Direct naar artikelinhoud

Leesvaardigheid / Leesmoeders zijn niet langer nodig

Op basisschool De Morgenster in Sleeuwijk leerden steeds minder leerlingen goed lezen. Een trend die volgens de inspectie van het onderwijs in het hele land zichtbaar is. Maar De Morgenster wist het tij te keren. Er werd afscheid genomen van de leesmoeders, en de juffen en meesters gingen zich zelf actief met de zwakke lezertjes bemoeien. Het succes verbaasde zelfs de leerkrachten.

Achterin groep 5 van de christelijke basisschool De Morgenster in Sleeuwijk oefent juf Marjan Bosselaar (24) met vier kinderen woordjes die beginnen met ’ge’. Een 9-jarig meisje leest voor: „Geraamten, getallen, gevallen, gezichten.” Dit zijn de kinderen die iedere ochtend bijgespijkerd worden omdat ze in lezen achterlopen. De leerlingen houden met potlood ingekleurde grafieken van hun eigen vooruitgang bij. Een van hen toont het resultaat. Hij las de vijftien woordjes die telkens op rij geleerd worden onlangs nog in 53 seconden, met 4 fouten. Inmiddels leest hij ze in 25 seconden en heeft ze alle vijftien goed. Zo hoopt juf Marjan dat deze vier kinderen binnenkort het leesniveau halen dat bij deze groep past. Drie jaar geleden ging het nog heel anders toe op deze school met 430 leerlingen. In groep drie kregen de kinderen voor het eerst les in ’technisch lezen’. „Daarmee bedoelen we puur het verklanken van de tekst, hardop en vlot een verhaal kunnen lezen. Het heeft niet te maken met het begrijpen van de tekst, maar begrijpend lezen is wel onmogelijk zonder goed te kunnen technisch lezen”, legt directeur Wim Marinissen (50) uit. Halverwege groep 3 waren alle letters en lettercombinaties aan de beurt geweest. In groep 4 begon het lezen in groepjes onder leiding van een ouder, meestal een moeder. Er werd nog af en toe klassikaal gelezen. „Maar we verwachtten dat het leren lezen verder wel vanzelf ging.” Dat was niet het geval. In 2003 bleek dat gemiddeld 16 procent van alle leerlingen van De Morgenster niet konden lezen op het niveau dat bij hun leeftijd past. Marinissen: „Wij zijn een school met weinig achterstandsleerlingen, deze score is voor onze kinderen veel te slecht. Ook de inspectie vond dat.”Het lezen met groepjes onder leiding van moeders is op veel basisscholen nog altijd gewoonte, vertelt Kees Vernooy, werkzaam voor CPS Onderwijsontwikkeling en advies, een landelijk adviesbureau dat gevestigd is in Amersfoort. Vernooy houdt zich bezig met het verbeteren van de leesresultaten van scholen. „Het lezen met ouders in groepjes op school heeft geen positieve effecten op de leesontwikkeling.” Ook op scholen met veel achterstandsleerlingen wordt nog met leesouders gewerkt, weet hij. Terwijl op zwarte scholen in de grote steden en in bepaalde plattelandsgebieden de percentages van leerlingen die slecht lezen soms nog veel hoger zijn. „Het komt voor dat meer dan een derde van de leerlingen al aan het eind van groep 4 achterloopt en die achterstand niet meer inhaalt.” Dat heeft volgens hem niets met de achtergrond van de leerlingen te maken. „Uit alle onderzoeken blijkt dat iedereen technisch kan leren lezen. Alleen de dyslectici, dat is zo’n 4 procent van de bevolking, hebben daar problemen mee. Toch is een kwart van alle leerlingen aan het eind van de basisschool een zwakke lezer. Er is sprake van een brede leescrisis in Nederland.”Het lerarenteam van De Morgenster realiseerde zich dat het anders moest, maar hoe? Laurien van Oosten-Bekendam (49), adjunct-directeur: „Wij hebben het leesonderwijs tot speerpunt voor onze school gemaakt. Bijvoorbeeld door niet langer iedere dag met de kring, dagopening en het bijbelverhaal te beginnen, zoals op de meeste christelijke scholen nog gebeurt. Wij lezen in elke groep voortaan iedere dag van half negen tot negen uur. Daarna is er pas tijd voor de kring.”De leesouders werden afgeschaft, de juffen en meesters bijgeschoold. Ze kregen vooral nieuwe ideeën aangereikt om het lezen voor de kinderen aantrekkelijker te maken. Dat begint al in groep 1, bij de kersverse kleuters, vertelt Van Oosten-Bekendam. Zo krijgt bijvoorbeeld iedere letter een doos met erin voorwerpen die met de letter beginnen, dus in de letterdoos ’s’ zitten een sleutel en een schrift. Of het thema ’de zee’ wordt op een groot vel geschreven en kinderen sommen op wat bij zee hoort: zwemmen, vissen, zeepaardje. De juf schrijft elke dag wat nieuwe woorden op het vel, dat in de klas hangt. Aan het einde van groep 2 wordt de kennis van letters al getoetst. Directeur Marinissen: „Slechte letterkennis van kinderen in groep 2 is een goede voorspeller voor problemen later.”Niet alleen de lessen in de kleutergroepen zijn aangepakt. Van Oosten-Bekendam: „De belangrijkste verandering is dat de leerkrachten gericht onderwijs gaan geven aan alle zwakke leerlingen. En niet alleen in groep 3 en 4, maar de hele schoolperiode door. Zo nodig wordt ook in groep 8 nog technisch lezen geoefend.” De ingreep heeft succes. In schooljaar 2004/2005 zakte het aantal zwakke lezers met 2 procent naar 14 procent. Maar de echte klapper kwam vorig schooljaar: nog maar 6 procent van de leerlingen haalt het gewenste niveau niet. De resultaten hebben de leerkrachten verrast. Ze waren bang dat de extra aandacht voor de zwakkeren ten koste van de leesvaardigheid van de betere leerlingen zou gaan. Want die lezen nu vooral zelfstandig in de klas. Zou gebrek aan de oude klassikale aandacht hen niet schaden? Marinissen: „Dat bleek geen probleem. We hebben de mediatheek uitgebreid met gevarieerder leesvoer. Naast de standaardboekjes zijn er ook jeugdbladen en zelfs stripboeken gekomen. Kinderen die vroeger al goed leerden lezen, doen dat nu nog net zo goed.”Thea Verbeek (47), al 26 jaar werkzaam op deze school en juf van groep 6: „In het begin dacht ik: waar moeten we tijd vandaan halen voor al die nieuwe dingen, maar ik had hele zwakke leerlingen in mijn groep en toen ik ermee aan de slag ging, schoten ze omhoog met hun toetsscores.” Lezen in de ochtend geeft een heel rustig begin van de dag, vertelt ze. „Vroeger duurde het soms wel een kwartier voor de kring goed op gang kwam, nu wordt de tijd meteen effectief gebruikt met lezen.” Slechts een van haar 23 leerlingen, denkt ze, zal in groep 8 het gewenste niveau niet halen. „Vroeger waren dat er altijd meer. Ik heb het nu veel over taal en boeken. We laten de kinderen bijvoorbeeld een logboek maken van het boek dat ze gelezen hebben, met vragen als: waar ging het over en was het een leuk boek? Ze maken dan ook een tekening bij het boek of een boekomslag bij hun favoriete boek.”Zelfs voor de minister van onderwijs is de ervaring van De Morgenster goed nieuws, denkt directeur Marinissen. Want de operatie heeft bijna niks gekost. „We hebben alleen een nieuwe leesmethode aangeschaft. De rest is door de leerkrachten zelf gedaan.” De school denkt inmiddels na over de aanpak van een andere geconstateerde zwakheid: rekenen en wiskunde. „We gaan de komende tijd kijken of we het ook op dat gebied beter kunnen doen.”