Direct naar artikelinhoud
Opinie

‘Red de woning van Etty Hillesum, een plek om fysiek te herdenken’

Etty Hillesum in haar kamer in het huis in de Gabriël Metsustraat.Beeld Joods Historisch Museum

Het huis van Etty Hillesum is werelderfgoed en moet dat blijven, schrijft SP-gemeenteraadslid Tiers Bakker. ‘Hillesum schreef een van de belangrijkste nagelaten documenten over de Holocaust.’

De woning waar de Joodse Etty Hillesum tussen 1941 en 1942 haar wereldberoemde dagboeken schreef over het leven in bezet Amsterdam dreigt gesloopt te worden. De eigenaar van het pand in de Gabriël Metsu­straat heeft een vergunning aangevraagd om het pand te slopen en op die plek zes luxe-appartementen te bouwen. Hierdoor dreigt een kostbaar stuk werelderfgoed te verdwijnen. Hillesum schreef een van de belangrijkste nagelaten documenten over de Holocaust en dat maakt haar schrijverskamer een ‘unieke plaats van herinnering’ voor miljoenen mensen.

Speelt hier onwetendheid van een vastgoedmagnaat of ordinair winstbejag?

Het voornemen tot sloop maakt – vanwege de historische en culturele betekenis van het pand – terecht woedende reacties los. Buurtbewoners en bezorgde Amsterdammers komen in verweer. Inmiddels loopt er een bezwaarprocedure, een petitie tegen sloop en een aanvraag om het pand een monumentale status te verlenen. Ook internationaal groeit de verontwaardiging snel, de nalatenschap van Hillesum wordt geroemd in Frankrijk, Italië, België en de Verenigde Staten.

De bekendheid van Hillesums werk is onder meer te danken aan haar begenadigde schrijfstijl. Zo zijn de brieven die ze schreef in het doorgangskamp Westerbork over het kampleven zeer beeldend en indringend geschreven. Ze laten de lezer niet meer los.

Wereldwijd vertaald

Een andere reden dat haar werk zo bekend is geworden, is gelegen in het feit dat de dagboeken van Hillesum een inkijk geven in hoe de steeds verdergaande isolatie van Joden als onderdeel van de Jodenvervolging door een Joodse zelf werd ervaren.

Zo schreef Hillesum op 12 juni 1942: ‘En nu schijnt het er door te komen, dat de Joden niet meer in de groentewinkels mogen komen; en fietsen inleveren; en niet meer in de tram; en ’s avonds na acht uur binnen. Wanneer ik me over die maatregelen gedeprimeerd voel, zoals vanochtend, toen ze even als een loden dreiging me trachten te verstikken, dan gaat het toch niet over die maatregelen. Dan is er alleen maar een grote treurigheid in me en die zoekt dan stof om zich heen om zichzelf aan te bewijzen.’

De dagboeken van Hillesum werden in de jaren tachtig uitgegeven en werden bekend onder de titel Het verstoorde leven. Een leven dat al eindigde toen Hillesum 29 was, in Auschwitz waarnaartoe ze in september 1943 vanuit Westerbork werd gedeporteerd.

Je kunt je afvragen waarom het van belang is dat het pand waar Hillesum haar dagboeken schreef, blijft bestaan. Haar werk is immers wereldwijd vertaald en uitgegeven waardoor haar nalatenschap niet snel in de vergetelheid zal raken. Het gaat hier echter om een plek om fysiek te herdenken.

Het belang van zo’n plek wordt wellicht nog het best geïllustreerd door het succes van het initiatief Open Joodse Huizen. De persoonlijke verhalen die worden verteld over de Amsterdamse families en kinderen die tijdens de Jodenvervolging uit het leven werden gerukt, komen extra tot leven doordat ze worden verteld op de plek waar deze families hebben gewoond. Hierdoor krijgt het herdenken een extra dimensie.

Unieke plaats

Het huis waar Hillesum woonde, is wat de Franse historicus Nora Les lieux de mémoire noemde. Of zoals historicus Wesseling het begrip hier populariseerde ‘plaatsen van herinnering’.

Wanneer we willen dat toekomstige generaties Amsterdammers zich Het verstoorde leven van Hillesum blijven herinneren is het van het grootste belang dat het pand waar zij over haar ‘verstoorde leven’ schreef, behouden blijft.

Ik roep stadsdeel en stadsbestuur dan ook op alles in het werk te stellen om te voorkomen dat dit werelderfgoed verloren gaat, zodat de Gabriël Metsustraat 6 een unieke plaats blijft ter herinnering aan Amsterdam in oorlogstijd. 

Tiers Bakker, gemeenteraadslid namens de SP in Amsterdam.Beeld -