Direct naar artikelinhoud

Minister Grapperhaus: ‘Betekenis Februaristaking valt niet te overschatten’

“De betekenis van de Februaristaking valt niet te overschatten.” Die woorden sprak minister Ferd Grapperhaus (Veiligheid en Justitie) dinsdag bij de herdenking van de Februaristaking in Amsterdam. 

Minister Ferd Grapperhaus, Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib en Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn bij de herdenking.Beeld ANP

“In heel Europa is dit het enige massale protest tegen de Jodenvervolging door de nazi’s geweest,” zei de minister. “Te midden van verwording was het een krachtig signaal: ja, er is nog goedheid in de wereld. En nee, deze gruwel is niet het nieuwe normaal en zal dat ook nooit worden.”

“Waar de Nederlandse overheidsinstanties het lieten afweten als hoeders van recht en veiligheid, sprongen burgers wel voor hun medeburgers in de bres”, ging hij verder. “Met deze publieke bekommernis om het lot van de ander boden ze de hele wereld weer zicht op alles wat mensen, het leven en de wereld mooi maakt.”

De bijeenkomst was bij het monument De Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein. Op deze plek dreven de nazi’s in 1941 honderden Joodse mannen bijeen en namen ze mee. De meesten overleefden niet. Met de woorden ‘STAAKT! STAAKT! STAAKT!’ riep de Communistische Partij Nederland op 25 februari van dat jaar arbeiders op zich te verzetten tegen de razzia. In rap tempo sloten tienduizenden Amsterdammers zich bij hen aan. Een dag later breidden de protesten zich uit naar de Zaanstreek, Weesp, Hilversum, Haarlem, Velsen, Utrecht en Muiden.

Schrijver Jan Terlouw vertelde tijdens de herdenking over het moment waarop hij hoorde over de vernietigingskampen, kort na de bevrijding in 1945. “Ik was dertien jaar, ik zal het nooit vergeten. De verbijstering. Die verbijstering is gebleven, tot op de dag van vandaag.” Hij refereerde ook aan het toenemende antisemitisme en riep op waakzaam te zijn. “Het helpt als we de moedige organisatoren van de staking 79 jaar geleden niet vergeten. Zij zagen dat onrecht was gedaan en ze kwamen in actie; ze betaalden er een hoge prijs voor. Mede door hen leven we in welvaart in een democratisch land, waarin de overheid de rechten van burgers moet, maar ook wil respecteren.”

Jan Terlouw bij de herdenking.Beeld ANP

Tijdens de bijeenkomst zong Jeangu Macrooy, die Nederland dit jaar vertegenwoordigt op het Eurovisiesongfestival, zijn zelfgeschreven lied Brave Enough. Tijdens het defilé werden bloemen en kransen gelegd.

Lees hier de volledige tekst van de speech van minister Grapperhaus

‘Dames en heren,

Probeer u te verplaatsen naar de 25e februari 1941. De nazi-ideologie heeft bezit genomen van grote delen van Europa. Overal worden Joden vervolgd, onteigend, vermoord. Tot voorbij Midden-Europa regeren het recht van de sterkste, wreedheid en willekeur.

Velen zijn bang en kijken weg. Ze weten niet wat te doen en wat te vinden. Noties van beschaving, recht en menselijkheid dreigen te verworden tot zinloze abstracties uit een verleden dat met iedere misdaad verder weg lijkt.

Ook in ons land. Op de deuren van café’s borden met de tekst ‘Joden niet gewenscht’. In de voorgaande dagen hebben de eerste razzia’s op Nederlands grondgebied plaatsgevonden.

Heeft de bezetter gewonnen en is dit het nieuwe normaal? Mensen als Leendert Schijveschuurder, Hermanus Coenradi, Joseph Eijl, Eduard Hellendoorn en tienduizenden anderen geven op die 25e februari het antwoord. In naam van de Communistische Partij Nederland komen ze openlijk in verzet tegen de vervolging van hun Joodse medeburgers. De algemene staking breidt zich uit van Amsterdam naar de Zaanstreek, Haarlem, Velsen, Bussum, Weesp, Muiden, Utrecht en Hilversum. In die laatste plaats alleen al zouden die dag tienduizend mensen openlijk hebben gedemonstreerd.

Al die mensen maken op 25 februari 1941 een keuze. Een keuze die ver uitstijgt boven hun eigenbelang.

En wij, nu? Wij allen zien ons weleens gesteld voor gewetensvragen. Staan we dan op of laten we zaken passeren? Ik worstel vaak met die vraag. Zelfs vanuit mijn uiterst comfortabele positie met rugdekking van onze huidige rechtsstaat.

Schijveschuurder, Coenradi, Eijl en Hellendoorn hadden die rugdekking niet. Toch stonden ze op. Zij waren ook de eersten die daarvoor met hun leven moesten betalen. Evengoed is de Jodenvervolging doorgegaan. Maakt dat hun offer zinloos?

Geen sprake van. De betekenis van de Februaristaking valt niet te overschatten. In heel Europa is dit het enige massale protest tegen de Jodenvervolging door de nazi’s geweest. Temidden van verwording was het een krachtig signaal: ja, er is nog goedheid in de wereld. En nee, deze gruwel is niet het nieuwe normaal en zal dat ook nooit worden.

Waar de Nederlandse overheidsinstanties het lieten afweten als hoeders van recht en veiligheid, sprongen burgers wel voor hun medeburgers in de bres. Met deze publieke bekommernis om het lot van de ander boden ze de hele wereld weer zicht op alles wat mensen, het leven en de wereld mooi maakt.

Ik voel dat als een opdracht. Er wordt van mij gelukkig niet de heldenmoed gevraagd die een man als Leendert Schijveschuurder toonde op 25 februari 1941. Want in onze rechtsstaat kun je opstaan tegen uitsluiting en willekeur. In onze rechtsstaat kun je opkomen voor de ander, voor medemenselijkheid, recht en rechtvaardigheid. Dat kan. Dat mag. Dat moet.

Dat moet. Ik hou mezelf dat iedere ochtend voor.

Dank u wel.’

Lees hier de volledige tekst van de speech van Jan Terlouw

‘Op 26 juli 1581 ondertekenden een aantal provincies van de Habsburgse Nederlanden een plakkaat, dat de ‘Acte van Verlatinghe’ heette, waarin ze Filips II afzetten als hun heerser. Waarom deden ze dat? Het essentiële in de verklaring was dat een koning die de rechten van de bevolking niet respecteerde, als een tiran kon worden beschouwd en kon worden afgezworen.

Het is de grondslag van waaruit de Staat der Nederlanden is ontstaan en ik zie de Februaristaking in 1941 als een bevestiging van die grondslag.

Het is welbekend: het weekend voor 25 februari had de Duitse Politie in de buurt van het Waterlooplein honderden Joodse mannen uit hun huizen gesleurd. De illegale Communistische Partij van Nederland heeft vervolgens opgeroepen om te gaan staken, als protest tegen deze terreur, en daar werd massaal gevolg aan gegeven. Ons land heeft veel verkeerd gedaan in de Tweede Wereldoorlog, maar dit was wel het enige massale protest tegen deportaties van Joden in Europa.

Een overheid heeft de taak de rechten van zijn burgers te respecteren en te beschermen. Het is de basis van de democratische rechtsstaat zoals die zich na het Plakkaat van Verlatinghe heeft ontwikkeld. Hoezeer de eigenmachtige, onrechtmatige Duitse overheid zich daar niet aan hield, hebben de Duitsers zelf, maar zeker de bevolkingen van de bezette gebieden ondervonden. Ik was een kind in de oorlog, maar ik weet nog hoe het voelde: de overheid, die onrechtmatige Duitse overheid, is niet je beschermer, het is je vijand, ze doen aan willekeur, ze pakken volstrekt onschuldige burgers op en schieten ze dood als gijzelaar. De moedige initiatiefnemers van de staking zijn vervolgd, hebben tuchthuisstraffen gekregen, ze zijn gefusilleerd, ze zijn te weten gekomen wat je te wachten hebt van een niet democratische, heerszuchtige, onrechtvaardige overheid. Dus feitelijk hebben ze laten zien hoe gerechtvaardigd de staking was.

Macht verblindt. Macht is zoiets gevaarlijks. Macht corrumpeert. Macht is verslavend. Macht leidt tot het aantasten van de rechten van burgers. Daarom moet macht tijdelijk zijn. En waar mogelijk gekozen. En afzetbaar. De garanties van de rechtsstaat. We hebben het steeds weer zien gebeuren in de geschiedenis. En ook hebben we gezien hoe belangrijk het is dat burgers daar tegen protesteren. Als overheden onrechtvaardig handelen tegenover de burgers is verzet nodig. En dat is dan meestal zeer gevaarlijk voor die burgers. Er wordt een hoge tol betaald. Ook na de Februaristaking gebeurde dat.

Dat is een reden om te herdenken. Uit respect voor de moedigen. En om de grote betekenis van verzet tegen onrecht te blijven onderstrepen.

In een democratische rechtsstaat kan ook de overheid voor de rechter worden gedaagd. In het huidige Nederland gebeurt dat gelukkig ook. We hebben er recent voorbeelden van gezien. En de overheid heeft zich te houden aan een rechtelijke uitspraak. Ook dat gebeurt in ons land en dat is een grote verworvenheid. Scheiding der machten, een garantie voor de burgers (voor wie de overheid er is).

De februari-staking volgde op het oppakken van Joodse mannen. Kort na de bevrijding in 1945 hoorden we van de vernietigingskampen. Ik was dertien jaar, ik zal het nooit vergeten. De verbijstering. Die verbijstering is gebleven, tot op de dag van vandaag. Dit kon dus gebeuren in een hoog ontwikkelde staat. Een zo onbeschrijfelijke misdaad is dus mogelijk als in een land dat democratie heeft gekend, maar waar de macht in handen van misdadigers is gekomen en hen niet meer afgenomen kan worden door een stembusuitslag, maar pas na zes bloedige oorlogsjaren. Aan de basis lag racisme, eigendunk, superioriteitsgevoel, ik ben meer dan jij. Ik ben van een hogere soort.

Racisme kent vele vormen en het leidt nooit tot iets goeds, of het nu gebaseerd is op huidskleur, ras, religie, cultuurverschil, of wat dan ook. Het is altijd een bron voor verdeeldheid en onrecht.

De aanloop naar en het verloop van de Tweede Wereldoorlog heeft ons toch minstens geleerd dat we waakzaam moeten zijn, waakzaam voor het beschermen van de democratische rechtsstaat. De stakers in februari 1941 begrepen dat en ze durfden te handelen.

Intussen neemt het antisemitisme weer toe. Zijn we waakzaam? Het helpt als we de moedige organisatoren van de staking negenenzeventig jaar geleden niet vergeten. Zij zagen dat onrecht was gedaan en ze kwamen in actie; ze betaalden er een hoge prijs voor. Mede door hen leven we in welvaart in een democratisch land, waarin de overheid de rechten van burgers moet, maar ook wil respecteren. Een land waarin de wetgevende en de rechterlijke macht onafhankelijk van elkaar opereren. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar ik denk dat het goed is om af en toe maar eens even bij elkaar te komen, zoals vandaag, om er aan te denken wat er ook kan gebeuren. Elkaar er aan te herinneren dat we waakzaam moeten zijn. En met dankbaarheid te denken aan hen die dat waren.’