Direct naar artikelinhoud
InterviewJacinda Ardern

Premier Nieuw-Zeeland over Christchurch: ‘Wat is het juiste om te zeggen als 51 mensen zijn vermoord?’

Jacinda Ardern in Melbourne in juli. ‘Door de sociale cohesie te stimuleren strijden we tegen alles wat het mogelijk maakt dat de haat zich kan vormen en ontwikkelen.’Beeld Getty

Jacinda Ardern, de premier van Nieuw-Zeeland, baarde opzien met haar warme en doortastende optreden na de aanslag in Christchurch, die 51 mensen het leven kostte. ‘Ze waren een deel van ons, van wie we zijn, dat wilde ik overbrengen’, zegt ze dinsdag na het bezoek van premier Rutte in Auckland.

De Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern was op 15 maart op weg naar de opening van een nieuwe school toen het telefoontje kwam. In Christchurch was een man een moskee binnengedrongen waar hij vrijwel iedereen die op zijn pad kwam – mannen, vrouwen, kinderen – had doodgeschoten. Daarna was hij naar een tweede moskee gereden, waar hij nog meer gelovigen had beschoten. Via een camera op zijn helm had de man de aanslag live uitgezonden op Facebook. De 17 minuten durende film ging razendsnel de wereld over: elke seconde verscheen een nieuwe versie op YouTube.

Aan de 39-jarige Ardern de taak om het land toe te spreken in een persconferentie. In een hotel krabbelde ze notities op een A4’tje. ‘They are us’, schreef Ardern, woorden die in de dagen erna door vele Nieuw-Zeelanders herhaald zouden worden, omdat ze het gevoel van het land verwoordden.

‘Ik herinner me nog heel goed hoe ik me voelde toen ik besefte dat een heel specifieke groep in onze gemeenschap doelwit was geworden’, vertelt Ardern dinsdag in de theekamer van het gouverneurshuis in Auckland, in de marge van een bezoek van premier Rutte. ‘Ik wist dat een deel van hen geboren was in Nieuw-Zeeland en dat veel anderen migranten of vluchtelingen waren. Het ging om een deel van onze gemeenschap die was aangevallen door iemand van buiten. Ze waren een deel van ons, van wie we zijn. Dat wilde ik overbrengen.’

Ardern baarde in de dagen en weken erna opzien door haar warme en doortastende optreden. Ze kondigde een verbod af op halfautomatische wapens en gelastte een onderzoek naar de vraag hoe de inlichtingendiensten de dader, een 28-jarige Australiër die in Nieuw-Zeeland woonde, over het hoofd hadden kunnen zien. Maar boven alles toonde ze medeleven. Met een zwarte hoofddoek om bezocht Ardern de nabestaanden. Ze omhelsde ze, luisterde naar hen en toonde emoties. ‘We kunnen niet beseffen hoeveel pijn u heeft, maar we zullen om jullie heen staan’, zo sprak ze hen toe.

Ook Rutte loofde dinsdag het optreden van Ardern na de aanslag, nadat hij op het gazon met een traditionele Maori-dans welkom was geheten. ‘Ik wil u bedanken voor het leiderschap dat u hebt getoond’, aldus de premier.

Hoe wist u wat het juiste was om te zeggen?

‘Wat is het juiste als 51 mensen op zo’n manier zijn vermoord? Er zijn geen instructies voor zo’n moment, ik had alleen mijn instinct. En ik denk als een kiwi (Nieuw-Zeelander, red.). Mensen hebben het vaak over wat ik heb gedaan, maar ik was maar een klein onderdeel van de solidariteit die duizenden Nieuw-Zeelanders lieten zien.’

In het parlement verklaarde u de naam van de dader nooit te zullen uitspreken. ‘Hij zal, als ik spreek, naamloos zijn’, zei u. Waarom?

‘Het was duidelijk dat hij berucht wilde worden, zoals andere aanslagplegers voor hem aan wie hij refereerde in zijn manifest. Ik vond dat we moesten proberen hem dat te ontnemen.’

Op straat merkte je in de dagen na de aanslag vooral ongeloof: hoe kan zoiets in het kleine en tolerante Nieuw-Zeeland gebeuren? Maar ook onder Nieuw-Zeelanders zijn mensen die rechts-radicale gewelddadige ideologieën aanhangen. Wat doet u daartegen?

‘Ik denk dat we er open over moeten zijn dat we geen perfect land zijn. We hebben onze diensten die proberen te voorkomen dat zo iemand ons opnieuw wil raken. We willen de wet tegen haatzaaien aanpassen, omdat religie daar nu niet onder valt en dat is een lacune. We spreken met religieuze leiders over het beschermen van religieuze vrijheden en we werken aan een strategie om migranten en vluchtelingen aan het werk te helpen om integratie te bevorderen.’

Ardern bij een moskee in Wellington op 17 maart, twee dagen na de aanslag.Beeld Getty

Het probleem was niet integratie, maar een kwaadaardige ideologie.

‘Juist daarom moeten we een samenleving bouwen waar geen plek is om die ideologie te ontwikkelen. Als je er niks aan doet, kan racisme sluimeren, ongemerkt geaccepteerd raken en groeien totdat het verhardt in extreme ideologieën. Dus door de sociale cohesie te stimuleren strijden we tegen alles wat het mogelijk maakt dat die haat zich kan vormen en ontwikkelen. En uiteindelijk zijn het gewoon dingen die we onze kinderen willen leren hè: vriendelijkheid, medeleven, empathie en basale menselijkheid.’

Hebben u en de inlichtingendiensten de dreiging uit rechts-extremistische hoek niet onderschat?

‘Ik denk dat je dit debat nu wereldwijd ziet. Zelf moet ik wachten op de uitkomsten van het onderzoek. Dat gaat over deze vraag en de samenleving verdient een goed antwoord.’

Is er ook een politiek antwoord nodig?

‘Ik denk niet dat dit om een politiek antwoord vraagt, jij wel? Politiek moet er juist verre van blijven. We zijn het er toch met zijn allen over eens dat we de wereld moeten vrijwaren van gewelddadig extremisme en terrorisme online? Ik hoop tenminste van wel. Ik hoop ook dat wij politici accepteren dat dit soort problemen geen nationale grenzen kennen. Ik kan niet in mijn eentje strijden tegen haatideologieën op sociale media, anderen moeten hetzelfde doen.’

Na de aanslag lanceerde Ardern samen met de Franse president Macron, een generatiegenoot, een diplomatiek offensief om wereldleiders en de techgiganten Facebook, Twitter, Google en Microsoft zover te krijgen actie te ondernemen tegen de verspreiding van extremistisch geweld op internet.

De ‘Christchurch Call’ moet voorkomen dat een terrorist ooit weer miljoenen mensen bereikt met een moordvideo. Afgelopen september tekenden de techbedrijven en zo’n vijftig landen een akkoord. Een onafhankelijke organisatie, betaald door de techbedrijven, moet onderzoek gaan doen en oplossingen bedenken.

Hoe overtuigde u Facebook-baas Mark Zuckerberg om mee te werken?

‘Ik heb twee keer telefonisch met hem gesproken. Overtuigen was niet nodig. We hebben misschien andere ideeën over hoe snel we dit moeten oplossen, hoever we moeten gaan en in hoeverre ze hun data moeten delen, maar dat is een gezonde discussie.’

De techbedrijven hebben hun eigen belangen en hun verdienmodel hangt mede af van de vrijheid om ongehinderd content op sociale media te plaatsen. Wanneer ging Zuckerberg overstag?

‘Ik denk op het moment dat iemand je platform gebruikt om live de moord op 51 mensen uit te zenden.’

Dat zei hij?

‘Dat is het gevoel dat ik vanaf het begin heb gehad bij Facebook. Meteen na de aanslag vlogen ze mensen hierheen. Ze hebben ook echt veel werk gestoken in het verwijderen van de video. In totaal hebben ze de eerste vierentwintig uur 1,5 miljoen video’s van Facebook moeten verwijderen. 1,2 miljoen daarvan werden automatisch geblokt door hun detectiesysteem, dus daaruit leid ik af dat ze veel versies handmatig hebben verwijderd. Overigens zijn er dus mensen die die dag hun tijd en energie staken in pogingen de video langs het detectiesysteem van Facebook te krijgen. Ik weet niet waarom iemand dat zou willen, maar dat is de realiteit.’

In 2017 werd Ardern – die opgroeide in het arme dorpje Murupara , waar haar vader politieagent was en haar moeder de schoolkantine runde – op haar 37ste de jongste Nieuw-Zeelandse premier in de afgelopen 150 jaar. Met een ouderwets linkse campagne en een Obama-achtige slogan – ‘Let’s do this’ – had ze Labour uit het slop weten te trekken.

Vorig jaar haalde ze wederom de internationale pers: ze werd de tweede vrouw ooit die tijdens het premierschap een kind kreeg. Ook nam ze haar partner en dochter mee naar de VN, waar Ardern tussen de vergaderingen door borstvoeding gaf.

Topvrouw Sheryl Sandberg van Facebook zei dat u een rolmodel bent voor meisjes over de hele wereld.

Ardern moet lachen. ‘Ach, dat weet ik niet hoor. Daar denk ik niet zo over na. Net als de meeste ouders voelt het soms alsof de logistiek rond ons kind slechts millimeters verwijderd is van totale rampspoed. Wij hebben geen nanny, we doen het net als de meeste ouders met zijn tweeën en met hulp van onze familie. Dus als ik vrouwen kan helpen is dat geweldig, maar als ik van huis ga kijk ik toch vooral of er geen melkvlekken op mijn broek zitten.’

Dit doe-maar-gewoon-imago doet het goed in het hiërarchieschuwe Nieuw-Zeeland, waar Ardern ruim aan kop gaat in alle premierspeilingen. Het lijkt niet gespeeld. De premier draagt relatief simpele kleren – ‘voor vandaag heb ik een jasje geleend’, relativeert haar rol voortdurend en schenkt zelf de koffie in voor het bezoek. Deze zomer kocht ze voor het eerst een pak, vertelt ze. ‘Felrood, dus niet echt traditioneel. Het is geen teken dat ik mijn baan niet serieus neem, maar ik probeer gewoon mezelf te zijn. En dat is blijkbaar iemand die geen broekpakken draagt.’

De baan heeft u nog niet veranderd?

‘Nee. Nou ja, dat is niet helemaal waar. Heeft 15 maart me veranderd? Ongetwijfeld. Je kunt niet van zo dichtbij een gemeenschap geraakt zien worden zonder dat het jezelf ook wat doet.’

Waar merkte u dat aan?

‘Dat weet je gewoon, in de manier waarop je de wereld beziet… Maar het maakt me ook trots, op Nieuw-Zeeland en hoe we reageerden. Er waren jongeren die een haka (traditionele Maori-dans, red.) deden in het park voor de moskee, vrijwilligers die de moskee kwamen beveiligen, schoolkinderen die gelovigen kwamen toezingen. Daar zag ik de ware aard van Nieuw-Zeelanders.’