Direct naar artikelinhoud
opinie

Waarom gaan grenzen nu wél open? ‘Vluchtelingen die op ons lijken zien we als echte vluchtelingen’

Waar Syrische en Afghaanse vluchtelingen de afgelopen jaren vaak een kille ontvangst wachtte, gooit Europa nu de deur wijd open voor vluchtelingen uit Oekraïne. Wat verklaart deze nieuwe solidariteit?

Opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne in het Poolse treinstation Przemysl, dat is omgetoverd tot opvangcentrum.Beeld Joris van Gennip

Geregeld maakten autoritaire leiders aan de buitengrenzen van Europa er een gewoonte van: een wig drijven tussen de EU-lidstaten door een stroom vluchtelingen naar Europa te veroorzaken. Denk recentelijk nog aan de Turkse president Erdogan of de Belarussische dictator Loekasjenko. Opmerkelijk genoeg lijkt de Russische president Poetin hier niet in te slagen.

Sterker nog: nu honderdduizenden Oekraïners de Russische invasie van hun land ontvluchten en naar de buurlanden trekken, maar ook naar West-Europa en Nederland, lijkt er eerder sprake van ongekende eensgezindheid en solidariteit. Zelfs in Hongarije en Polen, waar vluchtelingen en ook hun helpers tot voor kort werden verketterd en tegengewerkt, worden burgers opgeroepen om medeleven met de ontheemden uit Oekraïne te tonen.

Nergens in de EU klinkt de giftige anti-immigratieretoriek die zo vaak te horen was uit de mond van populistische politici bij de komst van grote groepen Syriërs en Afghanen op de vlucht voor Assad en de Taliban. Maar ook de onverschilligheid voor het lot van bijvoorbeeld Eritreeërs op de vlucht voor de brute dictatuur in hun eigen land, staat in schril contrast met de tientallen aanmeldingen die burgerinitiatieven als Onderdak Oekraïne en RoomforUkraine nu dagelijks krijgen van Nederlanders die Oekraiënse vluchtelingen willen opvangen in hun woning.

Waarom blijkt het makkelijker om solidariteit te tonen met de gevluchte Oekraïners dan met vluchtelingen uit het Midden-Oosten of Afrika? En zal deze nieuwe solidariteit ook kunnen leiden tot een billijke Europese verdeling van verantwoordelijkheden als het om vluchtelingen gaat?

Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire hulp aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

‘De solidariteit met vluchtelingen uit Oekraïne is een indrukwekkende verademing na de onverschillige kilte die de laatste jaren steeds vaker de overhand kreeg. Ik denk dat we terug moeten naar de vluchtelingenstroom uit voormalig Joegoslavië van de jaren 90 om een vergelijkbare reactie te vinden. Wat speelt er mee? Oekraïners zijn Europeanen, onze geschiedenis is verweven. De schok van de plotselinge oorlog heeft het effect van een natuurramp, wat altijd meer solidariteit oproept dan een langdurig conflict.

‘De vraag is wat dit gaat betekenen voor al die andere vluchtelingen. De kilte rondom migratie heeft te maken met geografische en culturele afstand, gewenning, wantrouwen. Zijn het wel echt vluchtelingen? Het heeft ondertonen van racisme en islamofobie. Bovenal is migratie een politiek hangijzer geworden. Vergeten wordt dat onderzoek keer op keer uitwijst dat burgers door heel Europa meer solidair zijn dan hun regeringen. Misschien wakkert deze crisis de solidariteit met vluchtelingen verder aan.

‘Het is echter ook waarschijnlijk dat de crisis in Oekraïne aandacht en middelen afleidt voor vluchtelingen van elders. Dat zou slecht nieuws zijn voor Afghanen, Oeigoeren, Syriërs, Jemenieten en al die andere mensen die geen kant op kunnen.’

Nanda Oudejans, hoofddocent rechtsfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze promoveerde op een proefschrift over de internationale bescherming van vluchtelingen.

‘Het vluchtelingenrecht is een strijdtoneel waarop conflicten over identiteit en de verdeling van macht wordt uitgevochten. Het VN Vluchtelingenverdrag uit 1951 werd al een Koude Oorlogsdocument genoemd: elke vluchteling uit het voormalig Oostblok werd gezien als een teken van het falen van het communisme en als overwinning van het Westen. De intuïtie, dat het vluchtelingenrecht draait om ‘De Ander’, de vreemdeling die met zijn komst onze identiteit ontwricht, klopt niet. Want telkens weer blijken we vooral bereid vluchtelingen op te vangen die op ons lijken. Vluchtelingen die op ons lijken zien we als echte vluchtelingen die onze bescherming verdienen.

‘Met het vluchtelingenrecht bevestigen dus vooral wie en wat we zijn. Mensen op de vlucht voor oorlog die niet op ons lijken kunnen we maar moeilijk erkennen als echte vluchtelingen die onze bescherming waardig zijn. Die horen thuis in de regio waar ze zo snel als mogelijk naar moeten terugkeren. In tegenstelling tot wat je zou denken bestendigt onze omgang met vluchtelingen welbeschouwd de tweedeling tussen het eigene en het vreemde.

‘Ik heb weinig hoop dat de verantwoordelijkheid die we terecht nemen voor Oekraïense vluchtelingen zal leiden tot een nieuwe solidariteit met vluchtelingen uit andere continenten.’

Leo Lucassen, directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en hoogleraar aan de Universiteit Leiden.

‘Uit de geschiedenis blijkt dat het gemakkelijker is je te identificeren met mensen uit dezelfde regio en waarvan je denkt - ten onrechte of niet - dat ze ruwweg dezelfde cultuur hebben. Zeker als dat soort overeenkomsten door media en politici (‘het zijn christenen’) wordt benadrukt. Nauw hiermee verbonden is dat deze vluchtelingen het gevolg zijn van een politiek conflict dat ons, als lid van de EU en de Navo,  direct aangaat en dat diepe wortels heeft in de Koude Oorlog. Zo was er ook veel medeleven met Hongaren in 1956 en de Tsjechoslowaken in 1968 die het communistisch regime ontvluchtten. 

‘Minstens zo belangrijk is dat we deze solidariteit niet los kunnen zien van het xenofobische en islamofobe klimaat van de afgelopen decennia, waarin met name vluchtelingen uit islamitische landen of met een andere huidkleur, ten onrechte, als een grote culturele bedreiging worden afgeschilderd. Of dit tot nieuwe solidariteit zal leiden, is dan ook zeer de vraag. Daarvoor zijn de door radicaal-rechtse politici als Wilders, Baudet en Eerdmans rondgebazuinde feitenvrije ideeën dat half Afrika op het punt staat deze kant op te komen en dat vluchtelingen met een islamitische achtergrond ‘onze waarden’ niet delen – ook politiek - inmiddels al te veel ingeburgerd.’

Eduard Nazarski, oud-directeur van VluchtelingenWerk en Amnesty International Nederland.

‘In haar jaarverslag over 1999 constateerde VluchtelingenWerk dat de 4.000 Kosovaren in Nederland, gevlucht voor het Servische geweld en de Navo-bombardementen, bedolven werden onder aandacht en knuffels. Nu zien we een vergelijkbaar mededogen met mensen die Oekraïne moeten ontvluchten. Gemeenschappelijke factor in deze situaties: een gemeenschappelijke vijand, een duidelijke agressor. Deze factor geldt veel minder voor andere situaties van oorlog of onderdrukking. Daarom denk ik niet dat het inmiddels gebruikelijke anti-migratie-discours plaats gaat maken voor solidariteit met alle vluchtelingen, hoewel het vluchtelingenrecht dat wel voorschrijft.

‘Het is wel denkbaar dat de EU nu in een fase komt dat de vastgelopen discussie over herverdeling van vluchtelingen een nieuwe impuls krijgt. Die discussie begon vanuit het noordwesten van de EU,en leidde tot een situatie waarin de zuidelijke landen er alleen voor kwamen te staan. Als inderdaad enkele miljoenen mensen Oekraïne gaan ontvluchten, dan zullen Polen en Hongarije, tot nu toe mordicus tegen herverdeling, bij andere landen aandringen op het overnemen van een aantal mensen. Misschien leidt dat eindelijk tot praktische en rechtvaardige afspraken over verdeling van alle vluchtelingen.’