Direct naar artikelinhoud
ReportageHerdenking vergisbombardement Nijmegen

Herdenking brengt het vergisbombardement van Nijmegen terug in het geheugen

Op Plein 1944 in Nijmegen worden de slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944 herdacht met hun portretten tijdelijke billboards.Beeld Marcel van den Bergh/de Volkskrant

Op 22 februari 1944, nu 75 jaar geleden, werd Nijmegen per ongeluk gebombardeerd door de Amerikanen. Jarenlang was er geen aandacht voor het ‘vergeten bombardement’. Nu wordt het groots herdacht. Mooi, vindt een overlevende: ‘Dat ze niet denken dat vrede zomaar is.’

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Het was een zonnige carnavalsdinsdag, kan Addy Hendriks-Gerrits (80) zich herinneren. Ze zat op de kleuterschool aan de Oude Stadsgracht, in het centrum van Nijmegen. In de middagpauze liep ze even vanuit de klas de gang op om iets aan haar vriendinnen te laten zien, toen ze gerommel hoorde. ‘Het was als het geluid van zware vrachtwagens.’

Een tel later lag de school in de puin. Addy kon gered worden. ‘Ik had het geluk dat ik vlak bij de kapstok naast de voordeur was.’ Haar jongere broertje Jopie kwam om, net als 23 andere kinderen en acht nonnen.

Bijna achthonderd doden (het precieze aantal is nooit vastgesteld) vielen op 22 februari 1944 bij wat bekend is geworden als het ‘vergissingsbombardement’ van Nijmegen. Amerikaanse bommenwerpers die vanwege slecht weer onverrichter zake moesten terugkeren van een missie in Duitsland, losten hun bommen op de stad in de veronderstelling dat ze nog boven Duits grondgebied waren.

Eigen vuur

Het kan ook het vergeten bombardement worden genoemd. Want anders dan dat van 14 mei 1940 op Rotterdam, waarbij een vergelijkbaar aantal doden viel, heeft het bombardement van Nijmegen nooit een prominente plek gekregen in de naoorlogse geschiedenisboeken.

‘Dat komt omdat het Amerikanen waren die het hadden gedaan’, zegt Bart Janssen, die getuigenissen van overlevenden verzamelde in zijn boek De pijn die blijft (2005). ‘Dat waren onze vrienden.’ Bovendien had na de oorlog niemand zin om terug te kijken. ‘Het land moest weer worden opgebouwd.’

Janssen ontsnapte zelf ook. Hij was toen de bommen vielen als baby van drie weken bij zijn grootouders in de Ziekerstraat, niet ver van de school van Addy Hendriks. Toen de vliegtuigen overkwamen, liep iedereen van de achter- naar de voorkamer. In een impuls trok Barts moeder de kinderwagen mee. Even later werd de achterkamer verwoest.

Vanaf de jaren tachtig kwam de belangstelling voor het bombardement weer langzaam op, vooral onder Nijmeegse burgers. In 1984 werd voor het eerst een herdenking gehouden, in 2000 werd een monument opgericht voor de slachtoffers.

Brandgrens

Dit jaar is het 75 jaar geleden dat het bombardement plaatsvond. Dat wordt groots herdacht. Donderdagavond staan veertig muziekgroepen verspreid over de brandgrens – die de contouren van de vernieling aangeeft – in de binnenstad, hardlopers gaan met fakkels langs de route. Vrijdag zijn de officiële herdenkingsplechtigheden met toespraken van onder anderen de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb en staatssecretaris Paul Blokhuis.

De organisatoren van de donderdagavond zijn oud-Gelderlanderjournalist Rob Jaspers en zijn dochter Bregje. ‘Hier stond de school van Addy Hendriks’, zegt Jaspers op de plek waar nu het gemeentehuis is en de Marikenstraat, de Nijmeegse koopgoot. Onder twee oude kastanjebomen die nog van vóór de oorlog dateren, staat een ijzeren schommel: het monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers.

In luttele 22 seconden trokken veertien bommenwerpers met 144 brisant- en 426 splinterbommen een spoor van vernieling dwars door de oude binnenstad. Hele winkelstraten, inclusief de oude V&D, werden weggevaagd. De Stevenskerk werd geraakt door een voltreffer, een deel van de toren stortte neer in de straat.

Plein 1944 in het centrum dankt niet alleen zijn naam, maar ook zijn bestaan aan de oorlog, zegt Jaspers: ‘Vóór het bombardement liepen hier drie straten.’ Voor de herdenking zijn nu op het plein borden neergezet met de namen van 771 gedocumenteerde slachtoffers.

Puinruimen na het bombardement op Nijmegen. Er vielen 800 doden. De NSB buitte het bombardement uit voor hun propaganda. Deze foto is afkomstig uit het archief van de Fotodienst der NSB.Beeld NIOD Institute for War, Holocaust and Genocide Studies/Wikimedia Commons

Massagraf

Tekenend voor de mentaliteit van destijds is dat de doden van het bombardement in een massagraf naast de Graafseweg werden gestopt. Een deel is later elders herbegraven. Jaspers: ‘Volgens de deken van de katholieke kerk moesten we het verlies van Nijmegen zien in het teken van het lijden van Christus.’ ‘God kastijdt wie hij liefheeft’, kopte zijn eigen krant in 1945.

Burgerslachtoffers tellen niet mee in een oorlog, zegt Jaspers. ‘Bij geallieerde bombardementen zijn in Nederland tienduizend burgerdoden gevallen. Wie weet dat? Dat is de waanzin van de oorlog.’

Jaspers en zijn dochter namen twee jaar geleden al het initiatief om de brandgrens van het bombardement te markeren met plaatjes met daarop de namen van de slachtoffers. Het werd vrijwel geheel bekostigd met geld van burgers.

Bij de 75-jarige herdenking wilde Jaspers nieuwe groepen betrekken. Hij sprak met vluchtelingen en de supportersvereniging van NEC – de voetbalclub houdt vrijdag 1 minuut stilte voor de wedstrijd.

Leden van Futsal Shabbab, dat sportactiviteiten organiseert voor jongeren in achterstandswijken, zetten donderdag lichtjes op de herdenkingsplaatjes. De animo was enorm, aldus Jaspers. ‘Ik had er twintig verwacht, het werden er 75. Allemaal jongens die nog nooit van de oorlog hadden gehoord.’

Massagraf
Beeld de Volkskrant

Dweilorkest

Tussen de muziekgroepen langs de route speelt zelfs een dweilorkest. Want het was per slot van rekening carnaval, toen het bombardement plaatsvond, zegt Jaspers. Niet dat ze hoempapa moeten spelen. ‘Maar ik wil geen dramatische muziek, ik wil optimisme. De slachtoffers hadden een droom. Die moet de muziek verbeelden.’

Addy Hendriks zal er ook zijn. Met haar koor OBK uit Beuningen, heeft ze een plekje gekregen naast de schommel, vlak bij waar ze 75 jaar geleden haar broertje verloor.

Na de oorlog werd in veel gezinnen nooit meer over het bombardement gesproken, weet Addy. ‘Iedereen was bezig zijn leven weer op gang te krijgen.’ Ze vindt het mooi dat het nu zoveel aandacht krijgt. Voor de slachtoffers en voor de jeugd van nu. ‘Dat ze niet denken dat vrede zomaar is.’

Addy heeft zich nog jarenlang schuldig gevoeld dat ze haar broertje achterliet in de klas. Tot ze hoorde van een vriendinnetje dat haar zusje wel had meegenomen. Dat zusje was alsnog omgekomen. ‘Toen kon ik het loslaten.’