De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD moeten de bevoegdheid krijgen om internetverkeer ongericht af te tappen. Dat adviseert een overheidscommissie. Tegelijkertijd moet het toezicht op de inlichtingendiensten worden verscherpt.
Op dit moment mogen de Nederlandse inlichtingendiensten alleen zogeheten niet-kabelgebonden verkeer ongericht afluisteren, maar dat is niet meer van deze tijd. De inlichtingendiensten moeten ook een sleepnet kunnen uitwerpen voor kabelgebonden communicatie, zoals het overgrote deel van het internetverkeer.
Dat vindt de commissie-Dessens, die is ingesteld om te onderzoeken of de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten moet worden aangepast. Die wet moet inderdaad worden aangepast, oordeelt de commissie, die haar rapport maandagochtend in Den Haag presenteerde. Volgens de commissie is een vernieuwing van de wet nodig vanwege de 'explosieve groei van internationale kabelnetwerken', die gevolgen heeft voor de nationale veiligheid. "Het is uitermate belangrijk dat de diensten beschikken over voldoende bevoegdheden", aldus de voorzitter en naamgever van de commissie, Stan Dessens. "Dat is nu niet zo", meent hij.
Kabelgebonden communicatie moet in de nieuwe wet ongericht kunnen worden afgetapt zodra er een gevaar voor de nationale veiligheid is. Daarvoor moet de verantwoordelijke minister wel persoonlijk toestemming geven, stelt de commissie. In het geval van de AIVD is dat minister Plasterk van Binnenlandse Zaken; in het geval van de MIVD is dat minister Hennis-Plasschaert van Defensie. Zodra de privacy van burgers in het geding komt, moet er bovendien opnieuw toestemming worden gegeven. Dat onderscheid, tussen meer en minder ernstige privacy-inbreuken, moet volgens de commissie het huidige onderscheid tussen kabelgebonden en niet-kabelgebonden communicatie vervangen.
De commissie doet geen concrete voorstellen voor een wetswijziging, maar denkt wel dat de wetswijziging zo 'techniekonafhankelijk mogelijk' wordt opgesteld. Daarmee zou de wet op toekomstige technologische ontwikkelingen zijn voorbereid.
Hoewel de commissie door het kabinet is ingesteld om een wetswijziging te onderzoeken, moet de regering nog besluiten of de wet daadwerkelijk wordt gewijzigd. Bovendien moeten daarna de Tweede en Eerste Kamer zich daarover buigen. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken wilde tijdens de presentatie van de bevindingen nog geen inhoudelijke reactie geven. "We stellen ons terughoudend op", aldus Plasterk. Volgens hem moet het rapport goed bestudeerd worden en moet er een inhoudelijk debat plaatsvinden, naar aanleiding van de 'recente ontwikkelingen'. Daarmee doelt de bewindsman op de spionageschandalen die dankzij NSA-klokkenluider Edward Snowden naar buiten kwamen.
Op dit moment mogen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten kabelgebonden verkeer alleen gericht aftappen, bijvoorbeeld specifiek gericht tegen een persoon. Voor niet-kabelgebonden communicatie mag al langer een sleepnet worden uitgeworpen. Het gros van het internetverkeer verloopt via kabels; zelfs bij draadloze verbindingen verloopt vaak alleen het laatste deel van de verbinding via de ether. Een wetswijziging maakt het daarom niet alleen eenvoudiger om vast internetverkeer af te tappen, ook mobiele telefoons zijn straks eenvoudiger af te tappen.
Communicatie over kabels | Draadloze communicatie | |
---|---|---|
Gerichte taps | Toegestaan | Toegestaan |
Ongerichte taps | Onderwerp onderzoek, mag nu nog niet | Toegestaan |
Desondanks erkent Dessens dat er privacybezwaren kleven aan de uitbreiding van de bevoegdheden. "Ook voor de digitale snelweg moet er voldoende toezicht zijn", aldus Dessens. De CTIVD, die bekijkt of de diensten binnen de wet opereren, moet 'intensiever toezicht houden'. Als er een 'ingrijpende onderzoeksbevoegdheid' wordt ingezet die de 'persoonlijke levenssfeer van burgers kan raken' moet de CTIVD meteen haar oordeel daarover kunnen geven. Is de CTIVD het er niet mee eens, dan moet de activiteit direct worden gestaakt. Dat is op dit moment nog niet zo; de regering kan een besluit van de CTIVD naast zich neerleggen. Volgens de commissie-Dessens is dat 'niet wenselijk'.
Verder moeten personen die zijn afgeluisterd, daarvan achteraf op de hoogte worden gesteld, oordeelt de commissie. Dat is nu ook al zo, maar er bestond vrees dat die notificatieplicht zou worden afgeschaft. Daarnaast moeten de AIVD en de MIVD actiever gaan samenwerken, 'met behoud van eigen karakter en taakopdracht', adviseert de commissie.
De AIVD en de MIVD bereidden zich al voor op een wetswijziging. Er is flink geïnvesteerd in nieuwe apparatuur waarmee grote hoeveelheden data kunnen worden verzameld en vervolgens geanalyseerd. Bovendien hebben de AIVD en MIVD samen een nieuwe 'cybereenheid' opgezet, de Joint Sigint Cyber Unit. Sigint staat voor 'signals intelligence', het halen van inlichtingen uit grote hoeveelheden data. Het zal voor het eerst in de geschiedenis van de AIVD en de MIVD zijn dat beide diensten zo nauw samenwerken, terwijl ze in het verleden nog wel eens met elkaar overhoop lagen.
Bij de presentatie van de bevindingen zei de voorzitter van de commissie dat hij het jammer vindt dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten soms als 'bedreiging van de persoonlijke levenssfeer' worden gezien. "Die diensten zijn juist bedoeld om de samenleving en haar burgers te beschermen", aldus Dessens. Daarom is goede wetgeving om de diensten in toom te houden volgens hem van belang.