 en 130. Weerterbos. Links een onderdeel van een ventiel en rechts aanwijsplaatje dat verwijst naar brandstoftank nr. 4. Foto’s: Johan Bloemers. 113 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 129. Weerterbos. Fig. 131. Weerterbos: Electrische verwarmingselementen van een 0.303 Browning machinegeweer. Foto: Johan Bloemers. Fig. 132. Weerterbos. Plexiglas van de staartkoepel. Foto: Johan Bloemers, achtergrond wikipedia. Fig. 133. Weerterbos. Staartlicht onderzijde geschutskoepel. Foto: Johan Bloemers, achtergrond wikipedia. 114 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 134. Weerterbos. DF loop-antenne. Foto’s: Johan Bloemers. Achtergrondfoto: wikipedia. Fig. 135 en 136. Weerterbos. ‘Walking bottle’ (zuurstoffles met afsluiter), voor en na restauratie. Deze kon aan het zuurstofmasker worden gekoppeld. Foto’s: Johan Bloemers. Fig. 137. Weerterbos. Uitlaat van Bristol Herculesmotoren. Foto: Johan Bloemers. 115 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 138. Weerterbos: Patroongeleiderail uit de staartgeschutskoepel (de munitie ter illustratie). Foto: Johan Bloemers (Verlofhouder WWM). Rechter foto (afgebroken staartkoepel): internet. Fig. 139. Weerterbos. Kruisje van een van de inzittenden. Afmetingen lxbxd 80x45x6 mm. Materiaal kruisje: messing, oogje: roodkoper. De ebbenhouten inlay en het corpus zijn verdwenen. Het object vertoont een breuk. Foto: Johan Bloemers. 116 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 140. Weerterbos. (Detail van) messing strip 250x15x1,5 mm met gaten en verstelmogelijkheden. De strip is ooit langer geweest. Tekst: ‘COLLIER A.60’. Foto’s: Johan Bloemers. Fig.141. Weerterbos. Plaatwerk, hoekplaat, aluminium, 200x200x1mm met serienummer en fabricagestempels. Foto’s: Johan Bloemers. 117 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig 142. Weerterbos. Magneto switchbox schakelaar. Rechts de vondst, links de originele schakelaar. Foto: Johan Bloemers. Fig. 143. Weerterbos. Fragment van binnenband van het hoofdlandingsgestel. Foto: Johan Bloemers. 118 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 10.7 STRABO Een smoking gun? Recapitulerend waar we nu staan met de analyse:  Bij alle in en om het Weerterbos officieel gedocumenteerde vier crashes is er geen van het type Halifax en geen ervan is gecrasht op 7 februari 1945.  In de omgeving van het Weerterbos zijn de archeologische resten van een viermotorig vliegtuig gevonden dat als een Halifax MkIII is determineerd en waarvan de fabricagedatum van de ammunitie uit 1944 dateert.  Uit archiefbronnen blijkt dat op 7 februari 1945 om half elf een Engels vliegtuig met Franse bemanning crasht in de omgeving van het Weerterbos. Er is één overlevende, die naar Nederweert wordt gebracht.  Tussen Laar en Heugterbroek (omgeving Weerterbos, destijds Weert) wordt op 8 februari een dode vliegenier gevonden, overleden aan schotwond. De locatie ligt maar liefst zo’n 10 km van de Veluwepeel verwijderd. En…  Op 7 februari 1945 om half elf wordt boven de Veluwepeel in Asten een Engels vliegtuig van het type Halifax MkIII165 met Franse bemanning aangeschoten, de NA260. Er is één overlevende, Stanislas, die naar Nederweert wordt gebracht. Het wrak of sporen daarvan zijn nooit gevonden.  Zowel Asten-Veluwepeel als Weerterbos liggen op de vluchtroute die een denkbeeldige rechte lijn van Charleroi naar Goch vormt. Exact hetzelfde type, dezelfde datum, hetzelfde overlevende-verhaal….. Stel dat we nu dus eens aannemen dat de in Asten-Veluwe-Peel gesignaleerde NA260 dezelfde is als het wrak van de crash in de omgeving van het Weerterbos. Dat de stukje van de puzzel dus als het ware in elkaar passen… Als dat zo is dan is dit de smoking gun waarnaar we zoeken. Laten we ter verdere controle ook kijken naar de tijdstippen van de betrouwbaar geregistreerde gebeurtenissen: Tabel 6. Tijdstippen van gebeurtenissen boven het Weerterbos. tijdstip 22.20 u 22.27 u 22.30 u 22.35 u 165 gebeurtenis ‘geallieerde vliegtuigen boven Asten’ ‘NA197 en vlak daarna NA260 aangeschoten door Duitse jager’ ‘luchtgevecht boven Heugterbroek, daarna Engels vliegtuig neergestort’ ‘brandend vliegtuig stort naar beneden richting Heugterbroek’ bron Marechausseerapport Asten166 Brillard (overlevende NA197)167 Dagboek Pierre Linssen168 Rapport Uitkijkdienst St. Martinustoren Weert.169 Dat het een MkIII betreft volgt uit de inschrijving van de NA197 en de NA260 in het Operational Record Book (ORB) 347 Squadron van Halifax, op. cit. Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). 167 Germaine l’Herbier, La fin du NA197, Equipage du lieutenant Pelliot. http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html. 168 E. Haanen (red.), Bezetting en bevrijding. Weert 1939-1945. De kroniek van Pierre Linssen. Stichting Historisch Onderzoek Weert (Weert 2012), p. 236. 169 Erfgoedhuis Weert, Toegang A.1.11 Nieuw Archief gemeente Weert 1920-1969, inv. nr. 1008, Rapporten uitkijkdienst St. Martinustoren 1944-1945. 166 119 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 22.40 ‘luchtgevecht ten zuiden van Weert’ 22.42 ‘brandend vliegtuig omlaag richting Budel-Schoot’ 22.43 ‘crash van NA175 bij Lommel (B)’ STRABO Rapport Uitkijkdienst St. Martinustoren Weert.170 Rapport Uitkijkdienst St. Martinustoren Weert.171 Literatuur. Fig. 144. De crashlocaties van de NA260 en de NA197 (inclusief debriszones). De rode lijn is de vliegroute langs de denkbeeldige lijn Charleroi – Goch. Ondergrond: www.afstandsmeten.nl Uiteraard moeten we er ons rekenschap van geven dat er een bepaalde marge op deze tijdregistraties zal zitten. Frappant is echter wel dat de tijdstippen in de goede logische volgorde worden genoemd en vlak achter elkaar plaatsvinden. Dat geldt voor de tijd tussen het signaleren van 170 Erfgoedhuis Weert, Toegang A.1.11 Nieuw Archief gemeente Weert 1920-1969, inv. nr. 1008, Rapporten uitkijkdienst St. Martinustoren 1944-1945. 171 Erfgoedhuis Weert, Toegang A.1.11 ibidem. 120 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO de vliegtuigen boven Asten (22.20u), het aanschieten (hetzij kort na 22.27u in Asten, hetzij of nog eens om 22.30 u in Weert) en ook het crashtijdstip (22.35) in Weert. 10.8 Gevolg Tenslotte nog even alle resultaten op een rijtje gezet: Tabel 7. Vergelijking onderzoeksresultaten parameter crash site type serie serienummer fabrikaat motoren bemanning overlevenden overlevende datering crash crashtijdstip NA260 onbekend Halifax MkIII NA260 ? Hercules/Bristol Frans 1 persoon Overlevende wordt in Nederweert opgebracht 7 feb 1945 kort na 22.27 u wrak Weert gelocaliseerd Halifax MkIII tussen NA102 en NA309 Rootes Securities Hercules/Bristol Frans 1 persoon Overlevende landt in Nederweert match? 1944 of recenter ca. 22.35 u waarschijnlijk positief ? positief positief positief ? positief positief positief positief De conclusie uit deze exercitie is dat het onbekende wrak uit de omgeving van het Weerterbos hetzelfde vliegtuig als de vermiste NA260 uit Veluwepeel is. Hiermee komt een aantal in de recente literatuur geponeerde stellingen en semi-feiten toch wel enigszins op losse schroeven te staan. Laten we in het volgende hoofdstuk trachten te komen tot een feitelijke reconstructie van álle gebeurtenissen in het Brabants-Limburgse luchtruim van die spooknacht, om zo feit en fictie van elkaar te scheiden. 121 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 11. Reconstructie: de drievoudige luchtramp van 7 februari 1945 Waar staan we nu? In het voorgaande hebben we de wederwaardigheden van de NA197 voor het voetlicht gehaald. In de slipstream daarvan hebben we de relatie tussen de crash van de NA197 en de tot bijna mythische proporties gegroeide ‘dubbelcrash’ met de NA260 ontrafeld. Voor een goed begrip van zaken, en met name om ‘the big picture’ niet uit het oog te verliezen, volgt in dit hoofdstuk een totaalbeeld van de luchtoorlog die zich in de nacht van 7 op 8 februari 1945 afspeelde boven het Brabants-Limburgse grensgebied. Daarin zijn natuurlijk de reeds besproken NA197 en NA260 betrokken, maar ook andere gealieerde bommenwerpers en uiteraard ook Duitse toestellen. Het zal blijken een bijzonder complex plaatje te zijn, met hier en daar ontbrekende en soms ook strijdige informatie. Maar uiteindelijk wel met een plausibel scenario als synthese. 11.1 Kat- en muisgevecht In Hoofdstuk 2 hebben we de raid op Goch besproken. Recapitulerend: Vanuit de militaire basis Elvington in Engeland stijgt in de vroege avond van 7 februari 1945 een groep bommenwerpers op. De luchtmacht bestaat uit 464 toestellen waaronder 292 Halifaxes, 156 Lancasters en 16 Mosquitos. Onderdeel van de raid zijn 15 vliegtuigen van het volledig Franse eskader 347 Squadron ‘Tunesie’ van de Free France Air Forces op, waaronder de Halifax III NA197 L8-H en de NA260 L8-G. De NA260 stijgt op om 18.57 u (lokale tijd), de NA197 twee minuten later. Hun eindbestemming is Goch (D). De bombardementsvlucht wordt slechts gedeeltelijk voltooid. Nadat 155 vliegtuigen hun bommenlast hebben afgeworpen, een enorme schade veroorzakend, ontstaat er dusdanig veel rook boven Goch dat de overige vliegtuigen onverrichterzake moeten terugkeren, deels met de bommenlast nog aan boord.172 2 Fig. 145. Gerhard Raht, piloot van de Duitse nachtjager. Foto: wikipedia. De meeste met volle bommenlast en onverrichterzake terugkerende bommenwerpers volgen dezelfde route, maar dan omgekeerd, als waarlangs ze zijn gekomen. Dat is de lijn Goch (D) – Charleroi (B). Die denkbeeldige lijn kruist de Peel en de gemeente Weert. Een drietal Duitse nachtjagers, dat Vliegveld Twente als basis had, belaagt de retourvloot. Een nachtjager van NJG1 (Nachtjagdgeschwader 1) heeft als gezagvoerder Georg Fengler, die van NJG5 wordt gevlogen door Herbert Altner en tenslotte een jager van NJG2 met als bemanning bestaande uit Hauptmann Gerhard Raht, radiotelegrafist Anton Heinemann, waarnemer Rolf Rohlfs-Zoll en werktuigkundige Werner Hesse. Gerhard Raht (1920-1977) is de beroemdste van allen; hij staat in de top tien van de 172 M. Middlebrook en C. Everitt, The Bomber Command War Diary (1998), via: http://ww2talk.com/index.php?threads/french-aircrew-puzzel-halifax-iii-na197-crash-07-02-1945.51510/ 122 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Duitse piloten uit de luchtvaarhistorie. Zijn zes overwinningen in de nacht van 7 op 8 februari 1945 brengen zijn persoonlijke score op 51. Hij ontvangt later enkele hoge militaire onderscheidingen.173 Er ontspint zich een kat-en-muisspel tussen de Duitse jagers (type Junkers Ju88)en de uit het Duitse rijnland terugkerende bommenwerpers.174 Vanaf 22.30 uur (de bommenwerpers passeren dan de Peel) slagen de jagers erin om de vloot bij te houden. Over een trajectlengte van 160 km worden de bommenwerpers 17 maal aangevallen en vinden er 10 individuele gevechten plaats. Tot zelfs boven de Noordzee en tot voor de Engelse kust blijven de jagers achtervolgen. In die nacht van 7 op 8 februari 1945 crashen zes Britse vliegtuigen die onderdeel uitmaken van de raid op Goch. Alle crashlocaties liggen op een licht gecurvde lijn, die de route van de raid markeert: een denkbeeldige lijn van Charleroi naar Goch. Fig. 146. De crashlocaties van de zes Britse bommenwerpers die werden getroffen in de nacht van 7 op 8 februari 1945. Van links naar rechts Hamme-Mille (LM142), Lommel (NA175), Nederweert, Asten (NA197), Geldern (NP973) en Winnekendonk (MZ689). De plek met de rode cirkel is de Veluwepeel, waar de NA197 crashte. De blauwe lijn is de route van de retourvlucht van de raid op Goch. Tekening van de auteur op basis van onder andere gegevens uit http://forum.12oclockhigh.net/showthread.php?t=55694. 173 https://en.wikipedia.org/wiki/Gerhard_Raht. De luchtgevechten van 7 februari 1945 staan buitengewoon gedetailleerd beschreven in: Theo Boiten, Nachjagd War Diaries, An operational history of the German night fighter force in the West, Volume 2 april 1944 – may 1945, (2008) p.249-251. 174 123 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 11.2 STRABO Luchtgevechten Wat er die nacht boven de Peel gebeurde is niet volledig duidelijk en ook in de luchtvaartrapportages zijn de berichten daarover niet eenduidig. Theo Boiten heeft zich er in zijn lijvige naslagwerk uitgebreid over gebogen maar ook hij heeft niet alles met zekerheid kunnen reconstrueren.175 Vast staat dat zich omstreeks 22.30 uur vier bommenwerpers boven Asten bevonden: de Halifaxes NA197 en de NA260 (beide 347 Squadron), de NA175 en de Lancaster KB761 (die laatste van het 419 Squadron). Tegelijkertijd zijn er twee Duitse nachtjagers betrokken, die van Gerhard Raht (NJG2) en de van Georg Fengler (NJG1). In de Britse luchtvaartrapporten komen licht verschillende versies van de gebeurtenissen in het Astense luchtruim voor. We gaan die nader analyseren: De eerste rapportage stelt dat twee Halifax-bommenwerpers om 22.25 uur frontaal met elkaar in botsing komen. Andere waarnemers zeggen dat er geen botsing is maar iets anders: Een viermotorige bommenwerper explodeert in de lucht nadat deze door ‘fighter flare’176 verlicht zijnde wordt beschoten door de mitrailleur van de Duitse jager.177 Boiten, die dit gevecht zoals gezegd bestudeerde, houdt een flinke slag om de arm en stelt dat het meest waarschijnlijke scenario is dat om 22.22 uur één bommenwerper door Raht werd beschoten, en dat daarna een botsing (met een andere bommenwerper) plaatsvindt. Maar de zaak ligt complexer. Want tegelijkertijd, zo schrijft Boiten, stort 19 km OZO van Eindhoven (daarmee is Asten bedoeld) om ongeveer 22.28 uur de NA197 neer, twee minuten later gevolgd door de NA260 die in de lucht een explosie heeft. Van de NA197 noemt Boiten de crashlocatie, maar van de NA260 noemt hij die opvallend genoeg niet. Boiten is ook heel expliciet over de volgorde (eerst de NA197, dan de NA260), maar de getuigenis van een overlevend bemanningslid van de NA197 spreekt andere taal. Brillard (NA197), die we in de voorgaande hoofdstukken al aan het woord zagen, zegt geparafraseerd: ‘om 22.27 is de NA260 aangeschoten en in brand gevlogen; daarna die van ons’. En Stanislas (NA260) rapporteert met zoveel woorden: ‘ik werd frontaal aangevallen door een FockeWulf, het vliegtuig ontplofte en wat er precies gebeurd is herinner ik mij niet’.178 Los van het vraagstuk van de juiste volgorde: Boiten denkt dat het hier om twee andere bommenwerpers gaat dan die in de voornoemde botsing betrokken zijn. Hij vermoedt dat ze beiden zijn neergeschoten door Fengler. Boiten geeft toe daar geen hard bewijs voor te hebben en heeft ook zo zijn twijfels bij die claim van de jagerpiloot. Als Fengler na afloop terugkeert op zijn thuisbasis claimt hij zijn ’11. Und 12. Abschüsse’ gemaakt te hebben, helaas zonder daarbij tijdstippen te noemen. En als we daar de claim verder op naslaan dan zien we dat Fengler stelt die nacht twee bommenwerpers uit de lucht te hebben geschoten waarvan één Lancaster.179 En dat is vreemd, want de NA197 en NA260 zijn beide Halifaxes. Tussenconclusie nummer 1: het kan dus niet Fengler zijn geweest, die de NA197 én NA260 beide neerhaalt, hoogstens een van de twee Halifaxes, want ‘zijn’ tweede was een Lancaster. De enige andere Lancaster die op dat moment in de buurt is, de KB761, is 175 Theo Boiten, Nachjagd War Diaries, An operational history of the German night fighter force in the West, Volume 2 april 1944 – may 1945, (2008) p.249-251. 176 Fighter flare: vermoedelijk lichtspoormunitie. Dat het vliegtuig hierdoor verlicht kon worden is vreemd. 177 Hier wordt nog bij vermeld dat ook een Duitse nachtjager zou zijn gecrasht, maar daarover ontbreekt alle informatie. 178 Dat het Duitse vliegtuig een Fock Wulf zou zijn geweest, wordt door geen enkele andere bron bevestigd. Waarschijnlijker was het een Junkers Ju88 179 John Foreman, Johannes Matthews en Simon Parry, Luftwaffe Nightfighter Victory Claims. The individual combat victory claims of the Luftwaffe nightfighter pilots 1939-45, Walton-on-Thames 2004. 124 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO die nacht niet neergehaald.180 Dus al met al zijn er nogal wat onduidelijkheden in het verhaal van Fengler, nog los van het feit dat zijn scoretelling vragen oproept. 181 Maar nog interessanter is de claim van Raht. Die stelt in de nacht van 7 op 8 februari zes bommenwerpers te hebben neergehaald, alle van het viermotorige type. De door hem genoemde ‘Abschüss’-tijdstippen zijn respectievelijk 22.22, 22.41, 23.00, 00.08, 00.16 en 00.23 uur. De laatste drie vallen buiten het bestek van deze studie want ze zijn in Vlaanderen en boven de Noordzee geregistreerd. De andere drie zijn te koppelen aan voor ons relevante crashwaarnemingen. In omgekeerde tijdsvolgorde: Die van 23.00 uur is de LW142 die in Hamme-Mille bij Leuven (B) neerstort. De aanschieting van 22.41 uur is de NA175 die bij de zinkfabriek van Lommel (B), vlak ten westen van Weert, neerkomt. Tenslotte die van 22.22uur: dat is de ons bekende NA260. Met andere woorden: de NA197, die enkele minuten later in de Veluwepeel bij Asten crasht, komt niet in dit rijtje voor en wordt ook niet door Raht geclaimd als zijn ‘prooi’. Tussenconclusie nummer 2: De NA260 is neergehaald door Raht en de NA197 wordt niet door hem geclaimd. 11.3 Een extra waarneming Hoe zit het dan met de NA197? We komen er nog niet helemaal uit op deze manier. Wat we nodig hebben is een onafhankelijke derde waarneming, en die is er gelukkig in de vorm van het rapport van de bemanning van de Lancaster KB761, die het spel boven de Peel zag gebeuren zonder zelf getroffen te worden (de toelichtende tekst tussen rechte haken is van mij):182 De rear gunner [van de KB761] zag eerst een Ju88 die een bommenwerper [dat is de NA260] aanviel ongeveer 2000 voet boven ons, die werd neergeschoten. Ju88 ging toen naar beneden en viel een andere bommenwerper aan op 1000 voet boven onze eigen Lancaster [KB761] en schoot die ook neer [dat is óf de NA197 óf de NA175]. Tijdens deze ontmoetingen merkten beide kanonniers op dat de Ju88 geen lichtspoormunitie gebruikte. Na de Break away van de Ju88 van de tweede vernietigde bommenwerper, viel deze vanaf ongeveer 300 m ons aan stuurboordzijde aan maar opende geen vuur. Onze rear gunner opende niet meteen het vuur omdat hij vreesde dat parachutes van de vernietigde bommenwerpers in de vuurlinie zouden kunnen komen. Rear gunner opende uiteindelijk het vuur op een afstand van ongeveer 200 m en constateerde beschadigingen in de motorgondel en een vleugel van de Ju88, waaruit duidelijk zichtbaar was dat er delen van weg vielen. Ju88 dook in een duikvlucht weg en werd niet meer gezien. De Ju88 werd geclaimd als beschadigd.183 De rapportage van de KB761 vermeldt heel duidelijk dat het één en dezelfde Ju88 was die twee bommenwerpers uit de lucht schoot. En dat was vrij kort achter elkaar want de parachutes van de overlevenden konden immers nog aan het dalen zijn. Hieruit volgt tussenconclusie nummer 3: Een en dezelfde Ju88-jager heeft kort na elkaar twee bommenwerpers uit de lucht gehaald en wordt zelf aangeschoten door de KB761 zonder evenwel te crashen. 180 De Lancaster KB761 van het 419 Squadron crashte op 31 maart 1945. Bij een raid op Blohm en Voss in de buurt van Hamburg. http://www.419squadron.com/KB761.html 181 Ook over het aantal ‘Abschüsse’ van Fengler zijn de bronnen niet eenduidig. Volgens Foreman et al gaat het om de nummers 12 en 13, volgens Boiten om 11 en 12. 182 Theo Boiten, Nachjagd War Diaries, op.cit., p. 250. 183 Terzijde: de rapportages spreken over een Ju88-jager, terwijl overlevende Stanislas van de NA260 in zijn uiterst summiere rapportage bij de Franse luchtmacht spreekt over een Focke Wulf. 125 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 147. De Lancaster KB761 van het 419 Squadron crashte op 31 maart 1945 bij een raid op de scheepswerf Blohm en Voss in de buurt van Hamburg. De rear gunner op dat moment was de 22-jarige Amerikaan Earl Edward Morphy uit Ontario. Het staat niet vast of hij ook de rear gunner was die een verslag gaf van de vlucht op 7 februari boven Weert. http://www.419squadron.com/KB761.html 11.4 Wie is wie? De grote vraag is nu welk tweetal bommenwerpers, neergeschoten door één Ju88, door de bemanning van de KB761 wordt bedoeld. Optie 1: de NA260 en de NA197. Optie 2: de NA260 en de NA175. Alle drie de genoemde bommenwerpers zijn Halifaxes, dus er is geen Lancaster bij. Uit de combinatie van conclusie 1 en 3 volgt dat we de Ju88 van Fengler (die er weliswaar twee aanschiet, waarvan één Lancaster) kunnen elimineren. Dat blijft nog over Raht, die in tussenconclusie 2 wél gekoppeld wordt aan de claim van de NA260 en niet aan die van de NA197. Uit de wetten van de logica blijkt dan dat de twee bommenwerpers die door de KB761 werden gerapporteerd, alleen maar de NA260 en de NA175 kunnen zijn geweest, en dat die (dus) beiden zijn neergeschoten door Raht.184 Dit brengt ons op een heel belangrijk punt: De NA197 is dus niet neergeschoten door Raht en ook niet door Fengler! En dat voert ons terug naar het al eerder genoemde bericht van een botsing in de lucht. Wat Boiten in zijn publicatie als optioneel scenario noemt (en ook door werkelijke meldingen staaft) is dus eigenlijk het échte scenario: om 22.22 uur wordt één bommenwerper [NA260] door Raht beschoten, en daarna komt die in botsing met een andere bommenwerper [de NA197], die daardoor crashed. Hierbij moet aangetekend worden dat Brillard (NA197) als enige later verklaart dat ook hij door de Duitse nachtjager wordt geraakt, in de brandstoftanks, op 4500 m hoogte. Maar dat zou dus wel eens niet de echte crashoorzaak kunnen zijn geweest. En ook ooggetuige Bruekers ziet in de lucht boven de Peel iets wat hij in zijn dagboek beschrijft als een botsing. Ooggetuige Kluijtmans beweert slechts dat alleen de eerste (NA260) is aangeschoten en tenslotte wordt het aanschieten van de NA197 niet genoemd in de Duitse claims. En nu valt ook in één keer een andere opmerking op 184 Een waarneming die ook wordt bevestigd door de reeds eerder geciteerde ooggetuige Willem Lenaers uit Stramproy, die rapporteert in de licht ‘enige vliegtuigen’ te hebben zien neerstorten. Met enige moet hij deze twee bedoeld hebben; de derde (de NA197 in Veluwepeel) was ca. 19 km van hem verwijderd en moet zich dus buiten zijn gezichtsveld hebben bevonden. 126 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO zijn plek, namelijk die van de Astense marechaussee die twee dagen na de crash aan de burgemeester rapporteert dat de bommenwerper [NA197] ‘door tot op heden onverklaarbare wijze’ brandend naar beneden kwam. Dat is een opmerkelijke formulering, wetende dat in bijna alle gevallen vliegtuigcrashes voortkwamen uit beschietingen van hetzij jagers hetzij Flak-geschut. Maar dat was in het geval van de NA197 blijkbaar in het geheel niet zo triviaal…185 11.5 Tijdlijn Nu de verhaallijn duidelijk is, loont het de moeite om de chronologie van alle gebeurtenissen te ijken. Daartoe maken we niet alleen gebruik van de hierboven geciteerde militaire rapportages (uit de studie van Boiten) maar ook van de getuigenissen op de grond (zoals dagboekschrijvers en andere bronnen) uit mijn eigen onderzoek (hierna ‘Studie Bruekers’) genoemd. We zullen zien dat daar steeds – begrijpelijkerwijs – enkele minuten verschil in zijn aan te geven, maar dat de grote lijn en volgorde kloppen. De tijdstippen uit tabel 8 moeten dus steeds met een marge worden genomen. Tabel 8. Tijdlijn van het luchtgevecht boven het Brabants-Limburgse grensgebied op 7 feb 1945. gebeurtenis Duel 1: luchtgevecht boven Asten en Nederweert aanschieten NA260 boven Asten crashen NA260 in Weerterbos geraakt worden van NA197 (botsing/debris) crashen van NA197 Duel 2: luchtgevecht boven Weerterbos Duel 3: luchtgevecht boven Weert-Zuid aanschieten NA175 neerstorten NA175 crashen NA175 in Lommel (B) 11.6 studie Boiten studie Bruekers 22.20 u conclusie 22.20-22.30 u. 22.22 u 22.27 u 22.25 u 22.30 u 22.35 u 22.30 22.25 u vlak na 22.27 u 22.27 u 22.30 u 22.28 u 22.30 u 22.40 u 22.40 u 22.42 u 22.43 u 22.41 u 22.42 u 22.43 u 22.28 u 22.41 u Synthese Reconstructie Vanaf 22.20 uur is er een luchtgevecht (duel 1) tussen een Duitse Ju88-jager en een viertal op dat moment overvliegende bommenwerpers op retourvlucht vanuit Goch. Dat zijn de Halifaxes NA260 en NA197 van het 347 Squadron, Halifax NA175 van het 102 Squadron en Lancaster KB761 van het 419 Squadron. Tussen 22.22 en 22.27 uur wordt de NA260 door de nachtjager van NJG2 van Gerhard Raht gevangen in ‘fighter flare’ en vervolgens van onderuit aangeschoten. Daarbij treedt een explosie op en ontstaat door debris een botsing (clash) met een tweede bommenwerper, de NA197 die ook door waarnemers vanaf de grond wordt gezien. De NA197 crashed met volle bommenlading om 22.28 uur in de Veluwepeel en laat daar een enorme krater achter. De ‘veroorzaker’, de NA260, crashed circa 22.30 uur in het Weerterbos zonder te exploderen in de lucht. 185 Zie voor de rapportage van de Astense marechaussee d.d. 9 februari 1945 bijlage 2.1. 127 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Tussen 22.30 en 22.40 uur is er een luchtgevecht boven Weert, aanvankelijk in het noorden (boven het Weerterbos, duel 2) en een paar minuten later in het zuiden (richting Stramproij, duel 3). Om 22.41 uur wordt daar bommenwerper NA175 door Raht aangeschoten. Het neerstorten wordt om 22.42 uur waargenomen door de Weerter torenwacht en om 22.43 uur stort deze derde Halifax neer bij de zinkfabriek van Lommel (B).186 De bemanning van de Lancaster KB761 tenslotte, die op dit moment voorbij vliegt, neemt de gebeurtenissen waar en doorstaat de thuisreis ongeschonden. De Ju88-jager van Raht wordt door de KB761 in een vleugel en een van de motoren geraakt en verliest daardoor onderdelen maar overleeft de strijd. Fig. 148. De drie luchtduels in de late avond van 7 februari 1945. Duel 1 leidde tot de crash van de NA197. Duel 2 leidde tot de crash van de NA260 en duel 3 tenslotte tot de crash van de NA175. Ondergrond: www.afstandsmeten.nl, tekening: Alfons Bruekers. Het hoofdonderwerp van deze studie, de NA197, crasht met volle bommenlast in de Veluwepeel, even ten noorden van de provinciegrens van Limburg en Noord-Brabant. Vier inzittenden weten het vliegtuig tijdig en levend te verlaten. Piloot Bagot en airgunner Le Mithouard crashen met hun vliegtuig en hun stoffelijke resten worden tengevolge van de ontploffing van de bommenlast nooit meer teruggevonden. Navigator Pelliot verongelukt tijdens zijn parachutesprong en wordt eerst op 13 februari 1945 teruggevonden.187 Hij wordt begraven te Woensel en in 1946 overgebracht naar de begraafplaats Père-Lachaise in Parijs. 186 Hoewel het crashtijdstip van de NA175 dus nog ruim voor middernacht was, vermelden internetbronnen de volgende dag, 8 februari 1845, als crashdatum. Zie bijvoorbeeld http://www.belgians-rememberthem.eu/crew-lim-lomm3.php. We zien dat wel meer bij nachtelijke vluchten, waarbij wrakstukken en slachtoffers pas in de ochtend na de crash ontekt worden. 187 Over de datum bestaat onduidelijkheid. Germaine l’Herbier schrijft op 2 januari 1946 aan de vader van le Mithouard dat het lichaam van Pelliot werd gevonden ’12 jour après le catastrophe’, hetgeen dus 20 januari 1945 zou impliceren. 128 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Van de zeven inzittenden van de NA260 overleeft alleen gezagvoerder Stanislas de crash doordat hij zich tijdig met een parachute kan bevrijden uit het brandende vliegtuig. Hij breekt daarbij een sleutelbeen en wordt opgebracht naar het militair commando in de dorpskern van Nederweert. Zijn metgezel Rognant springt ook, wordt gevonden in Weert-Laar maar overlijdt korte tijd later in het ziekenhuis van Weert. De wederwaardigheden van de gecrashte bemanning van de NA175 in Lommel (B) zijn een boek op zich waard maar vallen buiten het bestek van deze studie. Fig. 149. Totaaloverzicht met de chronologische reconstructie van het kat- en muisspel tussen een Duitse nachtjager en vier geallieerde bommenwerpers. Nota bene: bij de genoemde indicatieve tijdstippen moet steeds een marge van enkele minuten in acht worden genomen, omdat de tijdwaarnemingen in de verschillende bronnen niet gesynchroniseerd zijn geweest. Graphic: Alfons Bruekers. 129 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Fig. 150. Loss chart van de NA260. Hierop wordt als crashlocatie ‘estate “de Veluwe” at Heusden mun[icipality] Asten’ genoemd, maar dat moet dus gewijzigd worden in Weert, Weerterbos. Bron: Dutch Airwar Study Group 1939-1945. Fig. 151. Loss Chart van de NA197. Bron: Dutch Airwar Study Group 1939-1945. 130 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) 11.7 STRABO Verschil in aandacht Recente auteurs hebben zich er in allerlei en soms grote woorden over verbaasd dat de NA197 ‘de geschiedenisboekjes in ging’ terwijl de NA260 ‘in vergetelheid viel’. Alsof er mysterieuze krachten waren die het ene of het andere bewerkstelligd hadden. Het is nog maar zeer de vraag of dit geschetste contrast klopt. De NA197 is namelijk tot zeer recent nooit echt de geschiedenisboekjes in gegaan (net als vele andere crashes dat ook niet deden), en van de andere kant is de NA260 is niet meer of minder ‘vergeten’ dan de NA197. Het is ook een moeilijk te maken vergelijking, voor twee crashes die op 12 km van elkaar plaatsvonden. Een vraag die wel terecht gesteld kan worden is die waarom de NA197 relatief meer aandacht heeft getrokken dan de NA260. Maar dat verschil moeten we in het goede perspectief zien: het was slechts het geval in de eerste jaren na de crash (1946-1951) en gold eigenlijk vooral voor de interesse van de Franse nabestaanden. De verklaring is extreem simpel. De crash van de NA260 in het Weerterbos was – met alle respect voor het menselijke facet - een standaard en overzichtelijk ongeluk: er werd een vliegtuigwrak gevonden, er werden vijf doden geborgen en begraven en er waren twee overlevenden (waarvan er een korte tijd later in het ziekenhuis overleed). Het was weliswaar tragisch maar eveneens een helder verhaal, er waren geen onbeantwoorde vragen, geen open eindjes, laat staan een mysterie. Men ging weer over tot de orde van de dag. Bij de NA197 in Asten-Heusden was dat anders: daar was geen sprake meer van een herkenbaar wrak, wel van een mysterieuze inslagkrater en bovenal waren er twee vermiste inzittenden (die verondersteld werden tezamen met vliegtuig en bommenlading geëxplodeerd te zijn). Het ‘missed in action’-karakter gaf zowel emotionele als praktische en juridische problemen voor de nabestaanden. Het bleef een onafgesloten, open-ended verhaal vanwege de twee vermiste vliegeniers en het ontbreken van begraving noch graf. Bezoeken aan de inslagkrater (en het later daarbij geplaatste herdenkingskruis) in de Veluwepeel hebben een belangrijke rol gespeeld in het voor de nabestaanden ‘verteerbaar’ maken van het ongeluk en het leed. Dat, en slechts dat, verklaart het waargenomen verschil in aandacht. 131 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 12. Conclusies Geprojecteerd op bevindingen uit eerdere literatuur toont deze rapportage het volgende aan: 1. In de nacht van 7 op 8 februari 1945 vond er een korte maar hevige luchtoorlog plaats in het luchtruim boven het Brabants-Limburgse grensgebied van Nederland. De strijd was niet één strijdperk maar was verdeeld over drie duelzones: de Astense Peel, het gebied ten noorden van Weert en het gebied tussen Weert en Stramproy. 2. Betrokken waren vier geallieerde Halifax MkIII-bommenwerpers en (minstens) één Duitse nachtjager. Drie bommenwerpers crashten alle drie op de grond, in het tijdvak tussen ca. 22.28 en ca. 22.43 uur. De NA197 L9-H in de Veluwepeel ten zuiden van Asten-Heusden, de NA260 L8G in de omgeving van het Weerterbos (destijds Weert, nu Nederweert) en de NA175 DY-Q in Lommel (B). De vierde bommenwerper (KB761) overleefde de strijd. 3. Van een ‘Double Crash’ in Asten-Heusden, in de zin van een tegelijk en min of meer op dezelfde locatie neerstorten, is nooit sprake geweest. Wel een mogelijke luchtclash tussen de NA260 en de NA197, maar zeker geen ‘double crash’ op de grond. 4. De crash site van de NA260 is overtuigend aangetoond in de omgeving van het Weerterbos in de gemeente Nederweert. Dat is op ongeveer 12 km afstand van de inslagkrater van de NA197. Er zijn daar zowel vele vliegtuigresten als ook persoonlijke uitrustingsstukken van de (Franse) bemanning gevonden. 5. Het archeologisch en technisch onderzoek door Johan Bloemers op de crash site van de NA260 in Nederweert wijst uit dat het vliegtuig daar (min of meer) compleet is neergestort. Als crash site ontbreekt het in alle officiële en officieuze verliezenlijsten. 6. Van de NA260 hebben slechts twee inzittenden (Stanislas en Rognant) de crash in eerste instantie overleefd door tijdig te parachuteren. De eerste landde met een gebroken sleutelbeen in Nederweert, de tweede met een schotwond in Weert-Laar en overleed korte tijd later aan zijn verwondingen in het ziekenhuis van Weert. 7. De feitelijke inslagkrater van de met 16 bommen beladen NA197 bevindt zich niet op de locatie in Asten-Heusden die eerdere onderzoekers hebben gepubliceerd, maar op een plek ongeveer 100 meter ten zuiden daarvan. 8. Het verhaal van de (in samengevatte vorm) ‘in het collectief geheugen samengebalde, mysterieus boven café Vos in het luchtledige verdwenen, ontplofte en verdampte’ NA260 is een pas vrij recent geconstrueerde invented tradition. Het ‘spookte’ wel in het luchtruim boven de Peel, maar het was geen Bermuda-driehoek. 9. Het in de recente literatuur gesuggereerde verschil in aandacht tussen beide crashes is gemakkelijk verklaarbaar. De crash van de NA260 was een standaard-ongeluk (er was een wrak, en er waren overlevenden en er waren doden). Bij de NA197 waren er twee vermisten, zonder graf en zonder wrak. Voor de nabestaanden was het de crash van de NA197 een open-ended verhaal met tot de dag van vandaag veel vragen en emoties. Dat is de reden voor een verschil in aandacht. 10. Het onderzoek heeft een schat aan bronneninformatie opgeleverd om de rol van buitenlandse en lokale onderzoekers naar de NA197 te duiden en te begrijpen. Schijnbare voorbijgangers worden daardoor in één keer hoofdrolspelers en krijgen het podium dat ze verdienen. 11. Men kan het begrip ‘Double Crash’ zien als metafoor voor de gebeurtenissen in het luchtruim van die 7e februari 1945, die leidden tot een dubbel-ongeval. Maar dan zou ook recht moeten worden gedaan aan de crash van de NA175 en zijn bemanning die immers onderdeel was van dezelfde lokale luchtoorlog. In die zin is er sprake van een ‘Triple Crash’ of drievoudig ongeluk. 132 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Conclusions (en français) Projetée sur les résultats de la littérature antérieure, ce rapport démontre ce qui suit: Dans la nuit du 7 au 8 février 1945, une guerre aérienne courte mais intense a eu lieu dans l'espace aérien au-dessus de la zone frontalière Brabant-Limbourg (Pays-Bas). La bataille n'était pas un champ de bataille mais était divisée en trois zones de duel: l'Astense Peel, la zone au nord de Weert et la zone entre Weert et Stramproy. 2. Quatre bombardiers alliés Halifax MkIII et (au moins) un chasseur de nuit allemand étaient impliqués. Trois bombardiers se sont tous écrasés au sol entre 22 h 28 et 22 h 43 environ. Le NA197 L9-H dans le Veluwepeel au sud d'Asten-Heusden, le NA260 L8-G dans la zone des Weerterbos (alors Weert, maintenant Nederweert) et le NA175 DY-Q à Lommel (B). Le quatrième bombardier (KB761) a survécu à la bataille. 3. Il n'y a jamais eu de "Double Crash" à Asten-Heusden, dans le sens d'un crash au même endroit et plus ou moins en même temps. Il y a cependant eu un accrochage aérien (selon des sources allant d'une collision à un incendie et à des dommages causés par des débris volants) entre le NA260 et le NA197. 4. Le site de l'écrasement du NA260 a été démontré de manière convaincante dans le secteur des Weerterbos, dans la municipalité de Nederweert. C'est à environ 12 km du cratère d'impact du NA197. On a trouvé de nombreux restes d'aéronefs ainsi que des équipements personnels de l'équipage (français). 5. L'enquête archéologique et technique effectuée par Johan Bloemers sur le site de l'écrasement du NA260 à Nederweert montre que l'avion s'y est (plus ou moins) écrasé complètement. En tant que site de crash, il est absent de toutes les listes de pertes officielles et non officielles. 6. Sur le NA260, seuls deux occupants (Stanislas et Rognant) ont initialement survécu à l'accident en parachutant à temps. Le premier a atterri avec une clavicule cassée à Nederweert, le second avec une blessure par balle à Weert-Laar et est décédé peu après de ses blessures à l'hôpital de Weert. 7. Le cratère d'impact réel du NA197 chargé de 16 bombes n'est pas à l'emplacement d'AstenHeusden que les chercheurs précédents ont publié, mais à environ 100 mètres au sud de celuici. 8. L'histoire du (sous forme résumée) "s'est effondrée dans la mémoire collective, a mystérieusement disparu, a explosé et s'est évaporée au-dessus du café Vos dans le vide" NA260 est une tradition inventée nouvellement construite. Il "hantait" l'espace aérien au-dessus du Peel, mais ce n'était pas un triangle des Bermudes. 9. La différence d'attention entre les deux accidents suggérée dans la littérature récente s'explique facilement. L'accident du NA260 était un accident standard (il y avait une épave, et il y avait des survivants et des morts). Au NA197, il en manquait deux, sans tombe ni épave. Pour les proches, le crash du NA197 était une histoire ouverte avec de nombreuses questions et émotions à ce jour. C'est la raison d'une différence d'attention. 10. La recherche a fourni une mine d'informations sources pour expliquer et comprendre le rôle des chercheurs étrangers et locaux sur le NA197. Apparemment, les passants deviennent à la fois des protagonistes et obtiennent la scène qu'ils méritent. 11. Le terme "Double Crash" peut être considéré comme une métaphore des événements de l'espace aérien du 7 février 1945, qui ont conduit à un double accident. Mais alors, le crash du NA175 et de son équipage, qui faisait partie de la même guerre aérienne locale, devrait également être rendu justice. En ce sens, il y a un "Triple Crash" ou triple accident. 1. 133 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Conclusions (in English) Projected on findings from earlier literature, this report demonstrates the following: On the night of 7 to 8 February 1945, a short but intense air war took place in the airspace above the Brabant-Limburg border area (The Netherlands). The battle was not one battlefield but was divided over three duel zones: the Astense Peel, the area north of Weert and the area between Weert and Stramproy. 2. Four allied Halifax MkIII bombers and (at least) one German night fighter were involved. Three bombers all crashed to the ground in the period between around 22.28 and around 22.43 hrs. The NA197 L9-H in the Veluwepeel south of Asten-Heusden, the NA260 L8-G in the area of the Weerterbos (then Weert, now Nederweert) and the NA175 DY-Q in Lommel (B). The fourth bomber (KB761) survived the battle. 3. There has never been a "Double Crash" in Asten-Heusden, in the sense of a crash at the same location and more or less at the same time. There was, however, an air clash (according to sources ranging from a collision, to fire and damage due to flying debris) between the NA260 and the NA197. 4. The crash site of the NA260 has been convincingly demonstrated in the area of the Weerterbos in the municipality of Nederweert. That is approximately 12 km away from the impact crater of the NA197. There were found many aircraft remains as well as personal items of equipment from the (French) crew. 5. The archaeological and technical investigation by Johan Bloemers on the crash site of the NA260 in Nederweert shows that the aircraft there (more or less) crashed completely. As a crash site it is missing in all official and unofficial loss lists. 6. Of the NA260, only two occupants (Stanislas and Rognant) survived the crash initially by parachuting in time. The first landed with a broken collarbone in Nederweert, the second with a shot wound in Weert-Laar and died shortly afterwards of his injuries in the hospital in Weert. 7. The actual impact crater of the NA197 laden with 16 bombs is not at the location in AstenHeusden that previous researchers published, but at a location about 100 meters south of it. 8. The story of the (in summarized form) "collapsed in collective memory, mysteriously disappeared above café Vos in the void, exploded and evaporated" NA260 is a relatively recently constructed invented tradition. It "haunted" in the sky above the Peel, but it wasn't a Bermuda triangle. 9. The difference in attention between the two crashes suggested in recent literature is easily explained. The crash of the NA260 was a standard accident (there was a wreck, and there were survivors and there were deaths). At the NA197 there were two missing, without a grave and without a wreck. For the relatives, the crash of the NA197 was an open-ended story with many questions and emotions to this day. That is the reason for a difference in attention. 10. The research has provided a wealth of source information to explain and understand the role of foreign and local researchers on the NA197. Apparently passers-by become at once protagonists and get the stage they deserve. 11. The term "Double Crash" can be seen as a metaphor for the airspace events of February 7, 1945, which led to a double accident. But then the crash of the NA175 and its crew, which was part of the same local air war, should also be done justice. In that sense there is a "Triple Crash" or triple accident. 1. 134 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Schlussfolgerungen (auf Deutsch) Dieser Bericht zeigt im vergleich zu den ergebnissen aus der vorliteratur folgendes: In der Nacht vom 7. auf den 8. Februar 1945 fand im Luftraum über dem Grenzgebiet BrabantLimburg (die Niederlande) ein kurzer, aber heftiger Luftkrieg statt. Der Kampf war kein einziges Schlachtfeld, sondern wurde in drei Zweikampfzonen aufgeteilt: die Astense Peel, das Gebiet nördlich von Weert und das Gebiet zwischen Weert und Stramproy. 2. Vier alliierte Halifax MkIII-Bomber und (mindestens) ein deutscher Nachtjäger waren beteiligt. Drei Bomber stürzten zwischen 22.28 und 22.43 Uhr alle zu Boden. Die NA197 L9-H im Veluwepeel südlich von Asten-Heusden, die NA260 L8-G im Bereich des Weerterbos (damals Weert, heute Nederweert) und die NA175 DY-Q in Lommel (B). Der vierte Bomber (KB761) überlebte die Schlacht. 3. In Asten-Heusden gab es noch nie einen "Double Crash" im Sinne eines Absturzes am selben Ort und mehr oder weniger zur selben Zeit. Zwischen dem NA260 und dem NA197 kam es jedoch zu einem Zusammenstoß der Luft (laut Quellen reichen von einer Kollision bis hin zu Feuer und Schäden durch herumfliegende Trümmer). 4. Die Absturzstelle des NA260 wurde im Bereich des Weerterbos in der Gemeinde Nederweert überzeugend demonstriert. Das ist ungefähr 12 km vom Einschlagkrater der NA197 entfernt. Es wurden viele Flugzeugreste sowie persönliche Ausrüstungsgegenstände der (französischen) Besatzung gefunden. 5. Die archäologischen und technischen Untersuchungen von Johan Bloemers an der Absturzstelle der NA260 in Nederweert zeigen, dass das dortige Flugzeug (mehr oder weniger) vollständig abgestürzt ist. Als Absturzstelle fehlt es in allen offiziellen und inoffiziellen Verlustlisten. 6. Von der NA260 überlebten nur zwei Insassen (Stanislas und Rognant) den Absturz zunächst durch rechtzeitiges Fallschirmspringen. Der erste landete mit einem Knochenbruch in Nederweert, der zweite mit einer Schusswunde in Weert-Laar und starb kurz darauf an seinen Verletzungen im Krankenhaus in Weert. 7. Der eigentliche Einschlagkrater der mit 16 Bomben beladenen NA197 befindet sich nicht an dem Ort in Asten-Heusden, den frühere Forscher veröffentlicht haben, sondern an einem Ort etwa 100 Meter südlich davon. 8. Die Geschichte der (in zusammengefasster Form) "im kollektiven Gedächtnis zusammengebrochen, auf mysteriöse Weise verschwunden, explodiert und über dem Café Vos im Vakuum verdunstet" NA260 ist eine neu konstruierte erfundene Tradition. Es "verfolgte" den Himmel über dem Peel, aber es war kein Bermuda-Dreieck. 9. Der Unterschied in der Aufmerksamkeit zwischen den beiden in der neueren Literatur vorgeschlagenen Abstürzen ist leicht zu erklären. Der Absturz des NA260 war ein normaler Unfall (es gab ein Wrack und es gab Überlebende und es gab Todesfälle). Bei der NA197 fehlten zwei, ohne Grab und ohne Wrack. Für die Angehörigen war der Absturz des NA197 eine offene Geschichte mit vielen Fragen und Emotionen bis heute. Das ist der Grund für einen Unterschied in der Aufmerksamkeit. 10. Die Forschung hat eine Fülle von Quelleninformationen geliefert, um die Rolle ausländischer und lokaler Forscher im NA197 zu erklären und zu verstehen. Anscheinend werden Passanten sofort zu Protagonisten und bekommen die Bühne, die sie verdienen. 11. Der Begriff "Double Crash" kann als Metapher für die Luftraumereignisse vom 7. Februar 1945 angesehen werden, die zu einem Doppelunfall führten. Aber dann sollte auch der Absturz der NA175 und ihrer Besatzung, die Teil desselben lokalen Luftkriegs war, gerecht werden. In diesem Sinne liegt ein "Triple Crash" oder ein dreifacher Unfall vor. 1. 135 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 13. Samenvatting In de avond van 7 februari 1945 vond boven het grensgebied van Nederweert en Asten (NL) een luchtgevecht plaats tussen twee Duitse nachtjagers en de retourvloot van een eskader Britse bommenwerpers dat het Duitse Roergebied (Goch en Kleve) had gebombardeerd. Dat bombardement was de inleiding van de operatie ‘Veritable’ van het Rijnlandoffensief. Een deel van de vloot moest vanwege problemen met het zicht ter plaatse van het doelgebied onverrichterzake en met (nagenoeg) volle bommenlast terugkeren. Drie vliegtuigen, van het type Halifax MkIII (de NA197 L9-H, de NA260 L8-G en de NA175 DY-Q), werden daarbij boven bevrijd Nederlands grondgebied aangeschoten en crashten kort na elkaar. De beide eerste bommenwerpers maakten deel uit van het volledig Franse eskader 347 Squadron ‘Tunesie’ van de Free France Air Forces en waren opgestegen vanuit de luchtmachtbasis Elvington bij York (GB). De derde was onderdeel van het 102 Squadron en kwam uit Pocklington (GB). De crashlocatie van de NA197 was in de Veluwepeel bij Asten-Heusden, niet ver van de provinciegrens tussen Limburg en Noord-Brabant en aan de rand van wat tegenwoordig nationaal park De Groote Peel heet. Het neergestorte vliegtuig, dat het grootste deel van de bommenlast nog bij zich droeg, veroorzaakte een gigantische inslagkrater die nog vele jaren zichtbaar is geweest in het Peellandschap. Er waren in totaal vier overlevenden (van de zeven inzittenden) die het vliegtuig op tijd wisten te verlaten, en die het verhaal van de crash hebben kunnen navertellen. De precieze plek waar het andere vliegtuig, de NA260, neerstortte is eigenlijk altijd onbekend gebleven. Op basis van bepaalde interpretaties veronderstelde men dat deze bommenwerper in de lucht ontploft zou zijn, ongeveer ter plaatse van de gelijktijdige crash site van de NA197. Restanten ervan werden nooit gevonden, hoewel er wel één overlevende van de crash was. Het vliegtuig zelf, althans de restanten daarvan, bleef jarenlang zoek. Al vanaf de dag van het ongeluk stond de crash site van de NA197 in de Veluwepeel in vrij grote belangstelling. Nabestaanden, autoriteiten en lokale personen werkten samen bij de totstandkoming van een gedenkteken, dat op Goede Vrijdag in 1946 geplaatst werd met medewerking van de jeugd van Jong Nederland Nederweert. Namen van sleutelfiguren die in dit verband niet mogen ontbreken zijn de vasthoudende medewerkers van de afdeling I.P.S.A. ‘(les) Infirmières Pilotes - Secouristes de l’Air’ van de sectie Luchtmacht van het Franse Rode Kruis uit Parijs, zoals Germaine l’HerbierMontagnon (1895-1986), gravin Yvonne du Monceau de Bergendal née Crets de Lichtenberg (19032000) en Prinses Nicole Murat-de l’Espée (1898-1985). Op lokaal nivo moeten ook zeker de betrokken en ondernemende Nederweerter kapelaan Jo Janssens (1911-2003), gemeente-arbeider Sjef Jonkers (1915-1990), de Ospelse turfsteker Sjef de Bruin (1909-?), veenderij-opzichter Frans Smits (1898-1987) en de voorzitter van het plaatselijke oorlogsgravencomité Louis Rulkens (18891974) worden genoemd. Ook in later jaren bleef de site in de belangstelling staan, met name vanuit Franse zijde. Vanaf ongeveer 1952 nam de interesse vrij snel af, onder andere ook omdat het herdenkingskruis door verwering en grootschalige ontginningsactiviteiten moest wijken, waardoor de herkenbaarheid van de crashlocatie in situ volledig verdween. Omstreeks 2012 kreeg de interesse voor de crash site en zijn geschiedenis weer een vlucht. Dat startte met het inwinnen van informatie door Franse nabestaanden die op zoek waren naar het verhaal van hun voorouders. Mede daardoor kwamen er in de jaren daarna in het Noordbrabantse gebied enkele verdienstelijke publicaties tot stand. Daardoor getriggerd werd er ook met 136 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO metaaldetectoren prospectie en veldonderzoek gedaan. In die fase kreeg de verloren gewaande NA260 veel verdiende aandacht en ontstond op een toch wel bijzondere manier het verhaal van de ‘Dubbelcrash’. Er werd in de ‘framing’ van een en ander een verhaal van een dubbele crash en van een verdwijningsmysterie gecreëerd. Een verhaal dat, ook geïllustreerd met beelden als ‘de grootste vliegramp’, in de regionale pers de nodige aandacht kreeg. Een van de onmiskenbare drijfveren bij die toenemende aandacht was de behoefte tot het herstellen van de aandachtbalans tussen de crash van de NA197 (altijd in de spotlight) en die van de NA260 (in het vergeetboek geraakt). Uiteindelijk leidde dat tot een prachtig initiatief van een aantal organisaties om begin 2020 op een locatie in de Veluwepeel een herdenkingsmonument op te richten voor de beide verongelukte bommenwerpers uit het luchtgevecht van 7 februari 1945 boven de Peel. Het onderzoek naar de crash van de NA197 (en in het kielzog daarvan, vanwege het karakter van de ‘dubbelcrash’ de NA260) is vooral een bronnenstudie. Vanaf de dag van de crash tot begin jaren ’50 is aan Limburgse zijde een een indrukwekkende hoeveelheid documentatie ontstaan. Die bestaat uit zowel officiële documenten van lokale organisaties zoals Rode Kruis, gemeentepolitie, Binnenlandse Strijdkrachten enz. maar ook uit vrij ontoegankelijke bronnen zoals oorlogsdagboeken en memoires uit particuliere archieven. De analyseresultaten daarvan geven een enorme verrijking en inkleuring van hetgeen al bekend was en/of gepubliceerd werd. Die verrijking kent eigenlijk twee kanten: Op de eerste plaats bestaat de verrijking er vooral uit dat waar het oorspronkelijk onderzochte en gepubliceerde materiaal een nagenoeg uitsluitende Brabantse optiek hanteerde, er nu ook het perspectief van de Limburgse ooggetuigen en archiefvormers aan is toegevoegd. Juist doordat het zwaartepunt van de aandacht voor de crash aanvankelijk bijna uitsluitend in Nederweert lag, leidt dit daarmee meteen ook tot een forse vergroting van de hoeveelheid beschikbare bronnenmateriaal. Dat is dan ook de reden dat veel van die documentatie integraal in de bijlagen van deze publicatie is opgenomen om op die manier verder onderzoek te faciliteren. De tweede kant van de medaille is dat de studie méér is dan alleen maar een bronnenanalyse. Het onderzoek is multidisciplinair in de zin dat er ook een archeologische dimensie aan is toegevoegd. Zowel door middel van van buro-onderzoek als van waarnemingen te velde. Met name het jarenlange archeologische onderzoek van Johan Bloemers van de Stichting Luchtoorlog 1939-1945 in de regio Weert-Nederweert is hiervoor van onschatbare waarde gebleken. Door die combinatie-aanpak van archief-onderzoek en archeologisch onderzoek levert deze studie ook totaal nieuwe gezichtspunten op. Zo wordt bijvoorbeeld op basis van luchtfoto-analyse aangetoond dat de sedert 2012 veronderstelde locatie van de inslagkrater van de NA197 in werkelijkheid een stuk verder lag dan waar die altijd verondersteld werd. Ook wordt bewezen dat de crashlocatie van de ‘verdwenen’ NA260 niet in de Veluwepeel was, maar in de omgeving van het Weerterbos in de gemeente Nederweert, op Limburgs gebied en dus zo’n 11 km zuidwestelijk van de site van de NA197. Bovenal wordt duidelijk dat er in de bewuste nacht veel meer aan de hand was dan wat tot nu toe in de publicaties geschreven en geciteerd werd. Hierdoor verschuift het accent van een ‘dubbelcrash’ van twee vliegtuigen technisch gesproken eigenlijk naar dat van een ‘gelijktijdig verongelukken’, van maar liefst drie bommenwerpers, van hetzelfde type, op dezelfde avond, maar op totaal verschillende locaties op kilometers afstand van elkaar en elk met hun eigen verhaal. Maar – met verschuldigde respect – ook niet méér dan dat. Dit is meer dan alleen maar een semantisch onderscheid en voor de ‘framing’ van het verhaal is het wezenlijk. Hetgeen overigens aan de herdenkingswaarde van de gebeurtenissen van die bewuste februaridag in 1945, en de lovenswaardige activiteiten van de initiatiefnemers van een herdenkingsmonument ter plaatse, alleen maar kracht bij kan zetten. 137 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Met de conclusies uit het kritische bronnenonderzoek komt een aantal in de recente literatuur geponeerde stellingen en semi-feiten toch wel enigszins op losse schroeven te staan. Ronkende retoriek als het ‘internationaal mysterie Doublecrash’, de grootste vliegtuigramp van de Peel’, ‘één vliegtuig volledig van de aardbodem verdwenen’, ‘het collectief geheugen dat twee vliegtuigongelukken samenbalde tot één gebeurtenis’, ‘de NA260 die letterlijk en figuurlijk in het luchtledige verdween’, ‘het spookte die nacht boven de Peel’ en ‘een in de lucht ontploft en verdampt toestel […] in the Death Valley De Peel’ schiep welhaast mythische proporties. Waarvan na kritisch historisch onderzoek in combinatie met de archeologische waarnemingen van Johan Bloemers niet bijster veel overeind lijkt te blijven. De Peel is echt geen Bermuda-driehoek. Maar, en daar hebben de hierboven geciteerde auteurs wel gelijk in, het spookte er wel degelijk in de nacht van 7 op 8 februari 1945. Zoals bij elke nieuwe studie, blijven ook nu vragen onbeantwoord en ontstaan er ook weer nieuwe. Bijvoorbeeld waarom de overlevende gezagvoeder Stanislas van de NA260 na afloop weinig mededeelzaam bleek over de gebeurtenissen. Een andere vraag is waar de bommenlast van de NA260 tijdens de retourvlucht is gedumpt. In tegenstelling tot de NA197 die met bommen en al crashte, lijkt de NA260 in Weert op basis van de ruimtelijke verspreiding van het vondstenmateriaal op een ‘normale’ manier gecrasht te zijn, zonder bomkrater(s). Had dit vliegtuig zijn vernietigende last al eerder afgeworpen in het Roergebied, of elders tijdens de terugweg? Ongetwijfeld kan voortgezet bronnenonderzoek en een uitbreiding van de toegepaste multidisciplinaire aanpak hier de antwoorden voor leveren. Laten we tenslotte, en los van alle technische en analytische beschouwingen, vooral niet vergeten dat het verhaal van de crashes ook een menselijk verhaal is. Omdat het blootlegt hoe het menselijk geheugen en beeldvorming in 75 jaar tijd merkwaardige evoluties kunnen ondergaan. En waarom het dus zo belangrijk is om kritisch terug te keren naar de oorspronkelijke broninformatie. Zodat de nabestaanden niet alleen een plek krijgen om een op een min of meer arbritrair gekozen plek geplaatst monument te bekijken, maar ook zekerheid krijgen over de plek waar hun voorouders écht gecrasht zijn, met alle emotionele belang en waarde die dat heeft. Want het gaat hier om de herdenking van en waardering voor geallieerde vliegeniers die hun leven gaven voor de bevrijding van Nederland. Het is belangrijk dat mensen en organisaties zoals de Initiatiefgroep Herdenking Dubbelcrash 1945, Death Valley De Peel, Stichting Luchtoorlog 1939-1945, Brabants Historisch Centrum Eindhoven, Stichting Geschiedschrijving Nederweert, Stichting Regionaal Archeologisch Bodemonderzoek en anderen zich blijven inzetten om de herinnering en waardering voor deze luchthelden nog een veelvoud van jaren levend te houden. 138 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Resumé (en français) Dans la soirée du 7 février 1945, une bataille aérienne a eu lieu au-dessus de la région frontalière de Nederweert et Asten (Pays-Bas) entre deux chasseurs de nuit allemand et la flotte de retour d'un escadron de bombardiers britanniques qui avaient bombardé la Ruhr allemande (Goch et Kleve). Ce bombardement a été l'introduction de l'opération "Véritable" de l'offensive rhénane. Une partie de la flotte a dû rentrer en raison de problèmes de visibilité à l'emplacement de la zone cible et de bombardement (presque) complet. Trois avions Halifax MkIII (le NA197 L9-H, le NA260 L8-G et le NA175 DY-Q) ont été abattus sur le territoire néerlandais libéré et se sont écrasés l'un après l'autre. Les deux premiers bombardiers faisaient partie de l'escadron entièrement français 347e Escadron "Tunisie" des Forces aériennes libres de France et avaient décollé de la base aérienne d'Elvington près de York (GB). Le troisième faisait partie du 102e Escadron et venait de Pocklington (GB). Le crash du NA197 se trouvait dans le Veluwepeel près d'Asten-Heusden, non loin de la frontière provinciale entre le province de Limbourg et le province de Noord-Brabant et à la lisière de ce qui est maintenant appelé le parc national De Groote Peel. L'avion écrasé, qui transportait encore la majeure partie de la charge de la bombe, a provoqué un gigantesque cratère d'impact qui était visible dans le paysage de Peel pendant de nombreuses années à venir. Au total, quatre survivants (sur sept passagers) ont pu quitter l'avion à temps et ont pu raconter l'histoire de l'accident. L'endroit exact où l'autre avion, le NA260, s'est écrasé, est toujours resté inconnu. Sur la base de certaines interprétations, il a été supposé que ce bombardier aurait explosé dans les airs, approximativement sur le site du site de l'écrasement du NA197. Aucun vestige n'a été retrouvé, bien qu'il y ait eu un survivant de l'accident. L'avion lui-même, ou du moins ses restes, est resté perdu pendant des années. Dès le jour de l'accident, le site de l'écrasement du NA197 dans le Veluwepeel était très intéressant. Les parents, les autorités et la population locale ont travaillé ensemble à la création d'un mémorial, qui a été placé le Vendredi Saint en 1946 avec la participation des jeunes de Jong Nederland Nederweert. Les noms des personnalités à ne pas manquer dans ce contexte sont les salariés de l'I.P.S.A. '(les) Infirmières Pilotes - Secouristes de l'Air' de la section Air Force de la Croix-Rouge française de Paris, comme Germaine l'Herbier-Montagnon (1895-1986), comtesse Yvonne du Monceau de Bergendal née Crets de Lichtenberg (1903 -2000) et la princesse Nicole Murat-de l'Espée (1898-1985). Au niveau local, il faut également mentionner l'aumônier Nederweerter impliqué et entreprenant Jo Janssens (1911-2003), l'ouvrier municipal Sjef Jonkers (1915-1990), le coupe-tourbe Sjef de Bruin d'Ospel (1909-?), surveillant de bogies Frans Smits (1898-1987) et le président du comité local des sépultures de guerre Louis Rulkens (1889-1974). Au cours des dernières années, le site est resté à l'honneur, en particulier du côté français. À partir d'environ 1952, l'intérêt a décliné assez rapidement, entre autres parce que la croix commémorative a dû céder à cause des intempéries et des activités minières à grande échelle, de sorte que la reconnaissabilité du lieu de l'accident in situ a complètement disparu. Vers 2012, l'intérêt pour le site du crash et son histoire a repris son envol. Cela a commencé par la collecte d'informations par des proches français qui cherchaient l'histoire de leurs ancêtres. En partie à cause de cela, au cours des années suivantes, un certain nombre de publications reconnues ont été produites dans la région du Noord-Brabant. En conséquence, la prospection et la recherche sur le terrain ont également été menées avec des détecteurs de métaux. Dans cette phase, le NA260 perdu a reçu une attention bien méritée et l'histoire du "Double Crash" a surgi d'une manière très spéciale. Dans le "cadrage" de tout cela, une histoire de double crash et de mystère de disparition s'est créée. 139 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Une histoire qui, également illustrée d'images comme "la plus grande catastrophe aérienne", a retenu l'attention de la presse régionale. L'un des motifs indubitables de cette attention croissante était la nécessité de rétablir l'équilibre entre le crash du NA197 (toujours sous les projecteurs) et celui du NA260 (oublié). Cela a finalement conduit à une merveilleuse initiative de plusieurs organisations pour installer un mémorial sur le site de Veluwepeel au début de 2020 pour les deux bombardiers morts lors de la bataille aérienne du 7 février 1945 au-dessus du Peel. La recherche sur le crash du NA197 (et dans son sillage, en raison de la nature du "double crash" du NA260) est avant tout une étude de source. Du jour de l'accident au début des années 1950, une quantité impressionnante de documentation a été créée du côté limbourgeois. Il s'agit de documents officiels d'organisations locales telles que la Croix-Rouge, la police municipale, les forces de l'intérieur, etc., mais également de sources assez inaccessibles telles que des journaux de guerre et des mémoires provenant d'archives privées. Les résultats d'analyse de ceux-ci fournissent un énorme enrichissement et une coloration de ce qui était déjà connu et / ou publié. Cet enrichissement a en fait deux faces: En premier lieu, l'enrichissement consiste principalement en ce que le matériel initialement étudié et publié utilisait une perspective presque exclusivement brabançonne, mais maintenant la perspective des témoins oculaires limbourgeois et des créateurs d'archives a été ajoutée. Précisément parce que le centre d'attention du crash était initialement presque exclusivement sur Nederweert, cela conduit également immédiatement à une augmentation substantielle du matériel source disponible. C'est la raison pour laquelle une grande partie de cette documentation est incluse dans son intégralité dans les annexes de cette publication pour faciliter une enquête plus approfondie de cette manière. Le deuxième côté de la médaille est que l'étude est plus qu'une simple analyse des sources. La recherche est multidisciplinaire dans le sens où une dimension archéologique a également été ajoutée. Tant par la recherche documentaire que par les observations sur le terrain. En particulier, les nombreuses années de recherches archéologiques menées par Johan Bloemers de la Fondation Guerre Aérienne 1939-1945 dans la région de Weert-Nederweert se sont révélées inestimables pour cela. Grâce à cette approche combinée de la recherche archivistique et de la recherche archéologique, cette étude ouvre également des perspectives totalement nouvelles. Par exemple, sur la base d'une analyse photographique aérienne, il est démontré que l'emplacement du cratère d'impact NA197 supposé depuis 2012 était en réalité un peu plus éloigné que là où il avait toujours été supposé. Il est également prouvé que le lieu de l'accident du NA260 "disparu" n'était pas dans le Veluwepeel, mais dans le secteur des Weerterbos dans la municipalité de Nederweert, dans la région du Limbourg et donc à environ 11 km au sud-ouest du site du NA197. Surtout, il devient clair qu'il s'est passé beaucoup plus dans la nuit en question que ce qui a été écrit et cité dans les publications jusqu'à présent. En conséquence, l'accent passe d'un “double crash'' de deux avions techniquement parlant à celui d'un “accident simultané'', de pas moins de trois bombardiers, du même type, le même soir, mais à des endroits totalement différents à distance l'un de l'autre et de chaque avec leur propre histoire. Mais - avec tout le respect que je vous dois - rien de plus. C'est plus qu'une simple distinction sémantique et elle est essentielle pour le "cadrage" de l'histoire. Ce qui, incidemment, ne peut que renforcer la valeur commémorative des événements de cette journée de février 1945 et les activités louables des initiateurs d'un monument commémoratif sur place. 140 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Avec les conclusions de l'enquête sur les sources critiques, un certain nombre de propositions et de demi-faits posés dans la littérature récente sont quelque peu contestés. La rhétorique rugissant telle que «le mystère international Double Crash», «la plus grande catastrophe aérienne de la Peel», «un avion a complètement disparu de la surface de la terre», «la mémoire collective que deux avions se brisent ensemble en un seul événement», «le NA260 qui littéralement et figurativement dans le le vide a disparu»,«il a hanté cette nuit-là au-dessus du Peel» et «un engin a explosé et s'est évaporé dans l'air [...] dans la Death Valley De Peel»: des mots aux proportions presque mythiques, dont après des recherches historiques critiques en combinaison avec l'archéologie Les observations de Johan Bloemers ne semblent pas beaucoup tenir. Le Peel n'est vraiment pas un Triangle des Bermudes. Mais, et les auteurs susmentionnés ont raison, il a été hanté dans la nuit du 7 au 8 février 1945. Comme pour toute nouvelle étude, les questions restent sans réponse et de nouvelles se posent. Par exemple, la question pourquoi le commandant survivant Stanislas du NA260 s'est avéré être peu communicatif sur les événements qui ont suivi. Une autre question est de savoir où le chargement de la bombe NA260 a été largué pendant le vol de retour. Contrairement au NA197 qui s'est écrasé avec des bombes et tout, le NA260 à Weert semble s'être écrasé de manière "normale" en fonction de la distribution spatiale des trouvailles, sans cratère (s) de bombes. Cet avion avait-il déjà jeté son fardeau destructeur dans la Ruhr ou ailleurs sur le chemin du retour? Une recherche continue des sources et une extension de l'approche multidisciplinaire appliquée peuvent sans aucun doute apporter des réponses à cette question. Enfin, et en dehors de toutes les considérations techniques et analytiques, n'oublions pas que l'histoire des crashs est aussi une histoire humaine. Non seulement parce qu'elle révèle comment la mémoire humaine et l'imagerie peuvent subir des évolutions remarquables en 75 ans. Et pourquoi il est si important de toujours revenir aux informations d'origine. Enfin, et en dehors de toutes les considérations techniques et analytiques, n'oublions pas que l'histoire des crashs est aussi une histoire humaine. Non seulement parce qu'elle révèle comment la mémoire humaine et l'imagerie peuvent subir des évolutions remarquables en 75 ans. Et pourquoi il est si important de revenir de manière critique aux informations d'origine. Pour que les parents survivants aient non seulement un endroit pour voir un monument placé dans un endroit plus ou moins arbitraire, mais aussi pour avoir une certitude sur l'endroit où leurs ancêtres se sont vraiment écrasés, avec tous les intérêts émotionnels et la valeur que cela a. Parce qu'il s'agit de la commémoration et de l'appréciation des aviateurs alliés qui ont donné leur vie pour la libération des Pays-Bas. Et combien il est important que des personnes et des organisations telles que le Initiatiefgroep Dubbelcrash 1945, Death Valley De Peel, Air War Foundation 1939-1945, Centre Historique du Brabant Eindhoven (RHCE), Stichting Geschiedschrijving Nederweert, the Stichting Regionaal Archeologisch Bodemonderzoek et d'autres continuent de travailler sur la mémoire et l'appréciation pour garder une multitude d'années en vie pour ces héros de l'air. 141 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Summary (in English) In the evening of 7 February 1945, an aerial battle took place above the border region of Nederweert and Asten (The Netherlands) between two German night fighters and the return fleet of a squadron of British bombers that had bombed the German Ruhr area (Goch and Kleve). That bombing was the introduction of the operation "Veritable" of the Rhineland Offensive. Part of the fleet had to return due to problems with visibility at the location of the target area and with (almost) full bomb load. Three Halifax MkIII aircraft (the NA197 L9-H, the NA260 L8-G and the NA175 DY-Q) were shot at liberated Dutch territory and crashed one after the other. The first two bombers were part of the fully French squadron 347 Squadron "Tunisia" of the Free France Air Forces and had taken off from the Elvington airbase near York (GB). The third was part of the 102 Squadron and came from Pocklington (GB). The crash location of the NA197 was in the Veluwepeel near Asten-Heusden, not far from the provincial border between Limburg and Noord-Brabant and on the edge of what is now called De Groote Peel National Park. The crashed plane, which still carried most of the bomb load, caused a gigantic impact crater that was visible in the Peel landscape for many years to come. There were a total of four survivors (out of seven passengers) who were able to leave the aircraft on time, and who were able to retell the story of the crash. The exact place where the other plane, the NA260, crashed, has always remained unknown. Based on certain interpretations, it was assumed that this bomber would have exploded in the air, approximately at the site of the crash site of the NA197. Remnants of it were never found, although there was one survivor of the crash. The aircraft itself, or at least its remains, remained lost for years. From the day of the accident the crash site of the NA197 in the Veluwepeel was in great interest. Relatives, authorities and local people worked together on the creation of a memorial, which was placed on Good Friday in 1946 with the participation of the youth of Jong Nederland Nederweert. Names that should not be missing in this context are the retained employees of the I.P.S.A department. '(les) Infirmières Pilotes - Secouristes de l'Air' of the Air Force section of the French Red Cross from Paris, such as Germaine l'Herbier-Montagnon (1895-1986), countess Yvonne du Monceau de Bergendal née Crets de Lichtenberg (1903 -2000) and princess Nicole Murat-de l'Espée (18981985). At the local level, the involved and enterprising Nederweerter chaplain Jo Janssens (19112003), municipal worker Sjef Jonkers (1915-1990), peat cutter Sjef de Bruin from Ospel (1909-?), bogie overseer Frans Smits (1898-1987) and the chairman of the local war graves committee Louis Rulkens (1889-1974) must also be mentioned. Also in later years the site remained in the spotlight, especially from the French side. From about 1952, interest declined fairly quickly, among other reasons because the memorial cross had to give way due to weathering and large-scale mining activities, so that the recognisability of the crash location in situ completely disappeared. Around 2012, interest in the crash site and its history regained its flight. That started with the gathering of information by French relatives who were looking for the story of their ancestors. Partly as a result, in the following years, a number of creditable publications were produced in the NoordBrabant area. As a result, prospecting and field research were also conducted with metal detectors. In that phase the lost NA260 received much deserved attention and the story of the "Double Crash" arose in a very special way. In the "framing" of all this a story of a double crash and a disappearance mystery was created. A story that, also illustrated with images such as "the biggest air disaster", received the necessary attention in the regional press. 142 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO One of the unmistakable motives for this increasing attention was the need to restore the balance of attention between the crash of the NA197 (always in the spotlight) and that of the NA260 (forgotten). Ultimately, this led to a wonderful initiative by a number of organizations to set up a memorial at the Veluwepeel site in early 2020 for the two bombers who had died in the aerial combat of 7 February 1945 above the Peel. The research into the crash of the NA197 (and in its wake, due to the nature of the "double crash" the NA260) is primarily a source study. From the day of the crash to the early 1950s, an impressive amount of documentation has been created on the Limburg side. This consists of official documents from local organizations such as the Red Cross, municipal police, the Interior Forces, etc., but also from fairly inaccessible sources such as war diaries and memoirs from private archives. The analysis results thereof provide an enormous enrichment and coloring of what was already known and / or published. This enrichment actually has two sides: In the first place, the enrichment mainly consists of the fact that the originally investigated and published material used an almost exclusively Brabant perspective, but now the perspective of the Limburg eyewitnesses and archive creators has been added. Precisely because the focus of attention for the crash was initially almost exclusively on Nederweert, this also immediately leads to a substantial increase in the available source material. That is the reason that much of that documentation is included in its entirety in the appendices of this publication to facilitate further investigation in this way. The second side of the coin is that the study is more than just a source analysis. The research is multidisciplinary in the sense that an archaeological dimension has also been added. Both through desk research and field observations. In particular, the many years of archaeological research by Johan Bloemers of the Air War Foundation 1939-1945 in the Weert-Nederweert region has proved invaluable for this. Thanks to this combination approach to archival research and archaeological research, this study also yields totally new perspectives. For example, based on aerial photo analysis, it is demonstrated that the location of the NA197 impact crater assumed since 2012 was in reality a bit further than where it was always assumed. It is also proven that the crash location of the "disappeared" NA260 was not in the Veluwepeel, but in the area of the Weerterbos in the municipality of Nederweert, in the Limburg area and therefore about 11 km southwest of the site of the NA197. Above all, it becomes clear that there was much more going on in the night in question than what has been written and quoted in the publications so far. As a result, the accent shifts from a 'double crash' of two aircraft technically speaking to that of a 'simultaneous accident', of no fewer than three bombers, of the same type, on the same evening, but at totally different locations at a distance of each other and each with their own story. But - with due respect - no more than that. This is more than just a semantic distinction and it is essential for the "framing" of the story. Which, incidentally, can only reinforce the commemorative value of the events of that particular February day in 1945, and the commendable activities of the initiators of a memorial monument on the spot. With the conclusions from the critical source investigation, a number of propositions and semi-facts posed in recent literature are somewhat challenged. Roaring rhetoric such as the ‘international mystery Double Crash’, ‘the biggest plane disaster of the Peel’, ‘one plane completely disappeared from the face of the earth’, ‘the collective memory that two plane crashes together into one event’, ‘the NA260 that literally and figuratively in the the vacuum disappeared', ‘it haunted that night over the Peel' and 'a device exploded and evaporated in the air [...] in the Death Valley De Peel': words of almost mythical proportions, of which after critical historical research in combination with the 143 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO archaeological Johan Bloemers' observations does not seem to stand up much. The Peel is really not a Bermuda triangle. But, but the above-cited authors are right, it was haunting on the night of 7 to 8 February 1945. As with any new study, questions remain unanswered and new ones arise. For example, the question why the surviving commander Stanislas of the NA920 proved to be little communicative about the events afterwards. Another question is where the NA260 bomb load was dumped during the return flight. In contrast to the NA197 that crashed with bombs, the NA260 in Weert appears to have crashed in a "normal" way based on the spatial distribution of the finds, without bomb crater(s). Had this aircraft shed its destructive burden before in the Ruhr area, or elsewhere on the way back? Continued source research and an extension of the applied multidisciplinary approach can undoubtedly provide the answers for this. Finally, and apart from all technical and analytical considerations, let us not forget that the story of the crashes is also a human story. Not only because it reveals how human memory and imaging can undergo remarkable evolutions in 75 years. And why it is so important to critically return to the original source information. So that the relatives not only get a place to view a monument placed in a more or less arbitrary place, but also get certainty about the place where their ancestors have really crashed, with all the emotional interests and value that that has. Because this is about the commemoration and appreciation of Allied airmen who gave their lives for the liberation of the Netherlands. And how important it is that people and organizations such as the Remembrance Dubbelcrash 1945 Initiative Group, Death Valley De Peel, Air War Foundation 1939-1945, Brabant Historical Center Eindhoven (RHCE), Stichting Geschiedschrijving Nederweert and others continue to work on memory and appreciation to keep a multitude of years alive for these air heroes. 144 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Zusammenfassung (auf Deutsch) Am Abend des 7. Februar 1945 fand über der Grenzregion von Nederweert und Asten ein Luftkampf zwischen zwei deutschen Nachtjäger und der Rückflotte eines Geschwaders britischer Bomber statt, die das deutsche Ruhrgebiet (Goch und Kleve) bombardiert hatten. Diese Bombardierung war die Einleitung der Operation "Veritable" der Rheinland-Offensive. Ein Teil der Flotte musste wegen Sichtproblemen am Zielort und mit (fast) voller Bombenlast zurückkehren. Drei Halifax MkIIIFlugzeuge (NA197 L9-H, NA260 L8-G und NA175 DY-Q) wurden auf befreites niederländisches Territorium geschossen und stürzten nacheinander ab. Die ersten beiden Bomber waren Teil des vollständig französischen Geschwaders 347 Squadron "Tunisia" der Free France Air Forces und waren von der Elvington Airbase in der Nähe von York (GB) gestartet. Der dritte war Teil der 102 Squadron und stammte aus Pocklington (GB). Der Absturzort der NA197 lag im Veluwepeel bei Asten-Heusden, unweit der Provinzgrenze zwischen Limburg und Noord-Brabant und am Rande des heutigen Nationalparks De Groote Peel. Das abgestürzte Flugzeug, das noch immer den größten Teil der Bombenlast trug, verursachte einen riesigen Einschlagkrater, der noch viele Jahre in der Peellandschaft sichtbar war. Insgesamt vier Überlebende (von sieben Passagieren) konnten das Flugzeug pünktlich verlassen und die Geschichte des Absturzes nacherzählen. Der genaue Ort, an dem das andere Flugzeug, die NA260, abgestürzt ist, ist immer unbekannt geblieben. Aufgrund bestimmter Interpretationen wurde angenommen, dass dieser Bomber in der Luft explodiert wäre, etwa an der Absturzstelle der NA197. Reste davon wurden nie gefunden, obwohl es einen Überlebenden des Absturzes gab. Das Flugzeug selbst oder zumindest seine Überreste blieben jahrelang verloren. Seit dem Unfalltag war die Absturzstelle der NA197 im Veluwepeel von großem Interesse. Angehörige, Behörden und Einheimische arbeiteten gemeinsam an der Schaffung eines Denkmals, das am Karfreitag 1946 unter Beteiligung der Jugend von Jong Nederland Nederweert errichtet wurde. Namen die in diesem Zusammenhang nicht fehlen dürfen, sind die übernommenen Mitarbeiter der I.P.S.A. '(les) Infirmières Pilotes - Secouristes de l'Air' der Air Force des französischen Roten Kreuzes aus Paris, wie Germaine l'Herbier-Montagnon (1895-1986), Gräfin Yvonne du Monceau de Bergendal, geb. Crets de Lichtenberg (1903) -2000) und Prinzessin Nicole Murat-de l'Espée (1898-1985). Auf lokaler Ebene sind auch der beteiligte und unternehmerische Nederweerter-Kaplan Jo Janssens (1911-2003), der Gemeindearbeiter Sjef Jonkers (1915-1990), der Torfschneider Sjef de Bruin aus Ospel (1909-?), Torfmooraufseher Frans Smits (1898-1987) und der Vorsitzende des örtlichen Kriegsgräberausschusses Louis Rulkens (1889-1974) zu nennen. Auch in späteren Jahren blieb der Standort im Rampenlicht, insbesondere von französischer Seite. Ab etwa 1952 ließ das Interesse unter anderem deshalb relativ schnell nach, weil das Gedenkkreuz aufgrund von Witterungseinflüssen und großflächigen Bergbautätigkeiten nachgeben musste, so dass die Erkennbarkeit der Absturzstelle vor Ort vollständig verschwand. Um 2012 hat das Interesse an der Absturzstelle und ihrer Geschichte seinen Flug wiedererlangt. Das begann mit dem Sammeln von Informationen durch französische Verwandte, die nach der Geschichte ihrer Vorfahren suchten. Zum Teil wurden in den folgenden Jahren eine Reihe von glaubwürdigen Veröffentlichungen in der Region Noord-Brabant herausgegeben. Infolgedessen wurden Prospektion und Feldforschung auch mit Metalldetektoren durchgeführt. In dieser Phase erhielt die verlorene NA260 viel verdiente Aufmerksamkeit und die Geschichte des "Double Crash" entstand auf ganz besondere Weise. In der "Einrahmung" all dessen entstand die Geschichte eines Doppelabsturzes und eines Geheimnisses des Verschwindens. Eine Geschichte, die auch mit Bildern 145 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO wie "Die größte Luftkatastrophe" illustriert wurde, fand in der regionalen Presse die nötige Beachtung. Eines der eindeutigen Motive für diese zunehmende Aufmerksamkeit war die Notwendigkeit, das Gleichgewicht zwischen dem Absturz des NA197 (immer im Rampenlicht) und dem des NA260 (in Vergessenheit geraten) wiederherzustellen. Letztendlich führte dies zu einer wunderbaren Initiative einer Reihe von Organisationen, Anfang 2020 am Standort Veluwepeel ein Denkmal für die beiden Bomber zu errichten, die im Luftkampf vom 7. Februar 1945 über der Peel gestorben waren. Die Forschung zum Absturz des NA197 (und in der Folge aufgrund der Natur des "Doppelabsturzes" des NA260) ist in erster Linie eine Quellenstudie. Vom Tag des Absturzes bis in die frühen 1950er Jahre wurde auf limburgischer Seite eine beeindruckende Menge an Dokumentation erstellt. Hierbei handelt es sich um offizielle Dokumente lokaler Organisationen wie des Roten Kreuzes, der Stadtpolizei, der Streitkräfte des Innern usw., aber auch um schwer zugängliche Quellen wie Kriegstagebücher und Memoiren aus privaten Archiven. Die Analyseergebnisse liefern eine enorme Bereicherung und Färbung dessen, was bereits bekannt und / oder veröffentlicht wurde. Diese Bereicherung hat eigentlich zwei Seiten: Zuallererst besteht die Bereicherung hauptsächlich darin, dass das ursprünglich untersuchte und veröffentlichte Material eine fast ausschließlich brabantische Perspektive verwendete, nun jedoch die Perspektive der limburgischen Augenzeugen und Archivschaffenden hinzugefügt wurde. Gerade weil der Schwerpunkt des Absturzes zunächst fast ausschließlich auf Nederweert lag, führt dies auch sofort zu einer erheblichen Erhöhung des verfügbaren Quellmaterials. Aus diesem Grund ist ein Großteil dieser Dokumentation vollständig in den Anhängen dieser Veröffentlichung enthalten, um die weitere Untersuchung auf diese Weise zu erleichtern. Die zweite Seite der Medaille ist, dass die Studie mehr als nur eine Quellenanalyse ist. Die Forschung ist in dem Sinne multidisziplinär, dass auch eine archäologische Dimension hinzugefügt wurde. Sowohl durch Schreibtischuntersuchungen als auch durch Feldbeobachtungen. Vor allem die langjährigen archäologischen Forschungen von Johan Bloemers von der Air War Foundation von 1939 bis 1945 in der Region Weert-Nederweert haben sich dafür als von unschätzbarem Wert erwiesen. Dank dieses kombinierten Ansatzes zur Archivforschung und zur archäologischen Forschung bietet diese Studie auch völlig neue Perspektiven. Anhand einer Luftbildanalyse wird beispielsweise gezeigt, dass der seit 2012 angenommene Standort des Einschlagskraters NA197 in Wirklichkeit etwas weiter entfernt war als bisher angenommen. Es ist auch erwiesen, dass sich der Absturzort der "verschwundenen" NA260 nicht im Veluwepeel befand, sondern im Bereich des Weerterbos in der Gemeinde Nederweert, im Raum Limburg und damit etwa 11 km südwestlich des Standorts der NA197. Vor allem wird deutlich, dass in der fraglichen Nacht viel mehr los war als in den bisherigen Veröffentlichungen geschrieben und zitiert. Infolgedessen verschiebt sich der Akzent von einem "Doppelabsturz" von zwei Flugzeugen, technisch gesehen, zu einem "gleichzeitigen Unfall" von nicht weniger als drei Bombern des gleichen Typs am selben Abend, jedoch an völlig unterschiedlichen Orten in einem Abstand voneinander und von jedem mit ihrer eigenen Geschichte. Aber - mit gebührendem Respekt - nicht mehr. Dies ist mehr als nur eine semantische Unterscheidung, und es ist wesentlich für die "Gestaltung" der Geschichte. Dies kann im Übrigen nur den Erinnerungswert der Ereignisse an diesem besonderen Februar-Tag im Jahr 1945 und die lobenswerten Aktivitäten der Initiatoren eines Denkmals an Ort und Stelle verstärken. Mit den Schlussfolgerungen aus der kritischen Quellenuntersuchung wird eine Reihe von Aussagen und Halbfakten in der neueren Literatur in Frage gestellt. Brüllende Rhetorik wie das "internationale Mysterium Double Crash”, “die größte Flugzeugkatastrophe der Peel", "ein Flugzeug verschwand 146 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO vollständig vom Erdboden", "die kollektive Erinnerung, dass zwei Flugzeuge zu einem Ereignis zusammenstoßen", "das NA260 im wahrsten Sinne des Wortes und im übertragenen Sinne das Vakuum verschwand","es quälte diese Nacht über der Peel" und "ein Flugzeug explodierte und verdampfte in der Luft [...] im Death Valley De Peel": Worte von fast mythischen Ausmaßen, von denen nach kritischer historischer Forschung in Kombination mit dem Archäologischen Johan Bloemers' Beobachtungen scheinen nicht viel auszusetzen. Das Peel ist wirklich kein BermudaDreieck. Aber und die oben genannten Autoren haben Recht, es wurde in der Nacht vom 7. zum 8. Februar 1945 ziemlich heimgesucht. Wie bei jeder neuen Studie bleiben Fragen offen und es entstehen neue. Zum Beispiel die Frage, warum der überlebende Kommandant Stanislas des NA260 sich als wenig kommunikativ über die Ereignisse danach herausstellte. Eine andere Frage ist, wo die Bombenladung NA260 während des Rückfluges abgeworfen wurde. Im Gegensatz zur NA197, die mit Bomben und allem abgestürzt ist, scheint die NA260 in Weert auf der Grundlage der räumlichen Verteilung der Funde ohne Bombenkrater "normal" abgestürzt zu sein. Hatte dieses Flugzeug zuvor im Ruhrgebiet oder anderswo auf dem Rückweg seine zerstörerische Last abgeworfen? Fortgesetzte Quellenforschung und eine Erweiterung des angewandten multidisziplinären Ansatzes können zweifellos die Antworten darauf liefern. Lassen Sie uns zum Schluss neben allen technischen und analytischen Überlegungen nicht vergessen, dass die Geschichte der Abstürze auch eine menschliche Geschichte ist. Nicht nur, weil es zeigt, wie sich das menschliche Gedächtnis und die Bildgebung in 75 Jahren bemerkenswert weiterentwickeln können. Und warum es so wichtig ist, kritisch zur ursprünglichen Quelleninformation zurückzukehren. Damit die überlebenden Verwandten nicht nur einen Platz bekommen, um ein Denkmal an einem mehr oder weniger willkürlichen Ort anzusehen, sondern auch Gewissheit darüber, wo ihre Vorfahren wirklich zusammengebrochen sind, mit all den emotionalen Interessen und dem Wert, den dies hat. Denn hier geht es um das Gedenken und die Wertschätzung alliierter Flieger, die ihr Leben für die Befreiung der Niederlande opferten.Und wie wichtig es ist, dass Menschen und Organisationen wie die Initiatiefgroep Dubbelcrash 1945, Death Valley De Peel, die Stichting Luchtoorlog 1939-1945, das Brabanter Historische Zentrum Eindhoven (RHCE), die Stichting Geschiedschrijving Nederweert, die Stichting Regionaal Archeologisch Bodemonderzoek und andere weiterhin an Erinnerung und Wertschätzung arbeiten eine Vielzahl von Jahren für diese Lufthelden am Leben zu halten. 147 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Bijlage 1 Correspondentie van en met particulieren (1945-1951) De brieven zijn over het algemeen niet op ware grootte afgebeeld. 148 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.1 kapelaan Janssens gravin du Monceau Nederweert 23 dec 1945 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens minuutexemplaar Kapelaan stuurt de gravin een exemplaar van het blaadje van de jongerenvereniging met daarin een verslag van de kruisplanting. Hij bedankt haar voor haar warme belangstelling voor het jeugdwerk in Nederweert 149 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.2 kapelaan Janssens [Germaine l’Herbier] geen [Nederweert] [verm. jan 1946] Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens minuutexemplaar Kapelaan stuurt mw. l’Herbier een exemplaar van het blaadje van de jongerenvereniging met daarin een verslag van de kruisplanting. Meldt inzake een (andere) vliegtuigcrash van 21 juli 1944 dat een van de jongeren een identiteitsplaatje heeft gevonden, dat is geretourneerd naar het Amerikaanse Rode kruis. Het betreft vliegenier A.D. Redwood uit Brighton 150 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.3 Gravin du Monceau, Croix-Rouge Française Kapelaan Janssens, Nederweert Brussel 7 feb 1946 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Hoewel het briefpapier van het Rode kruis is gebruikt, betreft dit toch meer een particuliere brief. Dankt de kapelaan mede namens mw. Herbier voor het plaatsen van het herdenkingskruis en een exemplaar van het verslag in het jongerenblaadje en een krantenartikel. Op haar beurt stuurt zij nog een artikel uit Aviation Française, en een serie van zeven katholieke propagandafilms. Verder merkt zij op geen Franse maar een Belgische gravin te zijn. 151 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.4 Gravin du Monceau, Croix-Rouge Française Jos Jonkers, Nederweert Brussel 7 feb 1946 Archief Jos Jonkers jr., Nederweert Hoewel het briefpapier van het Rode kruis is gebruikt, betreft dit toch meer een particuliere brief. Dankt Jos Jonkers mede namens mw. Herbier voor zijn interesse en hulp bij de zoektocht naar de gevallen vliegeniers. Zij zal een artikel uit Aviation Française nog toesturen. 152 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.5 [Kapelaan Janssens, Nederweert] [Germaine l’Herbier, Croix-Rouge Française] [Nederweert] [feb of mrt 1946, voor 5 mrt] Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens minuutexemplaar Dankt voor de toegezonden foto’s en het tijdschriftartikel uit Aviation Française. Vertelt dat hij met de jeugdbeweging volop bezig is met modelvliegerij. Het plan is om op 5 maart het beloofde herdenkingskruis in de Peel te planten 153 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 154 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.6 Gravin du Monceau Kapelaan Janssens, Nederweert Brussel 25 jul 1946 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Is terug van een lange reis door Duitsland en heeft kennis kunnen kunnen nemen van foto’s en verslagen van de kruisplanting in de Peel. Dankt de kapelaan en spreekt de wens uit de jongens van de jeugdvereniging te willen leren kennen. 155 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 156 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.7 mw. wed. Bagot, moeder van piloot Jean Bagot Kapelaan Janssens, Nederweert Dinan, Bretagne, Frankrijk 7 dec 1947 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Vraagt de kapelaan medewerking bij het achterhalen van de begraafplaats van haar omgekomen zoon. De burgemeester van Asten kon haar niet verder helpen 157 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 158 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.8 H. Geurtjens, Missionarissen van het H. Hart Missiehuis te Tilburg Kapelaan Janssens, Nederweert Tilburg 13 dec 1947 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Geurtjens is benaderd door mw Bagot te Dinan inzake inlichtingen over de locatie van het graf van haar zoon. Verzoekt de kapelaan om hulp. 159 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.9 H. Geurtjens, Missionarissen van het H. Hart Missiehuis te Tilburg Kapelaan Janssens, Nederweert Tilburg 18 dec 1947 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt de kapelaan voor zijn inlichtingen en vertelt over een voorgenomen bezoek van mw. Bagot. 160 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.10 mw. wed. Bagot, moeder van piloot Jean Bagot Kapelaan Janssens, Nederweert Dinan, Bretagne, Frankrijk 29 dec 1947 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt de kapelaan voor zijn medewerking bij het achterhalen van de begraafplaats van haar omgekomen zoon. Kondigt een bezoek in het komende voorjaar aan. 161 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.11 dr. L. le Mitouard NN [Kapelaan Janssens, Nederweert] Oujda (Marokko) 22 jan 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt de kapelaan voor de toegezonden brief met twee foto’s. Spreekt de hoop uit elk jaar of elke twee jaar de plek van het ongeluk van zijn zoon te kunnen bezoeken. 162 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.12 H. Geurtjens, Missionarissen van het H. Hart Missiehuis te Tilburg Kapelaan Janssens, Nederweert Tilburg 3 jul 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Mw Bagot en haar dochter zijn voornemens een bezoek aan Nederweert te brengen. Verzoekt de kapelaan medewerking en logies voor één nacht, en liefst goedkoop of gratis vervoer naar de plaats van de crash 163 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.13 mej. E. Bouly [relatie van mw. Bagot] Kapelaan Janssens, Nederweert Dinan, Bretagne, Frankrijk 8 jul 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Praktische afspraken inzake het voorgenomen bezoek van mw. Bagot aan kapelaan Janssens en de crash site 164 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 165 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.14 H. Geurtjens, Missionarissen van het H. Hart Missiehuis te Tilburg Kapelaan Janssens, Nederweert Tilburg 13 jul 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Nadere informatie over het voorgenomen bezoek van mw. Bagot aan Nederweert en Asten. 166 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.15 mw. wed. Bagot, moeder van piloot Jean Bagot Kapelaan Janssens, Nederweert Dinay (Bretagne, F) 25 aug 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt de kapelaan voor de ontvangst in Nederweert en stuurt enkele foto’s van de reis door Nederland. 167 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.16 Kapelaan Janssens, Nederweert mw. wed. Bagot, moeder van piloot Jean Bagot Nederweert 5 sep 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens minuutexemplaar Dankt haar voor haar bezoek en de toegezonden foto’s. 168 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.17 Gravin du Monceau Kapelaan Janssens, Nederweert Brussel […] nov 1948 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Uitnodiging aan de kapelaan tot bijwonen van de huwelijksvoltrekking van Raymonde Vaxelaire met graaf Yves-Jean du Monceau de Bergendal, in de kerk van St. Josse ten Noode op 27 nov 1948. 169 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 1.18 Gravin du Monceau Kapelaan Janssens, Nederweert Brussel ca. 1948-1951 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Visitekaartjes en nieuwjaarswenskaarten. Daaraan toegevoegd een verlovingsbericht uit 1948 en een nieuwjaarskaartje van mw. Bagot. 170 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 171 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO Bijlage 2 Correspondentie van en met instanties (1945-1951) De brieven zijn over het algemeen niet op ware grootte afgebeeld. 172 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.1 Koninklijke Marechaussee, Groep Asten Willem van Golstein Brouwers, wnd. burgemeester van Asten [Asten] 9 feb 1945 Onbekend. Kopie in Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). Lid van de Koninklijke Marchaussee Groep Asten brengt verslag uit van het neerstorten van een ontplofte bommenwerper. Minstens drie inzittenden zijn geparachuteerd. Op 100m crash site werd een afgerukte hand gevonden met een gouden ring aan een vinger. 173 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.2 Germaine l’Herbier e.a., Croix-Rouge Française Kapelaan Janssens, Nederweert Parijs 14 dec 1945 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankbrief van alle leden van de Franse onderzoeksgroep die de crash site in Asten bezocht. 174 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.3 Germaine l’Herbier e.a., Croix-Rouge Française Jos Jonkers, Nederweert Parijs 14 dec 1945 Collectie Jos Jonkers jr., Nederweert Dankbrief van alle leden van de Franse onderzoeksgroep die de crash site in Asten bezocht. 175 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.4 Germaine l’Herbier, Croix-Rouge Française december 1945 Germaine l’Herbier, La fin du NA197, in: Aviation Française, afl 52, 30 januari 1946. Vindbaar via https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k9765835p.item. Geciteerd in: http://halifax346et347.canalblog.com/archives /2009/01/05/11980560.html le Mitouard is Geneesheer-directeur van de regio Oujda (Marokko) Interviews van Germaine l’Herbier met overlevenden, en verslag van haar expeditie naar Nederweert en Asten -Notre "HALIFAX", le N.A.197, fut touché à son tour par le même chasseur; le feu prit aux réservoirs. Nous étions à 4.500 mètres. Le Capitaine PELLIOT, Commandant de l'avion, se rendant compte qu'il n'y avait pas moyen de maîtriser l'incendie, nous donna l'ordre de sauter. Il quitta son siège à sa place de navigateur pour dégager l'accés de la trappe d'évacuation à l'avant et permettre au bombardier: le Lieutenant ROLLET, d'y accéder. BAGOT était encore maître de sa machine. Pourtant, il ne répondit pas aux appels téléphoniques du Lieutenant ROLLET qui lui demanda, par deux fois, d'ouvrir les trappes à bombes, afin de lancer celle-ci. - Peut-être était-il déjà mort?. - Ce n'est pas certain; il avait pu simplement débrancher son téléphone pour concentrer toute son attention pour maintenir l'avion en ligne de vol. -... Et le Lieutenant ROLLET, l'Adjudant-mitrailleur LOISELOT, l'Adjudant-mécanicien MOLL sautèrent... Avec quelle émotion n'ai-je pas lu le témoignage du Lieutenant ROLLET ! "Je revois, disait-il, le Capitaine PELLIOT debout au bord de la trappe d'évacuation qu'il avait lui-même ouverte, calme, maître de lui et me faisant signe de la main de me hâter. S'il avait voulu évacuer à ce moment-là, il n'aurait pas eu besoin de plus d'une seconde pour me suivre, il ne l'a pas fait, parce qu'il plaçait son devoir de Commandant d'Avion avant sa sécurité personnelle et mettait sa conscience morale au-dessus de sa vie. Il voulut s'assurer que BAGOT pouvait encore sauter. Peut-être a t-il aider l'évacuation de BRILLARD?. Et quand il a songé à lui-même, après les autres, c'était trop tard, l'avion était engagé en piqué. MOLL, au bout de son parachute, vit l'appareil en feu décrire de folles orbes. -... Plusieurs jours après la catastrophe, on trouva le cadavre du Capitaine PELLIOT, le crâne fracassé, sans doute en évacuant, car son parachute ouvert était mollement allongé à ses cotés, il a sa tombe, lui aussi, à EINDHOVEN, mais les autorités Anglaises n'ont pu me préciser ou son corps avait été découvert. Regardez bien l'expression de ses jeunes visages pour que leurs souvenirs ne soit jamais oubliés. - Et vous, BRILLARD, vous souvenez-vous comment vous avez sauté ? -Non, j'étais à coté du Capitaine PELLIOT. J'allais suivre le Lieutenant ROLLET dans le vide. Mais j'ai dû perdre connaissance. A 3h30 du matin, je me suis trouvé marchant dans l'eau jusqu'à la ceinture. J'avais l'épaule et le bras gauche fracturés. Puis j'ai erré, pataugeant dans la boue. vers les 8 heures du matin, je vis quatre HOLLANDAIS. Comme je me dirigeais vers eux, ils me firent signe de m'arrêter: j'allais marcher sur une mine! un civil m'accueillit, puis me conduisit au poste de secours de NEDERWEERT, ou je rencontrai le Capitaine STANISLAS et le Lieutenant ROLLET. Tous trois blessés, nous fûmes dirigés sur l'hôpital d'EINDHOVEN. -Vous rappelez-vous comment s'appelait le civil ? 176 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO -Oui, c'était un certain Joseph de BRUIN. J'ai cru comprendre qu'il connaissait le point de chute de notre "HALIFAX". -Et bien ! il faut le retrouver ! Peut-être nous dira-t-il ou sont vos deux camarades disparus: BAGOT et Le MITOUARD. Voulez-vous m'accompagner pour enquêter en HOLLANDE ? - Bien volontiers. Quelques jours plus tard ayant laissé à BRUXELLES la modeste voiture de tourisme de la mission, qui était bien incapable d'affronter le marais, nous filions vers NEDERVEERT, à bord d'un puissant camion Anglais, mis à notre disposition par le "Motor Corps" de la croix rouge Belge. Le "truk" était magistralement piloté par une conductrice d'origine HOLLANDAISE qui allait se révéler une interprète extrêmement précieuse. Le paysage n'était plus celui d'une HOLLANDE aux champs fertiles et aux moulins à ailes battantes, dont les maitres flamands nous ont appris à aimer la douceur triste. Terre désolée ! Sur le canal SUIDWILLEMS, de lourds chalands étaient chargés de tourbe noire. Nous arrivames à la tourbière ou travaillait de BRUIN. Oui, il savait ou était l'avion... et les deux morts. Guidés par lui, nous avancions à travers le PEEL désert au sol gluant, avec le ronflement coléreux du moteur en première. Brusquement, nous fûmes tous vidés sur le plancher de la voiture. -Rien de cassé ? questionna la conductrice imperturbable ( elle en avait vu bien d'autres, ayant vécu dans la brousse du congo Belge). -Non rien de grave, mais que s'est-il passé ? - Nous sommes tombés dans "un trou d'homme" caché par les roseaux, Encore un souvenir de la guerre dans le PEEL ! Bientôt nous dûmes abandonner le camion, car le terrain était miné. Nous avancions avec précaution, péniblement, à pied, dans les herbes et la boue sèche. Des ferrailles d'avion apparurent. Le "HALIFAX" N.A. 197 était là, déchiqueté. Il avait explosé dans le bruit de tonnerre de ses seize bombes. Il gisait au fond d'un trou de six mètres, creusé par sa chute, que le marais avait aussitôt rempli d'eau. Au matin du drame, on nous dit avoir vu une main coupée dont l'annulaire portait une alliance. Plus loin, une combinaison de mitrailleur laissait voir une épaule déchiquetée. Sur la manche du battle-dress, on lisait "France". Puis la terrible boue du PEEL enlisa nos deux morts. -Sergent-chef BAGOT, Sergent Le MITOUARD, quand le soleil printannier aura un peu asséché cette terre désolée et permettra des travaux, nous vous donnerons des tombes dignes de votre sacrifice, ou ceux qui vous sont chers pourront venir vous évoquer. (source: collection Yves REYNIER) CINQ LOURDS NE SONT PAS RENTRES Madame, cinq équipages ne sont pas rentrés du raid de BOCHUM. -Y eu t-il des rescapés, Commandant? -Douze seulement. -Donc en comptant sept membres d'équipages par appareil - 23 aviateurs sont portés disparus. -24, car le Lieutenant-Colonel DAGAN, quoique Officier d'Etat-Major, fut passager de "l'HALIFAX N.R.181". -Commandant, nous allons partir rechercher les manquants, afin que leurs familles aient au moins l'ultime consolation de savoir ou sont leurs tombes. Nous reprenons la route, comme si souvent depuis août 1940, date à laquelle je créai la "MISSION DE RECHERCHE DES AVIATEURS DISPARUS". 177 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.5 Germaine l’Herbier, Croix-Rouge Française dr. A. le Mitouard Parijs 2 jan 1946 https://bhic.nl/media/document/file/halifax-na197-crash-asten-3-.pdf door Joop Hendrix, le Mitouard is Geneesheer-directeur van de regio Oujda (Marokko) De vader van le Mitouard wordt ingelicht over de crash van zijn zoon en de vondst van overblijfselen. (gedeeltelijke vertaling uit het Frans)188 Helaas heb ik de pijnlijke plicht u te zeggen dat uw zoon en sergeant Bagot nog aan boord waren ten tijde van de explosie. Hun arme uiteengereten resten werden verspreid. ’s Ochtends zag men een deel van een parachute drijven. Men probeerde die naar zich toe te trekken, in de hoop een lijk daaronder te vinden. Een ogenblik zag men een hand verschijnen met aan de ringvinger een zilveren trouwring, die van sergeant Bagot. Vervolgens verdween alles in het water en de modder. Maar recentelijk bracht een van de overlevenden van de bemanning van uw zoon, de radiotelegrafist adjudant Brillard, mij een bezoek. Hij leverde mij de noodzakelijke leidraad, dat wil zeggen het adres van de boer die hem had opgevangen toen hij na zijn parachutesprong half bewusteloos rondzwierf door het moeraslandschap van Nederweert. Samen met Brillard (december 1945) zijn we snel naar Holland gegaan om in de streek onderzoek te doen. Maar adjudant Brillard en ik zijn van mening dat uw arme kind, in zijn koepel gebleven zijnde, zich niet in die grote, ondergelopen krater bevindt. We hebben namelijk op 20 meter afstand daarvan, begraven in de modder, de resten van een uniform, een thermoschuttersoverall en laarzen gevonden. Bovenaan de mouw zat een metalen badge met het woord France erop. Adjudant Brillard was categorisch: alleen uw zoon droeg zo’n badge. Zo moeten dit dus wel zijn verminkte resten zijn. Maar met het oog op de winter en de hoge stand van het water, was het ons onmogelijk opgravingswerkzaamheden te verrichten. We hebben er een kruis bij gezet en meneer pastoor heeft de zegen gegeven. De vertaling is ontleend aan: Joop Hendrix, Halifax “NA 197” crash in Asten 07-02-1945, https://bhic.nl/media/document/file/halifax-na197-crash-asten-3-.pdf 188 178 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 179 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 180 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 181 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.6 Willem van Golstein Brouwers, wnd. burgemeester van Asten Prinses Murat, Parijs Asten 24 jan 1946 Onbekend. Afschrift, als postscriptum aan het procesverbaal van de Marechaussee van Asten, kopie in: Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). Burgemeester verwijst naar het bezoek van de prinses aan Someren, waar men haar ten gemeentehuize niet had kunnen helpen. Hij legt uit dat dit te maken heeft met de bestuurlijke situatie ten tijde van de crash. Vraagt haar te bewerkstelligen dat ook hij uitgenodigd wordt bij de herdenkingsplechtigheid van 2 februari 1946. 182 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.7 Commandant Cattellat, 1e groupe de Bombardement I/25 Mérignac (F) 1 feb 1946 Particuliere collectie fam. Mitouard. Kopie gepubliceerd op http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html Conduitestaat van sergeant Le Mit(h)ouard met opgave van zijn krijgsverrichtingen. Hij werd achtereenvolgens onderscheiden met het Croix de Guerre avec Etoils de Bronse, later met de zilveren variant en vanwege de vlucht die crashte boven de Veluwe-Peel in Asten met het Croix de Guerre avec Palme. Opvallend is dat er van hem gezegd wordt ‘A été blessé’, terwijl hij verongelukt was bij de crash van 7 feb 1945. Formeel gezien was hij ‘missed in action’, aangezien zijn stoffelijk overschot nooit werd teruggevonden. 183 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel STRABO 2.8 Gemeentebestuur Asten e.a. Gemeentebestuur Asten e.a. 1 mrt 1946 – 7 mei 1960 Gemeente-archief Venlo, Toegang Overige Verzamelingen 47, Collectie In ’t Zandt, inv. nr. 671 ‘crash Astense Peel halifax 7 feb 1945’ (in inventaris abusievelijk genummerd als 675). toelichting samenvatting Regesten van correspondentie met en door het gemeentebestuur van Asten inzake de begraving van de overleden vliegeniers Le Mithouard en Bagot 184 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 185 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 186 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.9 Germaine l’Herbier, Chef de la Mission voor omgekomen en vermiste vliegeniers, Croix-Rouge Française Kapelaan Janssens, Nederweert Parijs 14 mei 1946 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt de kapelaan voor toezending van de krantenartikelen over de kruisplanting. 187 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.10 Kapelaan Janssens, Nederweert NN [Germaine l’Herbier, Chef de la Mission voor omgekomen en vermiste vliegeniers, Croix-Rouge Française] [Nederweert] [ca. juli 1946] Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens minuutexemplaar Is blij dat de krantenartikelen goed zijn aangekomen. Stuurt enkele foto’s van de kruisplanting. 188 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.11 Germaine l’Herbier, Chef de la Mission voor omgekomen en vermiste vliegeniers, Croix-Rouge Française Kapelaan Janssens, Nederweert Parijs 7 aug 1946 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt de kapelaan voor toezending van de foto’s van het onderzoek op de crash site en verzoekt toezending van fotonegatieven om de foto’s te kunnen gebruiken in een te schrijven boek en ten behoeve van de nabestaanden. 189 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.12 Germaine l’Herbier, Chef de la Mission voor omgekomen en vermiste vliegeniers, Croix-Rouge Française Kapelaan Janssens, Nederweert Parijs 21 nov 1946 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Verexcuseert zich voor de late retourzending van de fotonegatieven, waar zij diverse afdrukken van heeft laten maken. 190 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.13 Germaine l’Herbier, Chef de la Mission voor omgekomen en vermiste vliegeniers, Croix-Rouge Française Kapelaan Janssens, Nederweert Parijs 18 dec 1947 Archief Stichting Geschiedschrijving Nederweert inv. nr. C.1.8 Collectie kapelaan J.W.H. Janssens Dankt voor de toezending van twee foto’s van het bezoek van dhr. En mw. Le Mithouard aan de crash site. Retourneert acht fotonegatieven en kondigt haar in januari te verschijnen boek over de Franse vliegeniers aan. 191 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.14 JJF Blom, Nederlands Oorlogsgraven Comité LH Rulkens, voorzitter Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert Amsterdam 8 mei 1951 Stichting Geschiedschrijving Nederweert, inv. nr. B.6.21 Archief Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert Met onjuiste datering van de plaatsing van het kruis Verzoekt om inlichtingen over het geplaatste herdenkingskruis en over het ongeval 192 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.15 LH Rulkens, voorzitter Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert NN [JJF Blom, Nederlands Oorlogsgraven Comité] Nederweert 17 mei 1951 Stichting Geschiedschrijving Nederweert, B.6.21 Archief Nederlands Oorlogsgraven Comité afdeling Nederweert Brengt verslag uit van een onderzoek naar de crash site en andere wetenswaardigheden over de crash 193 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 194 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) nummer brief van brief aan plaats dagtekening vindplaats origineel toelichting samenvatting STRABO 2.16 dr. A. le Mitouard secretaris-generaal van het Oorlogsgravencomité te Amsterdam Tanger 23 apr 195(2?) Gepubliceerd op: http://halifax346et347.canalblog.com/archives/2009/01/05/11980560.html Vraagt of het kruis in de Peel nog steeds op zijn plek staat. En of het niet mogelijk is om het kruis te vervangen door een stenen gedenkzuil met daarop de inscriptie met de namen en datum van de gevallenen Le Mitouard en Bagot. 195 Rapportage archeologisch onderzoek Asten-Nederweert crashes Halifax NA197 en NA260 in 1945 (1945-2019) STRABO 196