Copyright of Arman Zhenikeyev

Psychologen zouden chaos moeten structureren en mensen houvast bieden, maar dat lijken ze nu net niet te doen

Klinisch psycholoog Stef Joos stelt zich vragen bij hoe psychologen omgaan met de coronacrisis. Is het wel een goed idee dat ze enkel nog online beschikbaar zijn? Leggen ze niet te weinig de nadruk op de veerkracht van de mens? Is de zorg voor zorgverleners wel doeltreffend?

opinie
Stef Joos
Klinisch psycholoog, systeemtherapeut verbonden aan PC Bethanië, Zoersel en al jarenlang actief binnen de langdurige psychiatrische zorg.

Corona beheerst het nieuws. We zagen verschrikkelijke beelden uit Italië en Spanje. Het dodental, ook in ons land, is het hoofdpunt van elk journaal. Een mens zou er moedeloos van worden. Experts maken zich naar eigen zeggen dan ook zorgen om de “psychische ontreddering die het gevolg kan zijn van al dat nieuws dat ons bang maakt” en “de trauma’s die aangericht worden”. Het zijn die experts die ons (en de overheid) waarschuwen voor een “tsunami aan zorgvragen” nu én straks als de coronastorm is gaan liggen.

Er is ook grote bezorgdheid over “de helden”. Zij die onverschrokken de zorg blijven dragen “in de frontlinie” (oorlogsretoriek is ons ook niet vreemd, dezer dagen, met dank aan de Franse president Emmanuel Macron). Zij zouden zich straks overwerkt, met een burn-out, met niet te stillen stress ten gevolge van de strijd met de dood en masse aandienen bij de psychologen die hopelijk dan terug in levende lijve aanwezig zullen zijn.

Je zou dan denken dat psychologen en allerlei hulpverleners helpen de chaos wat te structureren en de mensen wat houvast of geruststelling te bieden. Dat lijken ze me nu net niet te doen…

Online is de norm

Eén van de factoren die de beperkte mogelijkheden van psychologen om de angst wat te begrenzen, verklaart, heeft te maken met de overheidsrichtlijn dat psychologen zo maximaal mogelijk online moeten werken (“online is de norm”).

Nochtans kunnen zelfstandige psychologen zich erg makkelijk aan de richtlijnen over “social distancing” houden. De bijkomende richtlijn om maximaal online te werken, lijkt te suggereren dat de algemene voorzorgsmaatregelen waaraan iedere Belg zich houdt, niet volstaan in een zorgcontext. Of suggereert dat psychologen voorzichtiger zijn dan de andere hulpverleners (thuisverpleegkundigen, familiehelpsters, …) die gewoon verder werken. Geruststellende boodschappen belichamen is erg moeilijk als je jezelf verschuilt achter veilige schermen.

Persoonlijk denk ik dat we, als beroepsgroep, in het concreet werken met mensen, falen. 

De mogelijkheden om patiënten gerust te stellen door ook in deze verwarrende tijden een baken van rust te zijn en gewoon beschikbaar te blijven zoals anders, wordt ook erg belemmerd omdat, zo blijkt uit een oppervlakkige bevraging onder therapeuten, ongeveer 80 procent van de mensen hun lopende begeleiding afronden of uitstellen als ze alleen online mogen spreken.

Persoonlijk denk ik dat we, als beroepsgroep, in het concreet werken met mensen, falen. We laten mensen in de kou staan terwijl het buiten volop stormt.

In de media

Ook de boodschappen van onze collegae in de media klinken ook niet bepaald geruststellend. Deze tijden zouden “traumatiserend” zijn. Mensen lopen door de angst voor Corona en de quarantaine enorme psychologische schade op die straks een stormloop op de GGZ-hulpverlener gaat doen ontstaan. Dat wordt dan verteld met een zekerheid en vanzelfsprekendheid die mij verbaast.

Omdat het, bij mijn weten, de eerste keer is dat ons dit overkomt. En we dus erg weinig weten over de impact van zo’n collectieve angst en collectieve maatregelen. Omdat het op een vrij absolute manier abstractie maakt van de weerbaarheid en veerkracht van de meeste mensen.

Natuurlijk zijn we allemaal kwetsbaar, dat ontken ik niet. En bestaat inderdaad de kans dat er hier en daar mensen de voortdurende angst en stress waarin ze nu soms gevangen zitten, moeilijk te boven gaan komen. En natuurlijk zullen mensen die sowieso eerder een beperkt “gevoel van basisveiligheid” ontwikkelden het soms erg moeilijk krijgen. En natuurlijk is rouw ingewikkelder nu afscheid nemen zo lastig is en de zo noodzakelijke troostende knuffel er niet meer is.

Wij zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Er zijn erg makkelijk lotgenoten te vinden

Maar daarnaast staan al die mensen die straks weer zullen rechtveren. Die zichzelf en al die onheilsprofeten gaan verbazen. Wat daarin een erg belangrijke rol kan spelen is het feit dat dit, anders dan bv. de aanslag in Zaventem, ons allemaal en collectief overkomt. Wij zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Het is voor iedereen lastig.

Dat maakt, denk ik, dat de last makkelijker te delen is. Dat je, al is het via videocall, bij al je vrienden en familieleden herkenning kan vinden voor wat zo lastig is. Het geworstel met lege tijd, kinderen die niet meer naar school kunnen en aandacht opeisen, de rare sfeer in supermarkten, het gemis aan een ontspannen avond op café, de vakantieplannen die uitgesteld moeten worden, … Er zijn erg makkelijk lotgenoten te vinden.

Misschien zou het ons sieren als beroepsgroep om, in plaats van voortdurend te stellen dat er een tsunami op komst is, geruststellende gedachten als de bovenstaande wat in de verf te zetten? Ons vertrouwen in de veerkracht van mensen wat te belijden? Rustig te zijn en rust uit te stralen nu iedereen zo ontredderd doet.

In de plaats van allerlei goedbedoelde initiatieven op poten te zetten als gratis therapie, allerlei online-modules te verspreiden die mensen doen denken dat ze ons nu nodig hebben, beweren dat de hulpvragen vertienvoudigen (in de praktijk zeggen hulpverleners dat ze geen vragen meer krijgen), … zouden we ook gewoon kunnen laten weten wie nog werkt, wars van de overheidsrichtlijnen en mensen ontvangt zoals we dat normaal altijd doen ?

De zorg voor de zorgers

Een tweede duidelijke tendens in deze tijden is de grote bekommernis voor de zorgers. Allerlei initiatieven ontstaan om hen “psychologisch bij te staan”. Psychologen verzamelen zich en stellen zich gratis ter beschikking voor de ontredderde collega-zorgverlener die lange shiften draait en voortdurend met ernstig lijden en dood geconfronteerd wordt op spoeddiensten en intensieve zorgen.

In hun plaats wordt er dus een aanbod gecreëerd door mensen erg ver van die zorg. Door psychologen die die zorg bij voorkeur online en veilig vanuit hun bunker aanbieden. Erg geloofwaardig allemaal, denk ik dan in stilte.

Moeten we niet meer vertrouwen op de verpleegkundigen en artsen zelf? Op de manieren die teams spontaan zoeken om elkaar bij te staan? 

In ziekenhuizen worden psychologen die diensten opgestuurd om de verpleegkundigen en artsen te ondersteunen. Misschien is dat helpend, ik weet het niet. Soms wellicht. Soms wellicht niet.

Maar moeten we niet meer vertrouwen op die mensen zelf? Op de manieren die teams spontaan zoeken om elkaar bij te staan? Op de whatsapp-groepjes die ze oprichten om steun te delen, om grappige filmpjes die circuleren en wat troost bieden te delen, om hoop vast te houden (“vandaag weer vier mensen naar huis”)? Op de “corona-rondjes” die georganiseerd worden tussen gelijken voor of na elke shift waarin ze aan elkaar vragen hoe het gaat?

Moeten we ook hier niet bescheiden zijn? En wat meer vertrouwen hebben in de manier waarop al die hulpverleners en al die teams omgaan met wat er gebeurt en wat hen overkomt? Moeten we niet beseffen dat we hen de ruimte en tijd moeten geven om, in deze voor hen erg moeilijke tijd, zelf te zoeken wat hen steunt en helpt?

Misschien lopen psychologen (hen) soms in de weg…

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen