Direct naar artikelinhoud
Racisme

Niet eerder waren er zoveel meldingen van discriminatie tegen Aziatische Nederlanders: ‘We worden soms echt als ratten behandeld’

Een demonstratie tegen haat tegen Aziatische mensen in Amsterdam.Beeld Hollandse Hoogte / Inter Visual Studio

Duizenden meldingen werden het afgelopen jaar gedaan van discriminatie jegens Aziatische Nederlanders. Die zijn het zat om racistische pesterijen naar hun hoofd te krijgen. Maar grootschalig onderzoek naar anti-Aziatisch racisme is er nog niet.

De schietpartij vorige maand in het Amerikaanse Atlanta, waar een schutter zes Aziatische vrouwen doodschoot, was het laatste zetje, stelt Vincent Yeers (24). “De incidenten stapelen zich op. Op een gegeven moment valt de toren om.” Hij staat zaterdag op het Museumplein, waar hij samen met antiracismeorganisaties een betoging tegen anti-Aziatische haat organiseert. 

Yeers is niet de enige die zich uitspreekt. “We hebben duizenden meldingen gehad dit jaar, dat is echt nieuw”, zegt Frederique Janss van Discriminatie.nl, de landelijke vereniging van antidiscriminatievoorzieningen. De organisatie komt in juni met een jaarlijkse rapportage over Nederland, maar kan wel vast zeggen dat de stijging in het aantal meldingen van anti-Aziatische discriminatie erg opvalt. “Het had zeker te maken met corona en het inmiddels beruchte liedje van Radio10-dj Lex Gaarthuis, getiteld Voorkomen is beter dan Chinezen. Maar er zijn meer factoren; er is een emancipatie gaande. Volkomen terecht, zeggen mensen: we zijn het zat om beledigende  geluiden en opmerkingen naar ons hoofd te krijgen geslingerd, het is genoeg.”

Ondanks de stijging die Janss ziet, is er weinig bekend over racisme tegen Nederlanders met een Aziatische achtergrond. Bij de politie wordt niet geregistreerd wat de achtergrond van een indiener van een discriminatieklacht is, zegt woordvoerder Mireille Beentjes. “We kunnen niet bij iedereen aanvinken wat voor kleur hij of zij heeft. Dat zou heel onethisch worden gevonden.” De suggestie dat registratie zou kunnen helpen bij het in kaart brengen van het probleem, wijst ze van de hand. “Onze mensen lopen op straat en hebben al honderd en één dingen te doen.”

Spleetooggebaar bij Wie is de Mol

Het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) deed onlangs wel een ‘verkennend’ onderzoek naar discriminatie van Oost- en Zuidoostelijke Aziaten. “We weten in Nederland nog weinig over dit onderwerp”, zegt onderzoeker Joey Poerwoatmodjo. “Een van de verklaringen zou kunnen zijn dat het beeld bestaat dat Aziatische gemeenschappen op sociaal-economisch gebied goed zijn geïntegreerd. Daardoor is misschien het idee ontstaan dat onderzoek naar discriminatie niet nodig is.”

Wei Lun Lam van de stichting Asian Raisins beaamt dit. “Bij Aziatische Nederlanders is sprake van wat je een modelminderheidsmythe zou kunnen noemen: ze worden op een voetstuk geplaatst als de groep die het het beste doet. Maar dat impliceert nog steeds geen gelijkwaardigheid. Bovendien haalt zo’n vergelijking andere gemarginaliseerde groepen naar beneden.”

Opvallend aan het KIS-onderzoek is dat respondenten zeggen maandelijks tot wekelijks uitgescholden te worden. Ook lijken verschillende generaties anders te reageren op discriminatie. “De jonge generatie is zeker mondiger. Oudere generaties denken toch: we passen ons aan en klagen niet”, stelt Poerwoatmodjo. Dat laatste kan ook een rol hebben gespeeld in het uitblijven van onderzoek. 

Wei Lun Lam en zijn collega’s van Asian Raisins horen zeker bij de nieuwe generatie. Lam organiseerde met de stichting al de campagne #IkLachNiet, om denigrerende opmerkingen over Oost- en Zuidoostelijke Aziaten aan de kaak te stellen. “Dat zijn geen grappen, maar micro-agressies.” De stichting haalde ook al uit naar het tv-programma Wie is de mol, vanwege een spleetooggebaar dat een van de kandidaten maakte. Lam: “Er is nog heel weinig culturele sensitiviteit als het gaat om Aziatische Nederlanders. Dit soort opmerkingen zouden bij andere gemarginaliseerde groepen echt niet meer worden gemaakt.”

Eileen Chang.

‘Ik denk dat we nu beseffen: wat wij meemaken is niet oké’

Eileen Chang (20) woont in Den Haag en is geboren in Nederland. Haar ouders komen uit China. 

“Mijn ouders hebben een restaurant in een klein dorp, waar wij de enige Aziatische familie zijn. Omdat wij worden gezien als ‘anders’ hebben we meerdere keren te maken gehad met hate crimes. Mensen gooiden stenen door de ramen en braken in. Niet eens om geld te stelen, maar om hun haatgevoelens te uiten. Een andere keer schreven ze met graffiti ‘Kanker Chinees’ op onze muur.

Ik word er moedeloos van dat mijn hardwerkende ouders altijd belachelijk worden gemaakt. Maar zij hebben geleerd om racistische opmerkingen weg te lachen en stil te zijn, omdat ze het gevoel hebben dat ze te gast zijn in Nederland. Daarom willen ze geen problemen veroorzaken.

Naar mij wordt ook bijvoorbeeld ‘Hanky panky’ geroepen op straat. Hoewel ik heb geleerd om ook mijn mond te houden, doe ik dat niet meer. Ik merk dat wereldwijd steeds meer Aziatische mensen klaar zijn met het racisme, helemaal na de schietpartij in Atlanta. Ik denk dat we nu beseffen: wat wij meemaken is niet oké en het wordt steeds erger. Daarom ga ik zaterdag naar het protest en ben ik de vorige keer ook geweest. Want we kunnen niet meer stil blijven.”

Di Li.

‘Tegenwoordig is het racisme veel gemener en directer’

Di Li (42) woont in Amsterdam. Hij is geboren in China en kwam in 2002 naar Nederland om hier te studeren.

“Sinds corona merk ik dat het racisme tegen Aziatische mensen erger is geworden. Het begon een jaar geleden al toen ik in de metro stond. Een oudere man begon toen expres in mijn gezicht te hoesten en schold me uit.

Voorheen werd ik op straat ook weleens nageroepen vanwege mijn Aziatische uiterlijk, maar dat waren vaak jongeren. Ik denk dat zij het vooral als een grapje zagen. Tegenwoordig is het racisme veel gemener en directer. Ik ga nog maar amper naar drukke plekken, omdat ik me niet meer veilig voel. Laatst fietste ik door het centrum en hing er een groep jongens rond. Twee van hen gooiden ineens hun frietje tegen mij aan. Kun je het je voorstellen? Die ene keer dat ik naar de stad ga, gebeurt er zoiets.

Toch houd ik van Nederland en de meeste mensen hebben geen slechte bedoelingen. Door mee te doen aan het protest probeer ik duidelijk te maken dat ook grapjes kwetsend kunnen zijn. Soms worden we door mensen wel echt als ratten behandeld, maar ik verwacht niet dat daar meteen iets aan verandert. Daar zal meer tijd voor nodig zijn, maar elke revolutie begint met iemand die aan de bel trekt en anderen oproept.”

Lees ook: 

Deze jongeren zijn discriminatie zat: ‘Bestrijd het virus, niet de mensen’

Sinds de uitbraak van het nieuwe coronavirus in Wuhan, ervaren Chinese Nederlanders meer discriminatie. Drie jongeren vertellen wat ze te horen krijgen op straat.