Direct naar artikelinhoud
ReportageBeiroet

Syrische vluchtelingen proberen hun mentale leed te verzachten. ‘Adem in en ­uiiiiit, maak hol en bol’

12-jarige Abassiye volgt een yogales voor vluchtelingenkinderen bij ngo Koun.Beeld Sarah Haaij

Voor Syrische vluchtelingen is de crisis in opvangland Libanon een snelkookpan voor mentale problemen: van financiële wanhoop tot pijnlijke heimwee. Psychologische eerste hulp is ernstig nodig. ‘Ik schreeuwde tegen mijn kinderen of gaf ze een klap.’

en

‘Adem in en ­uiiiiit, maak hol en bol.’ In kleermakerszit en met de ogen geconcentreerd gesloten zuigt Abassiye een diepe teug zuurstof op. Ze doet haar best om haar buik net zo rond te maken als de bal in de handen van de yogadocente. Even hiervoor lag ze nog op haar rug, armen en benen uitgestrekt, in haar favoriete sterrenpose, en rolde ze zichzelf op in de veilige schildpadhouding.

Welkom bij een yogales voor vluchtelingenkinderen in Beiroet, waar een adempauze wordt geboden van de zorgen van alledag. “Deze les helpt me te ontspannen”, zegt de 12-jarige Abassiye, als ze met een koekje bijkomt van de les. “Als mijn vader boos is bijvoorbeeld, dan doe ik mijn oefeningen.” Ze slaat haar ogen neer. Yoga maakt de tien jaar geleden uit Syrië gevluchte Abassiye kalm, een gevoel dat ze net als veel andere kinderen in crisisland Libanon de laatste tijd niet vaak ervaart.

Gratis mentale ontspanning

“Zij die yoga echt kunnen gebruiken, die letterlijk op adem moeten komen, die hebben er doorgaans geen toegang toe”, constateerde de initiatiefneemster van deze lessen, Sandy Boutros, toen ze acht jaar geleden begon met het geven van yoga in Beiroet. In haar lessen verzamelden zich vooral jonge, bemiddelde Libanezen. “Maar ik geloof dat iedereen recht heeft op de gereedschappen die yoga biedt: stilstaan bij jezelf, je lichaam, gedachten en emoties. Dat geeft mensen meer grip op hun leven.” Boutros richtte vanuit deze gedachte Safe Space Koun op: een in rustgevende blauw- en groentinten geschilderde ruimte met marmeren vloeren, een grote bos bloemen en een zoutlamp in de hoek, waar kinderen met een vluchtelingenachtergrond en hun ouders welkom zijn voor gratis mentale ontspanning. De lessen worden gefinancierd door andere hulporganisaties die de diensten inkopen, zoals Terre des Hommes.

Juist nu kunnen Abassiye en andere vluchtelingen in Libanon de hulp gebruiken. De situatie van de 1,5 miljoen Syriërs die het land opvangt was al niet gemakkelijk en de afgelopen twee jaar kwamen daar een covidpandemie, een ontwrichtende ­havenexplosie en een diepe sociaal-economische crisis bovenop. 

Basisschool­kinderen tijdens een praatsessie van Save the Children.Beeld Sarah Haaij

Extreme armoede

Volgens vluchtelingenorganisatie UNHCR leven inmiddels negen van de tien Syrische vluchtelingen in extreme armoede. Veel kinderen, ook die uit de yogalessen van Koun, verruilen school voor een straatbaantje als plasticverzamelaar of zakdoekjesverkoper. Met de waardevermindering van de Libanese munt en ongekende prijspieken lukt het velen niet om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Niet onbegrijpelijk dus dat psychiater Georges Karam de sociaal-economische situatie van zijn land omschrijft als een snelkookpan voor psychische problematiek.

Onder deze hoge druk zijn het de kwetsbaarsten die de zwaarste mentale klappen opvangen. Wetenschappers van de American University of Beirut brachten in kaart dat bijna een op de vier Syrische vluchtelingen in Libanon matige tot ernstige depressiesymptomen vertoont. Door toenemende stress, trauma’s en isolement zien hulporganisaties het welzijn van jonge vluchtelingen afbrokkelen. 

Ook bij de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR maken ze zich zorgen: “Psychische zorg voor vluchtelingen is niets minder dan een basisbehoefte”, zegt Carol El-Sayed, die werkt aan bescherming van vluchtelingen bij UNHCR. “Uiteraard heb je in een crisis voedsel en onderdak nodig, maar via mentale-gezondheidssteun help je mensen om te gaan met de uitdagingen waar ze elke dag voor staan.” Juist nu het leven van alledag zo grimmig is, zegt El-Sayed, moet je proberen de weerbaarheid van een gemeenschap te versterken. En dat gaat niet alleen via de maag, maar ook via het hoofd. “Door waar mogelijk psychologische steun te bieden.”

Een doos tissues

Moeilijkheden met slapen, boosheid, schreeuwen tegen hun kinderen: dat zijn de problemen waar de meeste mensen tegenaan lopen. Aandacht en een luisterend oor zijn niet altijd voorhanden in een gemeenschap die door oorlog en armoede ruw uit elkaar is getrokken. Met laagdrempelige groepsbijeenkomsten wordt getracht die verbondenheid te herstellen.

Hoe dat in de praktijk uitpakt, blijkt tijdens een sessie van Restart Center. Deze hulporganisatie biedt, gesteund door ­UNHCR en Nederlandse ontwikkelingshulp, psychische zorg aan gemarginaliseerde Libanezen en vluchtelingen.

In een buitenwijk van Beiroet, in een tl-verlichte kantoorruimte met flip-over, verzamelen vier Syrische moeders zich rondom psycholoog Joelle Wehbe. Op tafel staan flesjes drinken, versnaperingen en een doos tissues – dat laatste voorwerp zal tijdens deze sessie ‘psychosociale ondersteuning’ het meest van pas komen. Al twee jaar delen de vrouwen hier wekelijks hun sores; van nukkige kinderen en heimwee naar ­Syrië tot de financiële wanhoop waar de huidige crisis hen mee confronteert.

‘Zo ondersteunen jullie je kinderen, dat is toch het summum van liefde?’

“Hoe gaat het met jullie elektriciteit?”, is de eerste vraag van Wehbe. “We hebben nu weer tot middernacht stroom, dus dat gaat beter”, antwoordt Aicha, een vrouw met een leren jasje en zwarte hoofddoek. Ze wil, net als de andere vrouwen die hulp vragen, niet met haar hele naam in de krant van­wege haar privacy. En met de kinderen? “Die zijn nu 2, 8 en 10 jaar. ’s Morgens kam ik hun haren, dan gaan ze naar school en ga ik aan het werk.” Om de gezinsinkomsten aan te vullen werkt Aicha sinds kort zeven volle dagen per week. Hoe voelt dat? “Ik ben blij en verdrietig. Blij dat ik mijn kinderen kan geven wat ze nodig hebben. En verdrietig, omdat …” Daar wordt de eerste tissue al doorgegeven. “… omdat ik ze nu nauwelijks zie. Als ik ’s avonds moe thuiskom, liggen ze vaak al op bed.”

Het is psychisch zwaar om ver van huis een nieuw leven voor je gezin op te bouwen, zal Wehbe benadrukken. Ook werken kan een uitdaging zijn: “Het put uit, je ziet de kinderen minder. Maar zit er ook iets positiefs in, voor jou persoonlijk?” Op de flip-over pent Wehbe naast de nadelen nu ook de voordelen van werken buitenhuis neer. De vrouwen vullen aan: ‘persoonlijke ontwikkeling’, ‘kracht’, ‘oudere kinderen waarderen hun moeder meer’, ‘de balans met de man verandert’. Deze moeders mogen best trots op zichzelf zijn, wil de psycholoog ­laten zien. “Misschien is het voor jullie niet vanzelfsprekend dat vrouwen werken. Maar zo ondersteunen jullie nu wel je kinderen, dat is toch het summum van liefde?”

De explosie tekenen

Na deze peptalk is Shereen aan de beurt. Zij worstelt met het feit dat haar man naar Algerije is vertrokken om werk te vinden, terwijl haar zoon van 13 jaar oud in de ochtenden bijklust als brommerkoerier in Libanon. “Hij zei tegen me: ‘Mama, je moet kiezen. Ik kan of naar school, of werken, maar ik kan dit niet allebei volhouden’.” Shereens hart huilt als ze dat hoort. Ze weet: haar zoon is niet de enige, maar wat moet ze nu? “Je kunt je zoon in ieder geval laten weten dat je dankbaar bent. Dat je trots bent dat hij de familie ondersteunt”, zegt Wehbe.

Vanzelfsprekend, benadrukt de psycholoog even later, is het doel dat de kinderen kunnen stoppen met werken. Daarvoor verwijst ze de moeders door naar andere hulporganisaties die toch in de meer klassieke basisbehoeften, zoals voedselhulp, voorzien. “Ondertussen zijn wij er voor elkaar”, zegt Wehbe, die nu zelf ook bedrukt kijkt. De problemen van de vier ontwortelde vrouwen, die zich als een eindeloze ketting aaneen lijken te rijgen, raken haar. “Ook ik vind het soms moeilijk om met jullie over psychische gezondheid te praten, terwijl jullie de meest basale zaken missen. Maar vergeet niet dat door te delen, uitdagingen iets minder zwaar worden.”

Deelneemster Wasil, met roze wollen muts, wil dat laatste graag illustreren met een goed bericht. Na de explosie in de haven van Beiroet kon haar 13-jarige dochter niet meer slapen, met het ontploffingsgeweld kwamen ’s nachts ook de herinneringen aan de oorlog in Syrië terug. Op advies van ­Wehbe begon Wasil samen met haar dochter te tekenen, eerst alleen bloemen, toen ook de explosie zelf. Wasil: “Het heeft even geduurd, maar ja, nu slaapt ze weer”.

Positief ouderschap

In Libanon zijn het niet alleen lokaal gewortelde organisaties, zoals yogaschool Koun en Restart Center, die proberen het mentale leed van vluchtelingen te verzachten. Ook in de internationale wereld van ontwikkelingssamenwerking groeit de aandacht voor wat in hulpjargon ‘geestelijke gezondheid en psychosociale ondersteuning’ heet. Nederland gaat daar als donor in voorop. Zo heeft het ministerie van buitenlandse zaken tussen 2018 en 2022 ruim 200 miljoen euro uitgetrokken om Libanon te helpen, waarvan 22 miljoen euro bestemd is voor psychische-zorgprojecten van organisaties als ­UNHCR, WHO en Save the Children.

Maar terwijl er in het gehavende land overal initiatieven voor psychosociale steun ontspruiten, nemen de noden nog sneller toe. In de snelkookpan van een opvangland in crisis doemt zo ook het beeld op van een druppel op de gloeiende plaat, hoewel er geen cijfers bijgehouden worden. “Drie jaar geleden was het nog moeilijk om überhaupt mensen te rekruteren voor onze psycho­supportsessies. Nu komen vrouwen naar ons toe met de vraag of ze de cursus ‘positief ouderschap’ kunnen volgen”, zegt Elissa al Ayache, die praatgroepen leidt bij Save the Children. Bij de hulporganisatie doen ze hun best om zo veel mogelijk ouders en kinderen te bereiken. Reiskosten worden vergoed en in de gemeenschapscentra zit een crèche, zodat opvoeders ongestoord hulp­sessies kunnen bijwonen. “Maar iedereen mentaal bijstaan gaat natuurlijk niet.”

Yogales voor jonge vluchtelingen bij Safe Space Koun, middenvoor de 12-jarige Abassiye.Beeld Sarah Haaij

De allerjongsten zijn gewild als drugskoerier

Toch kan ook een druppel, mits goed gemikt, veel leed voorkomen – en niet alleen voor de deelnemers zelf. De 31-jarige Fatimah woont met haar man en twee zoons bij haar schoonfamilie in een van de beruchte kampen waar Palestijnse vluchtelingen al decennia een limbo verkeren en waar ook veel Syrische vluchtelingen zijn beland. Van Fatimahs schoonzus mogen haar zoons niet in de woonkamer spelen en zelf heeft ze ze liever niet op straat, waar ook de allerjongsten gewild zijn als drugskoerier. Maar met twee zoontjes van 7 en 12 opeen gepropt in de slaapkamer liepen de spanningen hoog op. “Ik reageerde de stress vaak af op mijn kinderen. Ik schreeuwde tegen ze of gaf ze een klap.”

Niet fijn voor de kinderen, maar ook niet voor haar zelf, blikt ze in tranen terug. “Het leidde alleen maar tot meer verdriet.” Dankzij de lessen positief ouderschap heeft ze andere manieren ontdekt om de spanning af te wenden. Ze gaat met haar kinderen mee naar buiten, al is het maar voor een wandeling. Of haar man neemt de oudste mee uit vissen. “Ik zie de jongens opknappen. De oudste was, net als ik, snel boos en reageerde dat af. Nu praten we het uit als hij ergens mee zit.”

‘Zoek iemand die jou kan helpen je zorgen te dragen’

Gedeelde smart is halve smart, is misschien wel de basale conclusie die aan het gros van deze psychische hulpprogramma’s ten grondslag ligt. Als elf Syrische basisschoolkinderen een kring vormen in een buurtcentrum wordt dat nog even kleurrijk bevestigd. De verwachtingsvolle blikken zijn gericht op jeugdwerker Rami Fares, die drie ballonnen vastheeft. Op die ballonnen hebben de kinderen geschreven waar ze gestrest van raken. ‘Als we in de buurt zijn van enge mensen’, ‘toen een kindje kwijt was’ of ‘als iemand ons slaat’. Nu krijgt een meisje in een roze trui de opdracht de ballonnen in de lucht te houden. Eerst eentje, dat lukt nog wel. Maar als nummers twee en drie erbij komen, liggen alle zorgen binnen de korste keren op de grond. Dan zet Fares groepsgenoot Halma in als hulpje en samen weten ze de ballonnen met gemak hoog te houden. “Nu zijn het maar ballonnen, die je gewoon in het rond kunt slaan. Maar ook bij je echte zorgen werkt deze strategie”, drukt Fares de kinderen op het hart. “Zoek iemand die jou kan helpen je zorgen te dragen.”

De identiteit van de geïnterviewde vrouwen is bekend bij de hoofdredactie.

Deze publicatie is mede tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.

Lees ook: 

We moeten Oekraïense vluchtelingen ook helpen met hun trauma’s

Veel vluchtelingen uit Oekraïne hebben ernstige trauma’s opgelopen. We kunnen hen daar onder andere bij helpen door sociale contacten en zinvolle dagbesteding te bieden, aldus psychiaters Jurjen Luykx en Christiaan Vinkers.