Direct naar artikelinhoud
Inburgeringswet

Advies: Wacht niet met inburgering, ook al verhuizen statushouders alweer snel

Statushouders aan het werk bij re-integratiebedrijf DZB Leiden. Minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid was voor een werkbezoek bij het re-integratiebedrijf om toelichting te geven op het nieuwe inburgeringsstelsel.Beeld ANP

Een aanzienlijk deel van de vluchtelingen met een verblijfsstatus verhuist nog tijdens de inburgering naar een andere woonplaats, concludeert het Centraal Planbureau. Dat brengt dilemma’s met zich mee voor gemeenten. Want hoeveel investeren die in mensen die snel weer weg zijn?

Ruim één op de zes vluchtelingen met een verblijfsstatus verhuist binnen drie jaar nadat ze een woning toegewezen hebben gekregen al naar een andere gemeente. Toch is vooraf zeer lastig te voorspellen wie zal verkassen, concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een donderdag gepubliceerd rapport.

Onderzoekers van het CPB bekeken het verhuisgedrag van twee groepen statushouders: een groep die tussen 1995 en 1999 een verblijfsvergunning kreeg en een groep bij wie dat tussen 2014 en 2019 gebeurde. Een aanzienlijk deel van hen  bleek te verhuizen terwijl het inburgeringstraject van in totaal drie jaar nog liep.

Nieuwe inburgeringswet

Voor gemeenten is dat belangrijke informatie. Per 1 januari 2022 treedt een nieuwe inburgeringswet in werking en krijgen gemeenten een grotere rol bij de inburgering van nieuwkomers. Was voorheen een statushouder zelf verantwoordelijk voor de inkoop van taallessen en andere cursussen, vanaf volgend jaar wordt dat gedaan door de gemeente waar hij of zij na het verkrijgen van een status een woning heeft gekregen. Bovendien begeleidt de gemeente voortaan vanaf het eerste moment actief bij de zoektocht naar werk, bijvoorbeeld door een stage of werkervaringsplek te regelen.

Verhuist een erkende vluchteling tijdens het drie jaar durende inburgeringstraject naar een nieuwe woonplaats, dan heeft dat dus gevolgen voor de gemeenten in kwestie, die ervoor moeten zorgen dat onderwijs en werk elders kunnen worden hervat.

Vrijwel onmogelijk ‘trefzeker’ te voorspellen 

Het CPB vreest dat het daardoor voor gemeenten aantrekkelijk zal lijken om in eerste instantie vooral tijd en geld te steken in de nieuwkomers van wie zij verwachten dat ze zullen blijven, bijvoorbeeld gezinnen met schoolgaande kinderen. Die investeringen verdienen zich immers terug op de lange termijn, als de gemeente minder uit hoeft te geven aan uitkeringen en maatschappelijke ondersteuning. 

Toch raden de onderzoekers de gemeenten aan geen onderscheid te maken tussen verschillende groepen nieuwkomers, en de inburgering voor iedereen zo snel mogelijk te starten. Want het is onmogelijk om ‘trefzeker’ te voorspellen wie blijft en wie gaat, legt Gijs Roelofs van het CPB uit. “Op basis van persoonskenmerken als leeftijd, gezinssituatie, herkomst of geslacht, is niet te zeggen wie verhuist”, zegt hij. “Ons advies aan gemeenten is dan ook: ga ervan uit dat iedereen blijft. Als je een investering uitstelt omdat je vermoedt dat iemand gaat verhuizen, maar diegene verhuist vervolgens niet, dan kan dat een kostbare vergissing zijn. Als gemeente ben je ook financieel verantwoordelijk voor de bijstand. Op het moment dat iemand langer afhankelijk is van een uitkering omdat je gewacht hebt met de inburgering, snijd je jezelf dus in de vingers.”

Rotterdam en Den Haag populaire verhuisbestemmingen

Daar komt nog bij dat wie betaald werk vindt, ook minder geneigd is te verhuizen, zo blijkt uit het CPB-onderzoek. “We weten natuurlijk niet precies wat voor motief mensen hebben om te verhuizen”, zegt Roelofs. “Maar in elk geval een deel van de mensen lijkt te verhuizen omdat ze geen werk kunnen vinden in de gemeente waar ze zijn geplaatst.”

Uit eerdere onderzoeken bleek al dat met name grote steden als Rotterdam en Den Haag populaire bestemmingen zijn onder verhuizende statushouders. Toch is het volgens het CPB niet zo dat die gemeenten daardoor ook op de lange termijn veel meer geld kwijt zijn aan uitkeringen en ondersteuning voor de ex-vluchtelingen.

Lees ook: 

Centraal Planbureau: Het is beter om vluchtelingen te huisvesten waar werk is

Vluchtelingen moeten slimmer over het land worden verdeeld. Als hun persoonlijke achtergrond wordt meegewogen bij het bepalen van de woonplaats, vergroot dat hun kans op werk.