Direct naar artikelinhoud
Oproep VNSyrië-gangers

In IS-kampen vallen honderden doden: Wat betekent dat voor de Nederlandse vrouwen en kinderen?

Vrouwen in kamp al-Hol.Beeld AFP

Recentelijk zijn in Syrische gevangenkampen voor IS-vrouwen honderden mensen overleden, onder wie kinderen. De Verenigde Naties vragen aandacht voor de erbarmelijk omstandigheden waarin ze leven.

Door gebrek aan voedsel en medicijnen zijn in de afgelopen maanden zevenhonderd mensen overleden in de kampen in Noordoost-Syrië waar vrouwen en kinderen van IS-strijders gevangen worden gehouden. Dat heeft Vladimir Vorontsov van de Verenigde Naties (VN) donderdag gezegd tijdens een online conferentie. Volgens het VN-bureau voor terrorismebestrijding waar Vorontsov hoofd van is, zouden ook kinderen zijn overleden.

Verdeeld over de kampen al-Hol en Roj houden Koerdische strijders 70.000 mensen gevangen vanwege vermeende banden met de terroristische organisatie Islamitische Staat (IS). De overgrote meerderheid van de inwoners van de kampen bestaat uit vrouwen en kinderen. De meeste kampbewoners komen uit Syrië of Irak, maar zeker 13.500 vrouwen zijn afkomstig uit andere landen. Naar schatting zitten in Noordoost-Syrië ook 35 Nederlandse vrouwen, en negentig Nederlandse kinderen vast. Voor zover bekend zijn er onder hen geen doden gevallen.

Dramatische sterftecijfers

Volgens  Vorontsov hebben de recente sterfgevallen geleid tot ‘woedegevoelens’ onder de vrouwen en kinderen, die in de kampen ‘onder erbarmelijke omstandigheden’ leven. In april schreef de denktank International Crisis Group in een rapport onder meer over extreme overbevolking, tuberculose en ‘dramatische sterftecijfers’. 

Beeld Sander Soewargana

Vorontsov noemt het ‘gevaarlijk’ om de vrouwen en kinderen in de kampen te laten, omdat hun woede een vruchtbare bodem zou kunnen zijn voor terrorisme. Hoewel het IS-kalifaat eind 2019 werd verslagen, nemen volgens VN-experts de aanvallen van extremisten in Syrië en Irak de laatste maanden weer toe.

Geradicaliseerd

“Geen enkel land wil deze mensen graag terug”, zei Vorontsov donderdag, “met hun negatieve en zeer gevaarlijke terroristische achtergrond.” Maar volgens de VN-topman zou op z’n minst moeten worden gekeken of kinderen onder de zes jaar naar het land van herkomst van de ouders kunnen terugkeren. 

Vrouwen en een kind in al-Hol.Beeld Reuters

Volgens hem is er geen reden om te denken dat deze jonge kinderen al geïndoctrineerd zouden zijn met extremistisch gedachtengoed. Het VN-bureau voor terrorismebestrijding bepleit het onderwerp bij landen waarvan staatsburgers in Syrië gevangen zitten. Vorontsov begrijpt dat het wat de vrouwen betreft gevoeliger ligt. Sommige van de vrouwen in de kampen zijn slachtoffers, zegt hij, omdat ze niet begrepen wat ze deden toen ze de mannen in hun families volgden naar Syrië en Irak. Maar, erkent hij, “er zijn ook veel geradicaliseerde vrouwen onder de gevangenen in de kampen”.

Het is die angst voor radicaal gedachtengoed die maakt dat maar weinig landen bereid zijn mee te werken aan de terugkeer van de vrouwen en hun kinderen. Nederland weigert vooralsnog om actief IS-families terug te gaan halen. Een rechtszaak van 23 vrouwen die de staat wilden dwingen dat wel te doen, strandde in de Hoge Raad.

Als blijkt dat kinderlevens gevaar lopen, wordt de afweging dan anders? 

Onder de 700 doden die volgens het VN-bureau voor terrorismebestrijding de afgelopen maanden vielen in de kampen voor IS-families in Noordoost Syrië zijn, voor zover bekend, geen Nederlandse vrouwen en kinderen. Toch kan het nieuws over nieuwe sterfgevallen van invloed zijn op juridische procedures om hen terug te halen, denken advocaten.

“Uiteindelijk is het een belangenafweging”, zegt advocaat Robert van Galen aan de telefoon. “Naar mate het gevaar voor de vrouwen en kinderen in de Syrische kampen groter wordt, zou die afweging best weleens anders uit kunnen gaan pakken.”

Van Galen was als advocaat betrokken bij de zaak van 23 Nederlandse vrouwen en hun in totaal 56 kinderen die de staat gerechtelijk wilden dwingen zich in te spannen om hen terug naar Nederland te halen. Het kort geding werd eind vorig jaar aangespannen. De advocaten bepleitten tot aan de Hoge Raad dat de vrouwen en kinderen in levensgevaar verkeren door de slechte omstandigheden in de kampen en dat de staat zich daarom moet inspannen hen te repatriëren.

Individuele zaken

Hoewel de rechtbank daar in eerste instantie in mee ging, trok het gerechtshof van Den Haag, en later ook de Hoge Raad, een streep door die uitspraak. Beslissingen over het wel of niet terughalen van IS-vrouwen zijn aan de politiek, niet aan de rechter, beargumenteerde die. Toch wil dat niet zeggen dat er geen enkele manier meer is voor de vrouwen om via juridische weg hun thuiskomst te bepleiten. Individuele zaken kunnen nog steeds worden aangespannen. Dat het VN-bureau voor terrorismebestrijding nu zegt dat zevenhonderd mensen de afgelopen maanden stierven aan ondervoeding en medicijngebrek, kan voor die zaken van nut zijn, denkt van Galen.

Ook collega Tom de Boer denkt dat nieuws over nieuwe sterfgevallen toekomstige Nederlandse zaken kan beïnvloeden. “Eigenlijk is het een bevestiging van wat we al wisten”, zegt hij. In de uitspraak van de Hoge Raad wordt al erkend dat de omstandigheden in de kampen erbarmelijk zijn, maar volgens De Boer is er nog te weinig aandacht geweest voor het feit dat levens gevaar lopen.“Ik begrijp niet hoe een belangenafweging over kinderen die in levensgevaar zijn, kan uitpakken in het nadeel van die kinderen.”

Lees ook:

Hoge Raad: Terughalen Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen is aan de politiek

De staat hoeft Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen die in Noord-Syrische kampen zitten, niet terug te halen naar Nederland.