Direct naar artikelinhoud
duurzaamheid

Zweden kapt zijn oeroude bossen – om bomen te planten. ‘We hakken in een hoger tempo dan in het Amazonewoud’

Een natuurgebied zo groot als Denemarken is de laatste jaren opgeofferd voor wat het ‘Zweedse bosbouwmodel’ heet.Beeld Marcus Westberg

In Zweden verdwijnt veel natuurlijk bos voor aanplant. Die industriële bosbouw is onze zaak, zegt Zweden. Maar bij het Green Deal-overleg in Brussel woensdag staat het toch op de agenda. Want op deze manier wordt het moeilijk de klimaat- en biodiversiteitsplannen te halen. 

Oerbossen zover het oog reikt, dat is het beeld van Zweden. Symbool voor een land dat leeft in harmonie met de natuur. In werkelijkheid is het gros van die Zweedse wouden aangeplant, product van een extreme vorm van industriële bosbouw. Een lucratieve aanpak die een obstakel dreigt te worden voor het Europese klimaat- en energiebeleid, dat woensdag in het kader van de Green Deal in Brussel op de agenda staat.

De werkwijze staat bekend als ‘het Zweedse bosbouwmodel’. Natuurlijke bossen worden omgehakt, omgeploegd, gedraineerd en vervangen door boomplantages, monoculturen die in een rotatiecyclus van 60 tot 80 jaar een maximale houtproductie leveren. Het systeem wordt gedreven door een aantal grote bedrijven, deels in staatshanden. Een natuurgebied zo groot als Denemarken is er de laatste 20 jaar voor opgeofferd.

Het is de meest natuur- en klimaatvijandige manier om bosbouw te bedrijven in boreale gebieden, zegt Lina Burnelius van de ngo Protect the Forest. ‘Dit zijn oude bossen die al koolstof opslaan sinds de laatste ijstijd. Door de kaalkap breng je enorme hoeveelheden CO2 in omloop, ook uit de bodem. En als je zulke soortenrijke bossen omhakt, krijg je ze nooit meer terug. Boompjes kun je planten, bossen niet.’

Wc-papier

‘Wij Zweden bekritiseren de Brazilianen vanwege het Amazonewoud, maar hakken onze eigen bossen in een nog veel hoger tempo om’, zegt activist en fotograaf Staffan Widstrand, ook medeoprichter van Rewilding Europe, een ngo die aan grootschalig natuurherstel doet in Zweeds Lapland. ‘En dat allemaal om bomen om te zetten in vooral wegwerpproducten, van wc-papier en lucifers tot biomassa.’

Het resultaat van een eeuw expansief Zweeds model is dat er minder dan 10 procent natuurlijk bos in Zweden over is. En dat laatste restje verdwijnt snel, inclusief de taigabossen in Lapland die de Sami nodig hebben om hun rendierkuddes in te weiden. Ruim 90 procent van de Zweedse bossen is ooit gekapt en 65 procent van de bomen is jonger dan 60 jaar. Terwijl sommige bomen in een boreaal woud makkelijk duizend jaar oud kunnen worden. Ze worden dus vaak als ‘tieners’ gerooid.

De houtsector ziet dat heel anders. Bosbouw is duurzaam, zeggen zij. We kappen minder dan er jaarlijks bijkomt, staat in hun glossy pr-brochures, en planten zelf meer dan 380 miljoen nieuwe bomen per jaar. Het bosareaal in Zweden is dankzij de bosbouw afgelopen eeuw meer dan verdubbeld. Bovendien slaan juist productiebossen grote hoeveelheden CO2 op. De bosbouwsector legt per jaar ruim 46 miljoen ton vast.

Kappen, met andere woorden, is goed voor het klimaat, omdat een oude boom amper nog CO2 opneemt en een jonge heel veel. Zolang je met overleg kapt en nieuwe bomen plant, ben je duurzaam bezig. ‘Bosbouw verlaagt de emissies’, aldus een rapport van Swedish Forest Industries. Sterker, hout, of beter gezegd biomassa, is als alternatief voor fossiele brandstoffen de ideale uitweg uit de klimaatcrisis. Daarom wil de sector komende tien jaar 20 procent meer bos kappen en aanplanten.

Wc-papier
Beeld Marcus Westberg

Monoculturen

Het koolstofverhaal van de houtsector is een oversimplificatie, schampert Burnelius, ‘bijna een leugen’. Al die monoculturen doen er minstens zestig jaar over om de emissies van de kap van het oude bos te compenseren, terwijl de omgeploegde bosbodems nog decennia CO2 en methaan uitzweten. ‘De bosbouw stoot per jaar meer broeikasgassen uit dan de rest van het Zweedse landgebruik bij elkaar. En al die monoculturen zijn slecht voor de biodiversiteit: er worden natuurlijke bossen voor gekapt en ze worden alleen maar geplant om opnieuw gekapt te worden.’

Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar Europees bos aan Wageningen Universiteit, relativeert de tegenstellingen. ‘De scherpe kantjes van het Zweedse model zijn er wel af. Je ziet meer natuurlijk beheer, meer selectieve kap, minder ploegen en bestrijdingsmiddelengebruik.’ En hoewel oude bossen zeker meer CO2 vastleggen dan productiebossen, zijn die laatste ook weer niet zo slecht voor koolstofopslag als de tegenstanders doen voorkomen. ‘In productiebossen hou je de CO2-cyclus in stand, maar kun je van het hout wel bouwmateriaal, papier en karton maken.’

Het probleem met het bosbouwdebat, zegt Nabuurs, is dat iedereen zich in de loopgraven heeft ingegraven. De biomassakwestie heeft de zaak nog meer gepolariseerd. ‘Alle vormen van beheer worden op één hoop gegooid. Elke foto van normale kaalkap wordt direct negatief geframed. Sommige ngo’s neigen in hun activisme echt naar ecoterrorisme.’ En omgekeerd profileert de houtsector zich wel erg makkelijk als duurzaam, met bosbouw als oplossing van het klimaatprobleem. ‘De bosbouwsector kan een stukje van het probleem oplossen, maar zeker niet alles.’

De Zweedse houtsector wil de komende tien jaar 20 procent meer bos kappen en aanplanten.Beeld Marcus Westberg

De Zweedse politiek geeft intussen ruim baan aan de bosbouw. De houtsector is vanouds de machtigste lobbygroep in het land. Geen politicus durft er tegenin te gaan, de sociaal-democraten niet vanwege de banen, de liberalen niet vanwege de belangen van grote bedrijven en particuliere boseigenaren (ook de staat heeft overigens grote belangen in de bosbouw). Tegelijk laten veel politici zich een rad voor ogen draaien door de gelikte pr-machine van de houtsector, die hun wijsmaakt dat zij een fossielvrije, duurzame uitweg biedt uit de klimaatcrisis.

Houtlobby

Ook in Brussel is de Zweedse (en Finse) houtlobby succesvol, zegt Bas Eickhout, europarlementariër van GroenLinks. ‘Geen EU-milieubeleid zonder de Zweden en de Finnen, weet de houtindustrie, en dat buiten ze volop uit, met als uiteindelijk argument dat Brussel geen verstand van bomen heeft.’ Nadat ze eerder gedaan kreeg dat biomassa (‘het verbranden van bomen’) als duurzame bron van energie werd erkend en dat bosbouw buiten de CO2-emissies werd gehouden, probeert de industrie hun nering nu ter verkopen als de ideale klimaatpanacee.

Maar nu voelen ze nattigheid. Woensdag bespreken de EU-lidstaten de klimaatplannen van de Europese Commissie voor de Green Deal, die de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent moeten terugdringen. In 2030 dient daarnaast zeker 30 procent van de Europese natuur te zijn beschermd vanwege de biodiversiteit. Die aanscherping biedt volgens Eickhout een herkansing voor strengere criteria voor biomassa, een verbod op kaalkap en het laten meetellen van bosbouw in de CO2-boekhouding.

Zonder internationale druk zal in Zweden nooit wat veranderen, zegt natuurbeschermer Widstrand.Beeld Marcus Westberg

Zweden en Finland (dat het Zweedse bosbouwmodel nog enthousiaster in praktijk brengt dan Zweden zelf) hebben zich alweer ingegraven. Ze willen geen inperkingen van hun houtsector en, sterker nog, helemaal geen EU-bemoeienis met hun bossen. Bosbouw is voor Zweden wat visserij voor Nederland is, zegt Eickhout, een zaak van nationale trots. ‘Wat denkt Brussel wel, is het gevoel, blijf met je tengels van onze bossen af.’ Het probleem is dat Zweden en Finland weten dat de Green Deal er nooit komt zonder hun steun. En dus hebben ze wisselgeld.

Compensatie

Toch zijn er kansen om niet-duurzame bosbouw aan banden te leggen, denkt Eickhout. Hetzij via de klimaatmaatregelen, door bosbouw veel beter mee te nemen in de Europese CO2-boekhouding, hetzij via de nog vast te stellen EU-biodiversiteitsagenda, door grenzen te stellen aan de exploitatie van natuurlijke bossen. In maart wees het Europese Hof van Justitie Zweden er al op dat bosbouw niet in strijd mag zijn met Europese natuurbeschermingsregels, zoals de Vogel- en Habitatrichtlijnen.

Zweedse natuurbeschermers hopen dat het lukt. Zonder internationale druk zal in Zweden nooit wat veranderen, zegt Widstrand. De EU moet duurzame biomassa afdwingen, kaalkap in natuurlijke bossen verbieden en een compensatieprogramma voor CO2-opslag instellen. ‘Dat is de beste manier om de bossen te beschermen. Honderdduizenden kleine Zweedse boseigenaren zouden een gat in de lucht springen.’

Burnelius: ‘De oplossing is simpel: we moeten onze laatste natuurlijke bossen laten staan, zoals we ook de olie en de kolen in de grond moeten laten. Je stelt bestaande koolstofopslag veilig, bevordert de groei van nieuwe koolstofputten en beschermt de biodiversiteit. Gezonde ecosystemen zijn de beste garantie voor het klimaat.’

.Beeld .