Terug naar de krant

Slecht zicht op oorlog in Ethiopië

Leeslijst achtergrond

Tigray Het geweld in de Ethiopische regio Tigray baart mensenrechtenorganisaties grote zorgen. Er is geen goed beeld wat er gebeurt.

Leeslijst

Ja, onze troepen hebben raketten afgevuurd op een vliegveld in Eritrea, zei Debretsion Gebremichael, de leider van de Ethiopische Tigray-regio zondag. Zijn deelstaat is dan al elf dagen in conflict met de federale regering van Ethiopië.

In een sms-bericht liet Gebremichael persbureau Reuters weten dat de raketten een reactie waren op militaire acties van het naburige Eritrea, dat Tigray „op verschillende fronten” had aangevallen. Details gaf hij niet. Overheidsfunctionarissen in Eritrea en de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba konden niet worden bereikt, schreef Reuters. En zo gaat het sinds de eerste dag dat de Ethiopische premier de militaire invasie in zijn opstandige deelstaat aankondigde. Informatie komt mondjesmaat en met veel vertraging naar buiten.

Al bijna twee weken wordt er gevochten in het noordoosten van Ethiopië, tussen het Tigray People’s Liberation Front (TPLF) en het federale leger. Wat we weten is dat de Ethiopische luchtmacht aanvallen uitvoerde op militaire doelen van het TPLF, nadat dat wapens zou hebben gestolen bij een aanval op een militaire basis. Sindsdien heeft het leger volgens staatsomroep Fana 550 ‘extremisten’ gedood. Het is niet bekend hoeveel slachtoffers er aan de kant van het leger zijn gevallen.

De regering van Abiy Ahmed heeft de noodtoestand uitgeroepen. Telecommunicatie en internet in de Tigray-regio zijn afgesloten, waardoor het bijna onmogelijk is om te weten wat zich daar precies afspeelt.

Donderdagavond, negen dagen in het conflict, kwam een ooggetuigenverslag binnen uit Soedan, van een 30-jarige Ethiopiër. „Ik weet niet waar mijn familie nu is”, zei deze Filimon, een gevuchte politieman, telefonisch tegen persbureau AP. Met dertig anderen was hij na een dag lopen de grens met buurland Soedan overgestoken, maar zonder zijn vrouw en kinderen van 5 en 2 jaar. Die bleven achter in Ethiopië, of ze maakten deel uit van de 20.000 vluchtelingen die Soedan inmiddels hebben bereikt. Sommigen zeggen te zijn gevlucht voor bombardementen, anderen voor artillerievuur. Hulporganisaties in Soedan bereiden zich voor op minimaal 100.000 vluchtelingen.

Eigen verkiezingen

De spanning tussen de lokale en nationale machthebbers bestaat al veel langer. Tigray organiseerde in september nog eigen verkiezingen, wat de premier „een provocatie” noemde. De mensenrechtencommissaris van de Verenigde Naties, Michelle Bachelet, uitte vrijdag haar zorgen over schending van mensenrechten. „Het risico bestaat dat deze situatie volledig uit de hand loopt, wat leidt tot zware verliezen en vernietiging, evenals massale verplaatsingen binnen Ethiopië zelf en over de grenzen heen”, zei ze in een verklaring.

Lees ook Ethiopië stevent af op een burgeroorlog
Ethiopische christenen brandden donderdag kaarsen tijdens een dienst in hoofdstad Addis Abeba.

Zes journalisten in Ethiopië zijn opgepakt, velen klagen dat ze hun werk niet kunnen doen. „De eerste twee jaar stond Abiy ons toe verslag te doen over wat we wilden. En nu gaan we terug in de tijd”, zei de Ethiopische journalist Samuel Getachew in de Afrikaanse krant The Continent. „We mochten hem bekritiseren en zeggen wat we wilden, en plotseling wordt er toezicht gehouden op onze sociale media, en er is angst dat alles wat we zeggen ons in de toekomst zal achtervolgen.”

Belangrijke gebeurtenissen komen soms dagen later pas aan het licht. Zo werd donderdag duidelijk dat er vorige week maandagnacht tientallen en mogelijk zelfs honderden arbeiders met messen en machetes zijn vermoord in de Tigrese plaats May Cadera, aldus Amnesty International op basis van eigen onderzoek. De slachtoffers zijn Amharen, een etnische minderheid in het gebied. Het lijkt te gaan om seizoenswerkers „die op geen enkele manier betrokken waren bij het militaire offensief in de regio.”

De daders kon Amnesty niet meteen aanwijzen, maar de organisatie citeert lokale bronnen die stellen dat het TPLF het dorp uitmoordde toen dat dreigde te worden binnengevallen door het regeringsleger.

De strijd in Ethiopië kan uitlopen in een ernstig etnisch conflict. „De Ethiopische autoriteiten moeten deze flagrante aanval op burgers onmiddellijk, grondig, onpartijdig en effectief onderzoeken en de verantwoordelijken voor het gerecht brengen in een eerlijk proces”, zei Deprose Muchena, die Amnesty leidt in Oost- en Zuidelijk Afrika. Donderdagavond zei de Ethiopische premier op sociale media dat „het westelijke deel van de Tigray-regio is bevrijd”. Het leger zou volgens hem humanitaire hulp en voedsel aan de bevolking geven. Of dat klopt, kan niet worden bevestigd.

De kiem voor het conflict in Tigray werd gelegd toen premier Abiy Ahmed twee jaar geleden de macht overnam. Een kwart eeuw hadden Tigreeërs het regime gedomineerd. De spanning kwam tot uitbarsting toen de Tigrese autoriteiten Abiy Ahmed niet meer als nationale leider erkenden, omdat hij wegens corona verkiezingen uitstelde.

Ondertussen verslechtert de situatie van de lokale bevolking met de dag. In de regio is een gebrek aan meel, water en brandstof. Donderdag zei TLPF-leider Debretsion Gebremichael dat een stroomopwekkende dam bij een luchtaanval was beschadigd, waardoor de elektriciteitsvoorziening in de regio werd onderbroken. De Ethiopische regering ontkent.

Het gebrek aan echte informatie leidt tot nepnieuws. Online worden gemanipuleerde foto’s gedeeld over het conflict. Volgens de BBC hebben honderden Facebook-gebruikers een foto gedeeld waarop te zien zou zijn dat een Ethiopisch militair vliegtuig is neergehaald. Maar die foto werd in 2018 ook al verspreid door een Iraanse tv-zender, toen als een Saoedisch gevechtsvliegtuig dat in Jemen was neergeschoten.

Op 16/11 om 10.40 uur is dit stuk geactualiseerd

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 16 november 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in