Direct naar artikelinhoud
InterviewDonorkinderen

Maarten (9) twijfelt of hij zijn donorvader wil leren kennen: ‘Dat kan een pijnlijk moment worden’

Renske en Maarten behoren tot de generatie kinderen van een niet-anonieme spermadonor.Beeld Bram Petraeus

De donorkinderen die nu opgroeien hebben géén anonieme donorvader meer. Onder anderen voor hen opent vrijdag een informatiepunt. Renske (12) wil weten wie haar vader is, maar Maarten (9) twijfelt.

Maarten heeft dezelfde wilde bos krullen als zijn donkerharige moeder, maar waar die mooie rode kleur vandaan komt, weet hij niet. Ja, van zijn vader, maar hij weet niet wie dat is. Nóg niet, want als hij ouder wordt, mag hij zijn gegevens wel opvragen. Samen met zijn zus Renske behoort hij tot de generatie kinderen van een niet-anonieme spermadonor.

Maarten twijfelt of hij wil weten wie zijn vader is, zegt hij. “Misschien levert dat wel een heel pijnlijk moment op. Het kan natuurlijk dat hij zegt als we elkaar ontmoeten: leuk om je een keertje gezien te hebben, maar hierna wil ik je nooit meer zien. Dat kan pijn doen, maar ook goed zijn, dus ik weet het eigenlijk niet.”

Het donorpaspoort van hun vader

In gezinnen die gevormd zijn met hulp van een donor, leven specifieke vragen, zegt Barbara Lammerts van Bueren. Zij is projectleider bij het Landelijk Informatiepunt Donorconceptie (LIDC) dat vrijdag opent, onder anderen voor kinderen zoals Renske en Maarten en hun ouder(s). Bij het informatiepunt, gefinancierd door het ministerie van volksgezondheid, kunnen (wens)ouders, kinderen en donoren terecht voor betrouwbare informatie en ondersteuning. 

Na 2004 werd het anoniem doneren van zaad bij wet verboden, omdat er steeds meer aandacht was gekomen voor het kinderrecht om je afkomst te weten. Dit jaar wordt de eerste generatie kinderen van niet-anonieme donoren 16 jaar, wat betekent dat zij de gegevens van hun donorvader mogen opvragen als ze dat zouden willen. Dat mag niet eerder. Kinderen van 12 jaar mogen wel het donorpaspoort van hun vader inzien, waarin gegevens staan over bijvoorbeeld zijn haarkleur en familie.

Recht op afstammingsgegevens

Daarom weet Renske, die dezelfde donorvader heeft als haar broertje Maarten, al dat haar vader ‘kalend’ is. Er staat niets over rood haar in, dat is dan weer jammer. Ook weet Renske nu dat hij er wel voor openstaat om zijn kinderen te ontmoeten. Toen ze dat hoorde, was ze erg blij, vertelt ze. “Dan weet je een beetje wie hij is en hoe hij is.”

Het uitgangspunt van het LIDC is het recht van kinderen om hun ontstaansgeschiedenis te kennen, zegt  Lammerts van Bueren. “Nog niet zo heel lang geleden waren geheimhouding en anonimiteit de norm. We weten nu hoe belangrijk het praten over donorconceptie en recht op je afstammingsgegevens zijn.”

De enige man in het gezin

Naast de gesprekken thuis over voetbal en hiphopdansen, vragen Maarten en Renske hun moeder soms hoe het nu allemaal zit met hun vader. Dat begon toen ze op school veel vragen kregen. Renske: “Andere kinderen vragen mij: ‘Hoe is het om geen vader te hebben?’, ‘Waarom heb je geen vader?’. Sommige kinderen blijven maar vragen stellen, ook als ik al antwoord heb gegeven, dat vind ik moeilijk.”

Er zijn best momenten dat ze tegen hun moeder, die geen partner heeft, zeggen: “Ik wil zo graag een vader”. Als Maarten daarover praat, loopt hij even weg uit het Zoom-interview, naar de gang. Hij vindt het moeilijk en kan het allemaal nog niet helemaal overzien, zegt zijn moeder. “Hij vindt het lastig dat hij de enige man in ons gezin is.”

Renske is wat ouder en kan het beter begrijpen. Ze vindt het jammer dat ze nog vier jaar moet wachten tot ze mag weten wie haar donorvader is. Dat het kabinet op dit moment laat onderzoeken of die leeftijdsgrens naar beneden moet, naar 8 jaar, vindt ze fijn. Maarten vindt dat wel erg vroeg, zegt hij, als hij weer rustig is en terug achter de computer kruipt. Hij aait poes Puck die op zijn schoot kruipt, en zegt dan: “10 jaar lijkt mij wel een goede leeftijd”.

Trouw gebruikt geen achternamen van kinderen onder de 18, om hun privacy te beschermen. Om die reden is ook de naam van de moeder weggelaten, haar gegevens zijn bij de redactie bekend. 

Lees ook: 

De kinderen van spermadokter Karbaat vormen een hechte megafamilie die maar blijft uitdijen

Jarenlang insemineerde dokter Jan Karbaat tientallen vrouwen met zijn eigen sperma. Het is onbekend hoeveel nazaten hij verwekte, de familie groeit nog steeds. Miriam Guttmann’s documentaire laat moeders, kinderen en Karbaats favoriete donoren aan het woord. ‘Het is een ongelooflijk verhaal.’