Het kabinet wil een verdrievoudiging van de vliegtaks die sinds vorig jaar wordt geheven. Op dit moment betalen reizigers bijna 8 euro per ticket. Dat bedrag moet volgend jaar stijgen naar ongeveer 24 euro.
Daarmee wil het kabinet vliegen 'relatief minder aantrekkelijk' maken. Dat blijkt uit een brief over het zogeheten Herstel- en Veerkrachtplan die minister Sigrid Kaag (Financiën) vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De opbrengst van de vliegtaks, nu ongeveer 200 miljoen euro per jaar, moet in 2023 omhoog naar 600 miljoen euro.
Alleen vertrekkende passagiers
De belasting geldt alleen voor vertrekkende passagiers. Reizigers die in Nederland alleen maar overstappen, hoeven de heffing niet te betalen. Ook kinderen jonger dan 2 jaar zijn van de maatregel uitgezonderd.
Vliegen vanaf Nederlandse luchthavens wordt een stukje duurder door de verhoging van de vliegtaks. Het kabinet gaat ervan uit dat de gevolgen 'op korte termijn relatief beperkt' zijn. Sommige mensen zullen afzien van reizen, anderen zullen een alternatieve manier van vervoer kiezen of uitwijken naar buitenlandse luchthavens. Maar een deel zal gewoon blijven vliegen, veronderstelt het kabinet.
